Koninklijke Bibliotheek archiveert
deze website als "Digitaal Erfgoed"

De Hoge Bank van Tuil | 1461 - 1525

Overzicht van 529 actes. (Veel teksten moeten nog nagezien worden.)

1461. Geert Scoeck en Willem Eerstenzoon schepenen in Tuil
2e van 3 transfixen die blijkens een + voor de aantekening vernietigd zijn. Zie ook 1460 en 1466.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
13-01-1461. Schepenen: Gherijt Scoecke en Otte Pauwe
Wij Gherijt Scoecke ende Otte Pauwe
...
... Roelof
van Groensbeeck te hebben ende te besitten ....
... op sente Ponciaens
avont des heiligen martelaers
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 20)
14-01-1461. Schepenen: Gherijt Scoecke en Otte Pauwe
Wij Gherijt Scoecke ende Otte Pauwe scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Roelof van Groensbeeck ende heeft vercoft ...
...
... op sente Ponciaens dach des heilighen martelaers
Transfix met 13-1-1461.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 20-21)
10-02-1461. Schepenen: Wilem van Haeften en Willem Eerstenssoin
Wij Wilem van Haeften ende Willem Eerstenssoin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is die gesworen bode ons
heren van Gelren in Tielreweert ende heeft gegiet dat hij gemaent heeft van wegen heren Jans van Maren als scheffe-
ner inder tiit des commelduers ende der heren van den Duijtschen Huijse tot Tiell Jan den Hertoge van gebrecke dat heren
Johan van Maren als scheffener voirsz heeft van twe ende twentich alde gulden schilde genge ende geve ende ellef hoenren
...
gesciede int jair ons heren dusent vierhondert ende tsestich op sunte Nyclaes avont des heyligen biscops {5-12-1460}
Daer nae wij Aernt van Haeften ende Gherit Scoecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is ....
bode voirsz. ende heeft gegiet dat hij verboden heeft als recht is drie sonnendage ter rechter mysse tiit inder
kercken van Vauderick alle guets Jan Hertogen voirsz. inden gericht van Vauderick gelegen ...
...
... voir tien scillinge gever penninge Roeloff van Groens-
beeck te hebben ende te besitten ...
...
... dat verhalen sal ende mach aen benen ende aen schenen Jans Hertogen voirsz ende voirt aen alle guets
dat hij namaels hebben ende crigen mach ten ewygen dagen ...
...
Met zegels Willem Eerstensz, Aert van Haeften en Gherit Scoecke.
Transfix.
Aanhangend: 11-02-1461
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2874-0.10
11-02-1461. Schepenen: Aernt van Haeften en Gherit Scoecke
Wij Aernt van Haeften ende Gherit Scoecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Roeloff van Groens-
beeck ende heeft vercoft ende opgedragen voir tien pont geven penninge die hij giede dat hem betaelt
siin den brieff daer desen tegewoerdigen brieff doirsteken is ende allet tgehout des brieffs als daer
in gescreven steet heren Jan van Maren als scheffener inder tiit des commelduer ...
... etc ....
.... int jaer
ons heren dusent vierhondert eenendetsestich opten elleften dach inder maent van februario
Transfix.
Hangt aan: 10-02-1461
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2874-0.9
22-02-1461. Schepenen van Tuil oorkonden dat Herberen die Bastart van Haeften verkocht heeft aan heer Aernt van Heerlaer, ridder, 16 hond land in Herwijnen in Corstynen Hoeve binnen Die Broecgrave.
Wij Aernt van Haeften ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Herberen die bastart van Haeften ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert gouden gulden genge
ende geve die hij giede dat hem betaelt siin sestien hont lants gelegen in den gericht van Herwijnen
in Corstijnen Hoeve bynnen Den Broecgrave tuschen Ghiisbert Peters soin aen die een sijde ende Diirick
Willems soin aen die ander sijde ...
Met de geschonden schepenzegels van Aert van Haeften en Jan van Herwynen Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 229 (Reg. 204)
08-03-1461. Schepenen: Herman Jansz en Willem Eerstensz
Wij Herman Jansz ende Willem Eerstensz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Jan
wittestich wijf was Rydder Sammelsz met haren gecoren momber ende heeft gegeven ende opgedragen om gods
wille ende om salicheit will haere ziele ende Rydders Sammels soins voirsz haers mans thiins ...
.... uyt enen huijse ende hofstat met alle sijne tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen
inden gericht van Nederinen tuschen Gijsbert die Kocke aen die en sijde ende die ghemeijnstraet
alomme aen die ander sijde Hubert Pelgrijms soin tot behoeff der tymmeringe der kercken van Ne-
derijnen in enen eijgendom ...
...
... opten sonnendach alsmen singt inder heiliger kercken oculi
Herman Jansz zegelt met 1 stormbalk en bovenin een vogeltje.

Twee duplicaten.
Afschriften in inv. 1261 (p. 90-91) en inv. 1261 (p. 91-92).
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1270
08-03-1461. Schepenen: Herman Jansz en Willem Eerstensz
Wij Herman Jansz ende Willem Eerstensz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Jan wittes-
tich wijf was Rydder Sammelsz met haren gecoren momber ende heeft gegeven ende opgedragen om gods
wille ende om salicheit will hairre ziele ende Ridder Sammels soins voirsz hairs mans ...
.... uut enen huijse ende hofstat met alle sijne tymmeringe potinge ende toebehoeren
ghelegen inden gericht van Nederinen tuschen Gijsbert die Kocke aen die en sijde ende die ghemeijn-
straet alomme aen die ander sijde Hubert Pelgrijms soin tot behoef der tymmeringe der kercken van Nede-
rinen in enen eijgendom ...
...
... opten sonnendach alsmen singt inder heiliger kercken oculi
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 90-91)
08-03-1461. Schepenen: Herman Jansz en Willem Eerstensz
Wij Herman Jansz ende Willem Eerstensz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Jan
wittestich wijf was Ridder Sammels soins met haren gecoren momber ende heeft gegeven ende op-gedragen om gods wille ende om salicheit will hoirre zielen ende Ridders Sammels soins hairs mans ...
...
... opten
sonnendach alsmen singt inder heiliger kercken oculi
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 91-92)
12-01-1462. Acten van eigendomsoverdracht ten behoeve van de commanderij van Tiel van land in de eninge van Tuel onder Hemert, gerechtelijk verkocht wegens achterstallige schulden.
Wij Gherit Scoecke ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is die gesworen bode ons heren van
Gelre in Tielreweert ende heeft gegiet dat hij gemaent heeft van wegen heren Jans van Maren brueder des Duitscen
oerdens Jan Dirics? soin als saecwout Jan Rutgers soin ende Wemmer Otten soin als borgen van gebrecke dat heren Jan
van Maren voirsz heeft van achtendedertich? en? halven gouden Overlensche Riinsche gulden ....
etc ...
Bijna onleesbaar.
Zegels af.
De datum is beredeneerd o.b.v. de transfix en de overige stukken in inv. 2874.
Transfix.
Aanhangend: 13-01-1462
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2874-0.12
13-01-1462. Schepenen: Gherit Scoecke en Herman Jans soin
Wij Gherit Scoecke ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Roeloff van Groensbeeck
ende heeft vercoft ende opgedragen voir tien pont gever penninge ... den brieff
daer desen tegewoerdigen brieff doirsteken is ende allet tgehout des brieffs als daer in gescreven steet ....
... ... heren Jan van Maren brueder des Duijtschen oerdens
erfeliken te besitten Ende Roeloff van Groensbeeck voirsz verteech opten brieff ...
...
... gegeven int jair ons heren dusent vierhondert tweendetsestich des woensdachs
na den heijligen dartiendach
Met het zegel van Herman Jansz.
Transfix.
Hangt aan: 12-01-1462
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2874-0.11
24-01-1462. Schepenen: Zweder van Weerdenberch en Herman Janssoin
Wy Zweder van Weerdenberch ende Herman Janssoin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen sijn Jan van Boemel ende joncfrouwe Elysabet wittestich wijff was Wynrics van Tefelen met haren gecoren momber ende hebben vertegen op drie hont ende sesse ende veertich roden lants gelegen in den gericht van Hemert opten Gulden Langer tuschen den Heyligen Geest tot Hemert aen die een syde ende den abdt van Sente-Pauwels cloester t'Uytrecht aen die ander syde tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen erfeliken te besitten. Ende Jan van Boemel ende joncfrouwe Elysabet met haren gecoren momber voirscr. hebben geloeft van hoerre wegen alle voirplicht aff te doin van denselven.
Wollike vertichenisse heren Dirick van den Grave priester proest to Zenwynen tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen voirscr. ontfangen heeft. In orconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert twee-ende- tsestich des sonnendachs na sente-Angnietendach der heyliger joncfrouwen.

(in dorso) nr. 117
Te Hemert die Gulden Langer
caff
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 165 (Pag. 246)
24-01-1462. Schepenen: Zweder van Weerdenberch en Herman Janssoin
                   Copia
Wij Zweder van Werdenberch ende Herman Janssoin scepen in Tuel tugen dat Rutger van Boemel ende joncfrouwe Elysabeth witestiche wijff was Wynrics van Tefelen met haeren gecoren momber hebben geloeft heeren Dierick van den Grave proest to Zenwijnen tot behoeff joncfrouwe Hylwer Hollen thijns twee gouden overlensche rijnsche gulden genge ende geve off ander guet payment daervor in geliker weerden alle jaer eweliken op Onser-Liever-Vrouwendach Purificationis te betalen ende te boeren uyt eenen huyse ende hofstat met allen sinne tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen in den gericht van Hemert aen die Busingstraet tuschen Willem van Beesd Gheertruyt Philips ende die ghemeyn straet wellick thijns voirscr. weert saecke dat hij alle jaer ewelicken opten voirscr. termijn der betalinghe nyet betaelt en were dan soe sal daer alle dage daernaest comende een peen van eenen alden buddreger genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende ghaen wellick peen tegader mitten thijns voirscr. joncfrouwe Hylwer voirscr. uyten voirscr. guede verhalen sal ende mach wanneer sij nyet langer beyden en wylle. Ende Rutger van Boemel ende joncfrouwe Elysabeth met haeren gecoren momber voirscr. hebben geloeft joncfrouwe Hylwer Hollen voirscr. cloesterjonckfrouwe to Zenwijnen den thijns voirscr. ten ewygen dagen te waren vor allen dieghene, die ten recht comen willen, uyten guede voirscr. Hiervoir soo sijn Jan van Boemel ende Hubert van Roye borgen. Voort soo sijnt voorwairde, dat nae doode joncfrouwe Hylwer Hollen cloesterjoncfrouwe van Zenwijnen voirscr. den thijns voirscr. mit eenen vollen recht erven ende aencomen sal aen die tymmeringe der kercken ende des cloesters van Zenwijnen. In oirconde onser litteren, Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende tzestich des sonnendachs nae Sinte-Angnietendach der heiliger joncfrouwen.
        D'accoird van deser mette originale brieven verifficere
        ick ondergescreven oipenbair geadmitteert notaris
                  G. Ruys

(in dorso) nr. 37 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 257 (Pag. 247)
24-01-1462. Schepenen: Zweder van Weerdenberch en Herman Janssoin
Wy Zweder van Weerdenberch ende Herman Janssoin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen sijn Jan van Boemel ende joncfrouwe Elysabet wittestich wijff was Wynrics van Tefelen met haren gecoren momber ende hebben vertegen op enen mergen lants gelegen in den gericht van Hemert opten Bambollick tuschen den abdt van Sente-Pouwelscloester t'Uytrecht aen die een syde ende Jan die Bouman aen die ander syde tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen erfeliken te besitten. Ende Jan van Boemel ende joncfrouwe Elysabet met haren gecoren momber voirscr. hebben geloeft van hoerre wegen alle voirplicht aff te doin van denselven. Wollike vertichenisse heren Dirick van den Grave priester proest to Zenwynen tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen voirscr. ontfangen heeft. In orconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert twee-ende- tsestich des sonnendachs na sente Angnietendach der heyliger joncfrouwen.

(in dorso) nr. 123
Te Hemert den Bambollick
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 166 (Pag. 248)
06-02-1462. Schepenen: Zweder van Weerdenberch en Herman Janssoin
        Copye
Wij Zweder van Werdenberch ende Herman Janssoen schepen in Tuel tugen dat Seger Arntssoen heeft gelooft heren Dierick van den Grave priester proost in der tijt des cloosters van Zenwijnen tot behoeff der proostijen des cloosters van Zenwijnen voirscr. thijns enen gouden overlensche rijnsche gulden genge ende geve off ander guet payment daervoer in geliker weerde op Sinte-Philips-ende-Sinte -Jacopsdach der heylige apostelen naestcommende over een jaer ende daernae alle jaer eeuwelycken thijns eenen gouden overlensche rijnsche gulden oft payment als voirscr. is jaerlicx altoos op Sente-Philips-ende-Sente-Jacopsdach der heylige apostelen te betaelen ende te boeren uyt enen huyse ende hoffstadt mit alle sijne tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen in den gerichthe van Zenwijnen tusschen Godtschalck Arntssoen aen die een sijde ende die gemeyn straet aen die ander zijde wellick thijns voirscr. weert sake dat hij alle jaer ewelicken opten voirscr. termijn der betalinge nyet betaelt en were dan soo sal daer alle daege daernaestcomende een peen van enen vleemschen cleyken genge ende geve opten voirscr. thijns wacsen ende gaen wellick peen tegader mitten thijns voirscr. heeren Dierick van den Grave priester proost in der tijdt voirscr. uyten voirscr. goede verhalen sal ende mach wanneer hij nyet langer beyden en wille. Ende Seger Aerntszoon voirscr. heeft gelooft heeren Dierick van den Grave priester proost in der tijdt tot behoeff der proestijen des cloosters van Zenwijnen voirscr. den thijns voirscr. ten eeuwigen dagen te waeren voor allen dieghene die ten recht commen willen uyten goede voirscr. Hiervoor soo is Aernt Heynricxsoen borge. In oirkonde onse letteren. Gegeven int jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende tzestich des saterdaeghs nae Sinte-Agathendach der heyliger joncfrauwen.
       Accordeert mitten originaelen besegelden brieff. Quod
       attestor
               H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 3 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 227 (Pag. 249)
20-02-1462. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Jan Claessoins soin als voogd van zijn vrouw verkocht heeft aan Heynrick Peterssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Asperen ende van Vuern ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons co-
men is Jan Jan Claes soins soin als momber ende wittestich man Elijsabets siins wijfs ende heeft vercoft ...
Met het geschonden schepenzegel van Walraven van Asperen ende van Vuern en fragment van het schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 184 (Reg. 209)
20-02-1462. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Jan Claessoins soin als voogd van zijn vrouw verkocht heeft aan Heynrick Peterssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Asperen ende van Vuern ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 182 (Reg. 210)
10-03-1462. Schepenen van Tuil oorkonden dat Agnes Beyers verkocht heeft aan heer Aernt van Heerlaer, ridder, 2 morgen land in Herwijnen in Die Vrouwen Camp van Wyfelic, waarna Aernt dit in erfcijns teruggaf aan Agnes voor 1 rijnsgulden.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Diirick van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Angnes Beyers met
haren gecoren momber ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert gouden gulden genge ende geve ...
... inden gericht van Herwijnen inder Vrouwen Camp van Wyfelic tuschen
Aernt van Drakenborch aen die overste sijde ende erfg. Aernt Willems soins aen die nederste sijde ...
Met deel van het schepenzegel van Jan van Herwynen Janszoin en het schepenzegel van Dirrick van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 190 (Reg. 211)
26-03-1462. Schepenen van Tuil oorkonden dat Otte Ottensoin verkocht heeft aan heer Aernt van Heerlaer, ridder, 110 hond land in Hellouw, waarna Aernt het in erfcijns teruggaf aan Otte voor 3 rijnsgulden.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Dirrick van Hemert scepen in Tuel ...
.... tuschen Beelen? Mathijs? aen
die overste sijde ende Jan Herters? soin aen die nederste sijde ....
Met het schepenzegel van Dirrick van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 187 (Reg. 213)
12-04-1462. Schepenen: Willem van Haeften en Gherit Scoecke
Wij Willem van Haeften ende Gherit Scoecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Willem die Kocke ende heeft vertegen op alle erfenisse ende guets rede ende onrede ruerende
ende onruerende als Joncfrouwe Beatris Kocks met recht overmits dode Ghijsbrechts Kocks
haers ouders aenbestorven is ende sij tot desen dage toe heerbracht heeft ende op datum
des brieffs besit inder eninge van Tuel gelegen tot behoeff joncfrouwe Beatris Kocks
voirsz siinre suster erfelicken te besitten Ende Willem die Kocke voirsz heeft geloeft van
sinre wegen alle voirplicht aff te doin vanden selven In orconde ons litteren gegeven int
jair ons heren dusen vierhondert twee ende tsestich des manendachs na palmdach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 560-1
23-04-1462. Schepenen: Sweder van Weerdenberch en Harman Janssen
         Copye
Wij Sweder van Weerdenborch ende Harman Janssen schepen in Tuyl tugen dat Gyelis Henricxssen heeft geloeft heeren Heynrick van Hernen priester tot behoeff joffrauwe Gerits van Zallant cloosterjoffrauwe tot Zenwijnen enen alden gulden schiltmunten des conincx van Vranckrijck genge ende geve of ander guit payment daervoor in geliker weerden erffelicx thijns alle jaer ewelicken op den heiligen Paistdach te betaelen ende te boeren uyt eene hoffstad mit alle hoerre poetinghe ende toebehoeren gelegen in den gericht van Hemert tusschen die gemeyn straet aen d'een zijde ende erffgen. Gerbrants van Beest aen d'ander sijde welck thijns voirscr. weert saec dat die alle jaer ewelicken opten voirscr. dach der betalinge nyet betaelt en were dan so sal daer alle daege daernaestcomende een peen van enen alden cleyken opten voirscr. thijns wassen ende gaen welcke peen tegader mitten thijns voirscr. jonffrauwe Geryt van Zallant cloosterjonfrauwe voirscr. uyten guede voirscr. verhalen sal ende mach wanneer sijs nyet langer beyden en wille. Ende Gielis Heynricxsen voirscr. heeft geloeft heeren Heynrick van Hernen priester tot behoeff joffrauwe Geryts van Zallant cloosterjonffrauwe voirscr. den thijns voirscr. ewelicken te waeren tegen alle diegene die ten recht komen willen uyten goede voirscr. In orkonde onser letteren. Gegeven in den jaere ons Heeren dusent vierhondert tweentzestich op Sunte- Georgiusdach des heyligen martelaers.
       D'accordt deser copye mitten originalen besegelden brieff
       attesteert Henrick van Zoerendoncq oipenbaer geadmitteerde
       notaris. In oirconde
                     H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 12 (van de kopieën)
Transfix.
Aanhangend: 10-04-1477
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 235-1 (Pag. 250)
23-06-1462. Schepenen: Zweder van Weerdenberch ende Gherit Stoecke [Scoecke]
         Copie
Wij Zweder van Weerdenberch ende Gherit Stoecke {1} schepenen in Tuel tugen dat Dierick wittestich wijff was Ghijsbert Quekels mit haeren gecoren momber Jan ende Otten sonen Ghijsbert Quekels voirscr. hebben geloeft heren Heynrick Janssoen priester tot behoeff vrouwe Alijtten van Zeelen priorinne des cloosters van Zenwijnen thijns enen alden gulden schiltmunten sconincx van Vrancrijck genge ende geve off ander guet payment daervoor in gelicker weerdenalle jaer ewelicken opten Paesdach te betaelen ende te boeren uyt een stuck uyterweerts gelegen in den gerichte van Hemert buyten-dijcks tusschen die papelicke provend van Sinte Lambert tot Hemert Hubert Arntssoen erffgenaem Gherits Wijsten ende aen dijck wellick thijns voirscr. weert saecke dat hij alle jaren ewelicken opten voirscr. termijn der betalinge nyet betaelt en were dan soo sal daer alle dage daernaestcommende een peen van enen vlemschen cleyken gange ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen wollick peen tegader mitten thijns voirscr. vrouwe Alijt van Zoelen priorinne voirscr. uten voirs. lande verhalen sal ende mach wanneer sij nyet langer beyden en wille. Ende Dierick wittestich wijff was Ghijsbert Quekels mit haeren gecoren momber Jan ende Otto sonen Ghijsbert Quekels voirscr. hebben geloeft heren Heynrick Janssoen priester tot behoeff vrouwen Aleytten van Zoelen priorinne voirscr. den thijns voirscr. ten ewygen dagen te weren voor allen dieghene die ten recht commen willen uyten goede voirscr. Voort soo hebben Dierick Jan ende Otto voirscr. gelooft heeren Heynrick Janssoen priester tot behoeff vrouwe Alijtten van Zoelen priorinne voirscr. dat Elysabeth ende Gertruyt onmundige kijnder Ghijsbert Quekels voirscr. vertijen sollen mit haeren gecoren momberen wanneer sij tot haeren mundigen dagen commen sijn voor schepen van Tuel opten thijns voirscr. tot behoeff vrouwe Aleyten van Zoelen priorinne voirscr. ende dat sij alsdan sullen geloven van haere wegen alle voorplicht aff te doen van denselven. In oirconde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende tzestich op Sinte-Jans-Baptistenavont Nativitas.
         Accordeert mit sijnen originaelen besegelden brieff. Quod
         attestor
                 H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 14 (van de kopieën)
1. Scoecke
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 238 (Pag. 252)
01-07-1462. Schepenen: Zweder van Weerdenberch en Herman Janssoin
           Copie
Wij Zweder van Weerdenberch ende Herman Janssoin scepen in Tuel tugen dat Dierick wittachtich wijff was Ghijsbert Quekels mit haren gecoren momber Jan ende Otte soenen Ghijsbert Quekels vorscr. hebben geloeft heren Heynrick Janssoen priester tot behoeff der pryerinnen ende gemeyns convents des cloesters te Zenwijnen thijns enen gouden overlensche rijnsche gulden genge ende geve off ander guet payment daervoir in geliker weerden alle jair eweliken op Sent-Nyclaesdach byscops te betalen ende te boeren uyt enen weyeweert gelegen in den gericht van Hemert buytendijcks tuschen die papelike provend van Sente Lambert tot Hemert Hubert Aertssoen erfgenaem Gherits Wijsen ende den dijck wellick thijns vorscr. weert sake dat hij alle jair eweliken opten vorscr. termijn der betalinghe niet betaelt en were dan soe sal daer alle daege daernaest comende een peen van enen halven vlemsche groten genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen wellick peen tegader metten thijns voirscr. dat cloester van Zenwijnen voirscr. uyten vorscr. weyeweert verhalen zall ende mach wanneer dat niet langer beyden en wille. Ende Dierick wytestich wijff was Ghijsbert Quekels met haren gecoren momber Jan ende Otte soenen Ghijsberts Quekels voerscr. hebben geloeft heren Heynrick Janssoen pryester tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwijnen voirscr. den thijns voirscr. ten ewygen dagen te waren vor allen diegene die ten recht comen willen uyten weyeweert voirscr. Vort so hebben Dierick Jan ende Otte voirscr. geloift heren Heynrick Janssoen priester tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwijnen voirscr. dat Elysabeth ende Bartruyt met haren gecoren momberen onmundighe kijnder Ghijsbert Quekels voirscr. vertijen sollen wanneer sij tot haren mundigen dagen comen sijn voir scepen van Tuel opten thijns vorscr. tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwijnen voirscr. erfeliken te besitten ende dat zij alsdan sollen geloven van haere wegen alle voerplicht aff te doen van denselven. Die superscripsi ''convents'' ende die rasuer ''Hubert'' loven wij guet. In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tzestich opten irsten dach in den maent van julio.
       Gecollationeert ende bevonden concorderende mette originale beze-
gelde brieven bij mij Gerlingh Ruys als oipenbaer geadmitteert notaris.
Oirconde             G. Ruys

(in dorso) nr. 30 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 250 (Pag. 253)
02-11-1462. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Janssoin verkocht heeft aan Adelis, dochter van Dirck van Hemert, ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer 2½ morgen land in Herwijnen, geheten Spaens Hoeve.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Diirick van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Jan
Jans soin ende heeft vercoft ende opgedragen ...
.... Spaens
Hoeve tuschen mij Jan van Herwijnen voirsz. aen die een sijde ende Jacop Essen aen die ander sijde strec-
kende totter Mercken toe Adelyssen dochter mijns Diiricks van Hemert voirsz tot behoeff heren Aernts
van Herlaer rydders in enen eijgendom ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 223 (Reg. 214)
16-11-1462. Schepenen van Tuil oorkonden dat Lambert Roeloffssoin en zijn zoon Adryaen verkocht hebben aan Walraven van Asperen ende van Vuern ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, 14 hond min 24 roeden in Herwijnen in Den Hoycamp.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Diirick van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Lambert Roeloffs
soin ende Adryaen siin soin ende hebben vercoft ....
.... tuschen Otten van Haeften aen die een sijde ende Aelbert van den Veen aen die ander sijde ...
.... van den Hoecgrave totten Middelsloet toe ...
Met fragment van het schepenzegel van Dirrick van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 216 (Reg. 215)
15-01-1463. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Herberens Bastertssoin van Haeften en Jan Sterck verkocht hebben aan heer Aernt van Heerlaer, ridder, 2 morgen in Herwijnen in Jan Buystenssone Hoeve over Die Hoecgrave, waarna Aernt dit in erfcijns teruggaf aan eerstgenoemden voor 2 rijnsgulden.
Wij Aernt van Haeften ende Diirick van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen siin Jan Herberens bastarts
soin van Haeften ende Jan Sterck ende hebben vercoft .....
.... twee mergen lants gelegen inden gericht van Herwijnen in Jan Bruystens
soins Hoeve over den Hoecgrave tuschen Jan Sterck voirsz aen die een sijde ende Heijlwich Jans bastaerts
aen die nederste sijde streckende van den Hoecgrave totten Dwers Sloet toe ...
Met fragmenten van de zegels van Aernt van Haeften en Dirrick van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 194 (Reg. 217)
12-07-1463. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aussem [1] Peterssoin beloofd heeft te betalen aan Robbert Jacopssoin een cijns van 3 rijnsgulden uit een uiterwaard en een deel van een uiterwaard in Haaften.
Wij Heijnrick van Tuel ende Dirrick van Hemert scepen in Tuel tugen dat Aussem {1} Peters soin
heeft geloeft Robbert Jacops soin thijns ...
.... uijt enen uijterweert gelegen inden gericht van Haeften....
.... tuschen die gemeynt van Hellu aen die een sijde
ende dat capittel van Haeften aen die ander sijde ...
Met het geschonden schepenzegel van Heynrick van Tuel.
1. Anssem?
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 252 (Reg. 220)
1464. Schepenen: Jan van Herwijnen Janss., Henrick Janss. (1), Herman Janss.
1) Mogelijk dezelfde als Herman Janss.
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
1464. Akten, waarbij schepenen van respectievelijk Tuil en Deil, het recht van Walraven van Haeften op de tienden van rapen, die hij heeft gepacht van het kapittel van St. Marie te Utrecht, bevestigen, 1464 en 1465, authentiek afschrift, [16e eeuw]
Bron: Familie Heereman van Zuydtwijck, inv. 2451
21-02-1464. Schepenen van Tuil oorkonden dat Robbert Jacopssone verkocht heeft aan Dirrick van Hemert de akte die aan deze akte bevestigd is.
Wij Heijnrick van Tuel ende Herman Jans soin scepen van Tuel ...
Met het geschonden schepenzegel van Heynrick van Tuel.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 252 (Reg. 223)
22-02-1464. Schepenen van Tuil oorkonden dat Dirrick van Hemert verkocht heeft aan Ghiisbert Hacken ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte die aan deze akte bevestigd is.
Wij Heijnrick van Tuel ende Herman Jans soin scepen van Tuel ...
Met het schepenzegel van Heynrick van Tuel.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 252 (Reg. 224)
17-03-1464. Schepenen: Aernt van Haeften en Herman Jans soin
Wij Aernt van Haeften ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Willem die
Kocke ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert ende dertich gouden overlensche riinsche gulden
genge ende geve die hij giede dat hem betaelt siin viiff mergen lants gelegen inden gericht van
Opijnen geheijten den Molen Camp tuschen mij Herman Jans soin voirsz aen die een sijde ende die
gemeijn stege aen die ander sijde Joncfrouwe Beatrijs Kocks siinre suster in enen eijgendom
sonder thiins ende sonder diick erfeliken te besitten Ende Willem die Kocke voirsz verteech op dit
lant voirsz ende geloefde daer op doin te vertijen allen die ghene die daer met recht op vertijen
sollen ... ...
Int jair ons heren dusent vierhondert vier ende
tsestich op Sunte Gheertruijden dach der heijliger joncfrouwe
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 560-2
17-03-1464. Arnt van Haeften en Herman Janszoon schepenen van Tuijl verklaren dat Willem die Cock aan zijn suster, Beatris Cock, transporteert eenige goederen in Opijnen.
Dit is uit AHWN inv. 560-2
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
20-03-1464. Schepenen van Tuil oorkonden dat Sander Lambertssoin verkocht heeft aan Jan Ottensoin een huis en hofstad in Herwijnen te Buytenborch, waarna Jan dit in erfcijns teruggaf aan Sander voor 2 filippusschild.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Heijnrick van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Sander Lamberts
soin ende heeft vercoft ...
een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen in den gericht van Herwijnen
tot Buijtenborch buijten diicks tuschen Lambert Rolofs soin aen beijden sijden ...
Met fragment van het schepenzegel van Jan van Herwynen Janszoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 179 (Reg. 225)
20-03-1464. Schepenen van Tuil oorkonden dat Adriaen Alertssoen verkocht heeft aan Jan Ottenssoen ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Inv. 262 zijn afschriften van akten uit 1455 en 1464 betreffende 4 morgen land in Herwijnen, afkomstig van Arnt van Herlaer, gemaakt omdat daarop mogelijk dijklasten voor het klooster zullen komen te rusten, die verhaald kunnen worden (c. 1600). Er staan daarvan geen scans online.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 262 (Reg. 226)
21-03-1464. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Ottensoin verkocht heeft aan Aelbert van den Veen ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Heijnrick van Tuel scepen in Tuel ...
Met het schepenzegel van Heynrick van Tuel.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 179 (Reg. 227)
31-03-1464. Schepenen: Heynrick van Tuel en Herman Janssoin
Wy Heynrick van Tuel ende Herman Janssoin scepen in Tuel tugen dat voir ens comen is Gherit Merselissoin ende heeft vercoft ende opgedragen voir tweehondert pont gever penninge die hy giede dat hem betaelt sijn drie mergen lants also groot ende also cleyn als sy gelegen sijn in den gericht van Opynen geheyten den Bollick tuschen Aernt die Koete {1} van Opynen aen beyden syden joncfrouwe Janne dochter Heynrics van Vyanen in enen eygendom sonder thijns ende metten dijck die totten voirscr. lande met recht toebehoert erfeliken te besitten. Ende Gherit Merselissoin voirscr. verteech op dit lant voirscr. ende geloefde daerop doen te vertyen allen dieghene die daer met recht op vertyen sollen. Ende geloefde oeck te waren joncfrouwe Janne dochter van Heynrics van Vyanen dit lant voirscr. jair ende dach als recht is voir allen dieghene die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen van denselven. Voirt so heeft Gherit Merselissoin voirscr. geloeft joncfrouwe Jannen dochter Heynrics van Vyanen voirscr. ten ewygen dagen schadeloes te houden van den dijck voirscr. Doe dit gesciet was joncfrouwe Janne dochter Heynrics van Vyanen voirscr. gaff weder met horen gecoren member Gherit Merselissoin voirscr. dit lant voirscr. in enen jairlixschen erfthijns te besitten voir drie gouden overlensche rijnsche gulden genge ende geve off ander guet payment dairvoir in gelike weerden opten Paesdach naestcomende over een jair ende daernae alle jair eweliken voir drie gouden overlensche rijnsche gulden als voirscr. sijn off payment daervoir als voirscreven is jairlix altoes opten Paesdach te betalen wellick thijns voirscr. weert sake dat hy alle jair eweliken opten voirscr. termyn der betalinge niet betaelt en were dan so sal daer alle dage daernaest comende een peen van enen vlemsche groten genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen wullick peen tegader metten thijns voirscr. joncfrouwe Janne dochter Heynrics van Vyanen voirscr. uyten voirscr. lande verhalen sal ende mach wanneer sy niet langer beyden en (wille) In orconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert ent vier-ende-tsestich opten heyligen Paeschavont.

(in dorso) nr. 179
1. Kocke
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 170 (Pag. 257)
14-04-1464. Schepenen: Aernt Pijecke en Hermen Jans soon
      Copia
Wij Aernt Pijecke ende Hermen Jans soon schepenen in Tuijl, tuijgen dat Aelbert de Swart Janssoon heeft gelooft Jan heer tot Brouckhuijsen ende tot Weerdenburch thins vijftenhalve gouden overlensche Rijnsche gulden, genge ende geve, off ander goet paijement daer voor in gelijcker weerden op Ste Jans baptisten dach nativitas naest coomende ... etc ....
uijtter helft van twee mergen lants ... inden gerichte van Hier opten Cralert geheeten d’Ontrouwe tusschen Willem Feijen ende Bauderick van Rombd aen die eene sijde, Claes Roeloffs soon ende Henrick Posthouwer aenden ander sijde, ....
In oircond onser lettere gegeeven int jaer ons heeren duijsent vier hondert vier ende t’sestich opten XIIIJ dach inder maent vanden April, ende was beseegelt met twee seegels in groenen wasse uijthangende aen dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 10v)
23-04-1464. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gherit Jacopssoin verkocht heeft aan Roeloff van Groensbeeck een huis en hofstad met toebehoren in Herwijnen, waarna Roeloff dit in erfcijns teruggaf aan Gherit voor 4 filippusschild.
Wij Aernt van Haeften ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel tugen dat beij ons comen is Gherit Jacops
soin ende heeft vercoft ende opgedragen ...
een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen in den gericht van Herwijnen
tuschen Jan Diirics? soin aen die een sijde ende die heijlige gheest tot Herwijnen ende Luijtgaert Jans aen die ander
sijde ...
Met fragment van het schepenzegel van Aernt van Haeften en het geschonden schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 203 (Reg. 230)
24-04-1464. Schepenen van Tuil oorkonden dat Roeloff van Greensbeeck [Groensbeeck] verkocht heeft aan Joest van der Elst ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Aernt van Haeften ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 203 (Reg. 231)
23-05-1464. Schepenen: Jan van Herwinen Jansz en Herman Jansz
        Item Goesen Claesz ende Henric Claesz vercoft
        der kerc twe deelen uijt eenen hofstat dair
        Aeff van Boemel een dordel in heeft mit?
        aldusdanigen brieff
Wij Jan van Herwinen Jansz ende Herman Jansz scepen in Tuel
tugen dat voir ons comen sijn Goesen Claesz ende Heijnric
Claesz ende hebben vercoft ...
...
... gelegen
inden gericht van Hijer tusschen Jan die bast. van Broechusen
aen die een sijde Heijnric Claesz vorsz ende Aeff van Boemel aen
die ander sijde Gherit Hollen ende Arnt van den Eijnd als kerc-
meijsters ...
...
... in orkonde onsser litteren gegeven int jair
ons Heren dusent vierhondert vierendetsestich des woensdages
nae den heiligen pinxdach ..
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1217 (f. 48v-49)
23-05-1464. Schepenen: Jan van Herwinen Jansz en Herman Jansz
        Een vertich vander hostat dair Jan van Assel
        op plach te wonen als bescreven steet
Wij Jan van Herwinen Jansz ende Herman Jansz scepen in Tuijl
tugen dat voir ons comen is Goessen Claesz ende Heijnric Claesz
ende hebben vertegen op een hofstat mit allen hoire potinge ende
toebehoren gelegen inden gericht van Hijer tusschen dat gast-
huijs van Hijer aen die een sijde ende die timmeringe der
kerken van Hijer aen die een sic sijde ...
...
... in orkonde onsser litteren gegeven int jair ons Heren
dusent vierhondert ende vierendetsestich dess woensdages naeden
heiligen pinxdach ..

Het is te weten dat die kermeijsters als meijster Jan Jansz
ende Art van den Eijnde inder tijt kercmeijsters vorsz hebben ge-
coft alle toeseggen dat Aeff van Boemel gehat heeft als
nu Jans van Assels hofstat dair sijn huijs op stont lantgelegen {?}
dat gasthuijs van Hijer aen een sijde ende die tijmmeringe
der kerken van Hijer vorss aen ander sijde ... etc ...
....
... hebben oeck Hu-
bert Crijnsz als een erfg. Jan van Assel uijt gecoft uijten vorss.
guede dair Jan van Assel op plach te woenen ende heeft
geloeft voir scepen als Heijnric van Tuijl ende Rutger van Tuijl den
brief dien hij hed vanden vorss. guede ...
...
... Item voirt eest te weten dat hijer noch gewest hebben
een deel erfg. Jans van Assels vorss. als Rolof Morbus Art
van Ham Hubert Goessensz dochter Heijnen kijnderen van Hijer ende
noch drije off vijer dijen seden dat sij erffg. weren van enen
sestendeel van enen plexken lands alte naest de gasthuijs van
Hijer aen een sijde streckende totten bogerken toe uijt welken guede
Jans van Assels vorss. moeder een malden weijts den armen van
Hijer had gemact verwonnen? sijn mijt recht ende toeseggen
dat sij seden dat sij dair in hadden dat vals was als
hijer nae v {in?} bescreven steet copijert uijt enen scepenen brieff
van allen dessen vorg. punten? ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1217 (f. 49v)
23-05-1464. Schepenen: Jan van Herwijnen Jans soen en Herman Jans soen
Wij Jan van Herwijnen Jans soen ende Herman Jans
soen ...
... tusschen Jan den bastairt van
Broeckhuijsen ...
...
... Gherit Hollen ende Aernt van den
Eijnde als kercmeijsters inder tijt ...
...
... des woensdachs nae den heijligen
pijnxterdach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 48-49)
23-05-1464. Schepenen: Jan van Herwijnen Jans soen en Henrick Jans soen {1}
Wij Jan van Herwijnen Jans soen ende Henrick Jans soen {1} scepen
in Tuijll tughen dat voir ons comen sijn Goessen Claessoen ende Heijnrick Claessoen ...
.....
des woensdachs nae den heijlighen pijnxtdach
1. Vermoedelijk een verschrijving voor Hermen Jans soen.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 49-50)
24-07-1464. Schepenen: Otte van Asperen ende van Vuern Janssoin en Heynrick van Tuel
Wy Otte van Asperen ende van Vuern Janssoin ende Heynrick van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Willem Holl ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penninge die hy giede dat hem betaelt sijn een hofstat met allen haerre potinge tymmeringe ende toebehoeren gelegen in den gericht van Zenwynen tuschen Goessen van der Weyen aen die een syde ende Aernt die Wild aen die ander syde heren Johan Reynerssoin pryester proest to Zenwynen tot behoeff der proestyen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen voirscr. in enen eygendom met thijns ellef alde cleykens gever penninge uyten voirscr. guede jairlix met recht te betalen ende sonder dijck erfeliken te besitten. Ende Willem Holl voirscr. verteech op dit guet voirscr. ende geloefde daerop doin te vertyen allen dieghene die daer met recht op vertyen sollen ende geloefde oeck te waren heren Johan Reynerssoin pryester proest to Zenwynen tot behoeff der proestyen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen voirscr. dit guet voirscr. jair ende dach als recht is voir allen dieghene die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doin van denselven sonder den thijns voirscr. In orkonde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich op sente Jacopsavont des heyligen apostels.

(in dorso) nr. 108
Zenwynen
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 171 (Pag. 258)
12-08-1464. Schepenen: Heynrick van Vauderick en Rutger van Tuel
              Copie
Wij Heynrick van Vauderick ende Rutger van Tuel schepenen in Tuel tugen dat voor ons comen is Willem die Rover ende heeft vercocht ende opgedraegen voor twentich pont gever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doorsteken is ende allet tgehout des brieffs als daerin geschreven steet heeren Jan Reynerssoen priester proost in der tijdt des cloosters van Zenwijnen tot behoeff der proostijen ende gemeyns convents des cloosters van Zenwijnen voirscr. erfelycken te besitten. Ende Willem die Rover voirscr. verteech opten brieff ende op tgehout des brieffs voirscr. ende geloeffde daerop doen te vertijen allen die gene die van sijnre wegen daer met recht op vertijen sollen. Ende geloeffde oyck te waren van sijnre wegen heren Jan Reynerssoen proost tot behoeff der proostijen ende gemeyns convents des cloosters van Zenwijnen voirscr. den brieff ende tgehouwt des brieffs voirscr. jaer ende dach als recht is voor allen diegene die ten recht commen willen ende alle voorplicht aff te doen van denselven van sijnre wegen. In orkonde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert vier ende tzestich des sonnedaeghs nae Sinte-Laureynsdach des heyligenmartelaers.
        Dat dese copie is gecollationeert ende accordeert mitten
        originaelen besegelden brieff attestere ick notaris onderge-
        schreven. Toirconde
                  H. van Zoerendoncq notaris 1615
Het handgeschreven inventarisnummer is onduidelijk/onleesbaar.
Transfix.
Hangt aan: 10-01-1420
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 230-6 (Pag. 259)
12-08-1464. Schepenen: Heynrick van Vauderick en Rutger van Tuel
            Copie
Wij Heynrick van Vauderick ende Rutger van Tuel schepen in Tuel tugen dat voor ons comen is Willem die Roever ende heeft vercocht ende opgedraegen voor twintich pont gever penninghen die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doorsteken is ende allet tgehouwt des brieffs als daerin geschreven steet heren Jan Reynerssoon priester proost indertijt des cloosters van Zenwijnen tot behoeff der proostijen ende gemeyns convents des cloosters van Zenwijnen voirscr. erffelijcken te besitten. Ende Willem die Rover voirscr. verteech opten brieff ende op tgehouwt des brieffs voirscr. ende geloeffde daerop doen te vertijen allen dieghene die van sijnre wegen daer mit recht op vertijen sollen ende geloeffde oyck te weren van sijnre wegen heren Jan Reynerssoen proost tot behoeff der proostijen ende gemeyns convents des cloosters van Zenwijnen voirscr. den brieff ende tgehouwt des brieffs voirscr. jaer ende dach als recht is voor allen dieghene die te recht commen willen ende van sijnre wegen alle voorplicht aff te doen van denselve. In orkonde ons letteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert vier ende tzestich des sonnedaeghs nae Sinte-Laureynsdach des heyligen martelaers.
        Accordeert mitten originaelen besegelden brieff. Quod attes-
        tor
                    H. van Zoerendoncq notaris 1615
Paginanummer is gelijk aan de andere kopie, de tekst wijkt op kleine punten af.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 234-11 (Pag. 259)
30-10-1464. Vonnis van schepenen van Tuil tussen Walraven van Haeften, als pachter van 's kapittels tienden te Varik en Heesselt, en enige buren aldaar, beslissend dat onder die tienden ook raaptienden begrepen zijn
Wij Aernt van Haeften Jan van Herwijnen Jans soin Aernt Pijecke Rutger van Tuel Heijnrick van Tuel ende Herman
Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen siin daer wij metten gesworen richter ons heren van Gelren in
Tielreweert inder dingbancken tot Tuel te gedinge geseten waren heren Walraven van Haeften rydder vander
eenre sijden Heijnrick van Vauderick Lambert Willems soin Aernt Willems soin Jan Olijfiers soin Gherit van Roije
Goessen Beernts soin Hubert Taye Heijnrick Post ende Otte Heijnrics soin vander andere sijden ende sonnen ende baden den
gesworen richter voirsz. dat hij ons scepenen voirsz. des vonnisse vermaende dat wij van haere wegen onder hedden?
....
..... dat heren Walraven van Haeften rydder voirsz. geclaecht hadde
over die ... etc ... tegen die capittel van Sente Marijen t’Utrecht haer tyenden die sij
inden derpen van Vauderick ende van Hesel liggende hebben gepacht hedde ....
....
jair ons heren dusent vierhondert vierentsestiich des dinxsdachs na Sente Symons ende Sente Judas dach der
heijligen apostelen
Omvang: 1 charter
Met 6 zegels.
Bron: Kapittel van Sint Marie, inv. 898
1465. Schepen: Willem die Kock
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1465. Willem van Haeften en Arndt Pijecke schepenen in Tuijl etc.
2e van 3 transfixen die blijkens een + voor de aantekening vernietigd zijn. Zie ook 1448 en 1482.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
10-03-1465. Schepenen: Willem die Cock en Herman van Bochoeven
Wij Willem die Cock ende Herman van Bochoeven Jansz scepen in Tuijll tugen dat Johan die Hoppenbrouwer heefft geloefft Jo-
han Henrixsz tot behoeff Gielis soen mijns Herman van Bochoeven voirsz thijns enen rijnsche gulden ...
.... uut een huijss ende hofstatt mit alle oerre tymmerin-
ge potinge ende toebehoeren gelegen inden gericht van Nederijnen in die Affterstraet tusschen Griet Smeedts mit hoeren kijnderen
aen die een sijde ende Herman Jansz ende Adriaen van Hellu aen die ander sijde ...
... opten sonnendach alsmen singt inder heijligen kercken Reminiscere
Transfix.
Aanhangend: 22-06-1484
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1769-1
10-03-1465. Schepenen: Willem die Cock en Hermen van Bockhoven Jansz
      Copia
Wij Willem die Cock ende Hermen van Bockhoven Jansz scheepenen in Tuijl, tuijgen dat Johan die Hoppenbrauwer heeft gelooft Jan Henricxsz tot behoeff Gillis soon mijns Herman voorschreven, thins eenen Rijnschen gulden ....
... te betalen ende te beuren uijt een huijs ende hoffstadt, mit allen heuren timmeringe, potinge ende toebehoeren gelegen inden gerichte van Nederijnen, indie Affter straet tusschen Griet Smeets met haer kijnderen aen die eene sijde, ende Herman Jansz ende Adriaen van Hellu aenden aender sijde ...
Inne oirconde onse letteren gegeeven inden jaer ons heeren dusent vier hondert vijff ende t’sestich opten sondach alsmen singt inder heijliger kercken Reminiscere, ende was besegelt met twee segels in groenen wasse uijthangende aen dubbelen staerten, ende daer op deursteecken deese twee naevolgende brieven, luijdende als volgt
{zie transfix}
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Aanhangend: 22-06-1484
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 12)
14-03-1465. Schepenen: Jan van Vauderick en Henrick van Vauderick
       Copia
Wij Jan van Vauderick ende Henrick van Vauderick scheepenen in Tuijl tuijgen dat voor ons coomen is Jan van Weerdenburch ende heeft vercoft ende opgedragen voor thien pont geever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn, den brieff daer deesen teegenwoordigen brieff deursteecken is, ende alle t’gehout des brieffs als daer ingestelt staet, Herman Jansz erfflicken te besitten ende Jan van Weerdenburch voorsz. verteech opden brieff ende opt gehout des brieffs voorsz. ....
In oirconde onser letteren gegeven int jaer ons heeren dusent vier hondert vijff en t’sestich des donderdaechs naeden sonnendach alsmen singt inder heijliger kercken Reminiscere, ende beseegelt met twee segelen in groenen wasse uijthangende aen dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 04-02-1394
Aanhangend: 28-04-1538
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 14)
14-03-1465. Schepenen: Jan van Vauderick en Henrick van Vauderick
      Copia
Wij Jan van Vauderick ende Henrick van Vauderick scheepenen in Tuijl tuijgen dat voor ons coomen is Jan van Weerdenburch ende heeft vercoft ende opgedragen voor twijntich pont geever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn, den brieff daer deesen teegenwoordigen brieff deursteecken is, ende alle t’gehout des brieffs als daer inne geschreven staet, Hermen Jans soon erfflicken te besitten, Ende Jan van Weerdenburch voorsz. verteech opden brieff ende opt gehout des brieffs voorsz. ....
In oirconde onser letteren gegeeven int jaer ons heeren duijsent vier hondert vijff en t’sestich des donredaechs naeden sonnendach alsmen singt inder heijliger kercken Reminiscere, Ende was beseegelt met twee segelen in groenen wasse uijthangende aen dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 04-02-1394
Aanhangend: 28-04-1538
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 16)
14-03-1465. Schepenen: Jan van Vauderick en Henrick van Vauderick
       Copia
Wij Jan van Vauderick ende Henrick van Vauderick scheepenen in Tuijll tuijgen dat voor ons coomen is Jo. Johan van Weerdenburch ende heeft vercoft ende opgedragen voor veertien pont .... den brief daer deesen teegenwoordigen brieff deursteecken is ende allen inhout des brieffs ... Hermen Janssoon erffelicken te besitten ende Jan van Weerdenburch voorsz. ...
In oirconde onser letteren gegeeven int jaer ons heeren duijsent vier hondert vijff en tsestich des donredach nae den sonnendach alsmen singht inder heijliger kercken reminiscere, ende was beseegelt met twee seegelen in groenen wasse uuthangende aen dubbelen steerten en opden selven deursteecken den andere francijne brieve luijdende als volcht
{zie de transfix}
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 04-02-1394
Aanhangend: 28-04-1538
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 1v)
04-04-1465. Schepnen: Heijnrick van Vauderick en Herman Jans soin
Wij Heijnrick van Vauderick ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Jan van Weerdenberch
ende heeft vercoft ...
... Adrij-
aen Huijgen soin tot behoeff joncfrouwe Corstijnen van Weerdenberch erfeliken te besitten ende Jan van Weerdenberch
voirss verteech opten brieff ...
...
... Voirt so hebben Zweder van
Werdenberch ende joncfr. Aleijt van Werdenberch met horen gecoren momber vertegen ...
...
.... geg. int jair ons heren
dusent vierhondert viiffendetsestich op sunte Ambrosius dach ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-3-2 (5)
14-05-1465. Schepenen: Heijnrick van Vauderick en Herman Jans soin
Wij Heijnrick van Vauderick ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen dat Goessen
Helle heeft geloeft Jacop Tengnagel thans soven gouden overlensche riinsche gulden
...
... tusschen die gemeyn stege ende Ghiisbert Hacke ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-1
15-05-1465. Schepenen van Tuil oorkonden dat Dirck van Hemert verkocht heeft aan Jan Ottensoin een hofstad en een akker land in Hellouw, waarna Jan dit in erfcijns teruggaf aan Dirck voor 3 rijnsgulden.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Dirck
van Hemert ende heeft vercoft ende opgedragen ...
.... een hofstat met allen haere potinge ende toebehoeren met enen acker lants daer aen gele-
gen inden gericht van Hellu tuschen Otten Claes bastaerts soin van Haeften aen die een sijde ende onser
liever vrouwen altaer in de kercken van Hellu aen die ander sijde ...
Met de schepenzegels van Jan van Herwynen Janssoin en Herman Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 181 (Reg. 234)
16-05-1465. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Ottensoin verkocht heeft aan Jan Heynricssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen...
Met de schepenzegels van Jan van Herwynen Janssoin en Herman Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 181 (Reg. 235)
11-06-1465. Schepenen: Willem van Haeften en Aert Pijecke?
Bijna onleesbaar. Ook zegelen: Heijnrick van Vauderick en Herman Janssoen. Dat is misschien in een ander jaar.
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2963
11-07-1465. Schepenen Jan van Vauderick en Herman Jans soin
Wij Jan van Vauderick ende Herman Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Aernt die Kocke van Opijnen
ende heeft vercoft ende opgedragen voir viiftich pont ... ... die brieve
daer desen tegewoerdigen brieff doirsteken is ende allet tgehaut dier brieve ... Willem
die Kocke erfeliken te besitten Ende Aernt die Kocke verteech op die brieve ...
voirsz ende geloefde daer op doin te vertijen allen die ghene die van siinre wegen daer met recht op vertijen
sollen? ende geloifde oeck te waren van siinre wegen Willem die Kocke voirss. ...
....
... alle voirplicht aff te doen van den selven in alre manieren geliick die hylix...rden daer aff in
houden ende Aernt die Kocke voirsz Willem die Kocke voirsz met joncfrouwe Jannen siine dochter ge
geven heeft In orconde onsen litteren gegeven Int jair ons heren dusent vierhondert viiffendetsestig des
donredachs na sente Mertens dach translacio
Transfix.
Hangt aan: 23-10-1459
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1856-4
1466. Gijsbert de Cock van Nerijnen en Johan van Herwijnen schepenen in Tuil getuigen dat Dirk van Malburg gekocht heeft de goederen van Jan Hendrikse te Haeften.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Ook vermeld in: De Nederlandsche Leeuw, 2011, pag. 10, noot 150.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
1466. Willem van Haeften en Dirck die Roever van Tuijl schepenen in Tuijl
3e van 3 transfixen die blijkens een + voor de aantekening vernietigd zijn. Zie ook 1460 en 1461.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
26-05-1466. Schepenen: Willem van Haeften en Dirck [de Roever?] van Tuel?
Wij Willem van Haeften ende Dirck de Roever? van Tuel{?} scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is meijster
Gherit Neve priester ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont ghever penninge die hij giede dat
hem betaelt siin een hofstat met allen haere potinge ende toebehoren gelegen inden gericht van Haeften tuschen
Jan Mathijs soin aen die een sijde ende Jan Jacops soin aen die ander sijde streckende van den weerganc{?} ...
.....joncfrouwe Jan van Heeswiick in enen eijgendom met thiins ...
.... erfeliken te besitten Ende
meijster Gherit Neve priester vorsz verteech op dit guet ...
Plaatselijke slijtage. Zegels af.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1865-1
15-09-1466. Schepenen: Jan van Vauderick en Gherit Scoecke
Wij Jan van Vauderick ende Gherit Scoecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Sander Jans soin ende heeft
vercoft .... enen mergen lants
gelegen inden gericht van Vauderick opten Walcht tuschen Goessen Beernts? soin aen die een sijde ende Jan
...ymbouts soin aen die ander sijde ...
... Ghiisbert die Kocke van Nederijnen in enen eijgendom sonder thiins ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1924
13-11-1466. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Peelt verkocht heeft aan Aernt Jans Nevensoin een huis en hofstad te Wayen in Herwijnen.
Wij Alart van Haeften ende Jan van Vauderick scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Gherit van Peelt
ende heeft vercoft ....
een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen inden gericht van Her-
wijnen tot Waijen tuschen Jan Herberens soin an die overste sijde ende Jacop van Emichoven aen die ne-
derste sijde ...
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Jan van Vauderick.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 227 (Reg. 240)
1467. Acte van lossing door Jan van Tyel aan de commandeur van Tiel van een tins, groot 10 gouden rijnse guldens, gevestigd op een kamp land genaamd De Duitsche kamp in de uiterdijk onder Hemert, voor 100 gouden rijnse guldens.
Wij Alaert van Haeften ende Willem Eessen {Eersten?} soin scepen in Tuel tugen dat Jan van Tijel heeft ge-
loeft heren Johan van Haeften comme...uer des Duijtssen Huijs tot Tijel ....
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 3023
02-06-1467. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ghiisbert van Kreytenborch verkocht heeft aan Gherit van Kreytenborch 2 morgen land in Hellouw.
Transfix.
Aanhangend: 28-12-1468
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 222-1 (Reg. 245)
21-06-1467. Gherit Stoeke [Scoeke] en Willem Eersten zoon, schepenen in Tuel, oorkonden, dat Jan, heer tot Weerdenberch aan Daniel Daniels zoon 8 1/2 morgen land in het gericht van Hyer in Hyerebroeck heeft verkocht. (nr. 56)
NB: Oorspronkelijk. Met de geschonden zegels van de beide oorkonders. Met een transfix dd. 1474 februari 3 (inventarisnummer 60) en een dd. 1564 september 14 (inventarisnummer 161).
Bron: RAG 0510 Diverse Charters
Bron: Overigen
10-11-1467. Schepenen van Tuil oorkonden dat Dirck Willemssoin verkocht heeft aan Jan Ottensoin een kamp land in Herwijnen, geheten Dat Smael Kempken, waarna Jan dit in erfcijns teruggaf aan Dirck voor 2 filippusschild.
Wij Alaert van Haeften ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons co-
men is Dirck Willems soin ende heeft vercoft ...
... enen camp lants gelegen inden gericht van Her-
wijnen geheyten Dat Smael Kempken beneden Wader Stege over den Hoecgrave strecken-
de van der Hoecgrave totten Broecgrave toe tuschen Herberen den bastaert van Haeften
aen die een sijde ende Otte Claes soin aen die ander sijde ...
Met fragment van het schepenzegel van Alaert van Haeften en het schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 164 (Reg. 247)
11-11-1467. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Ottensoin verkocht heeft aan Jan Bruystenssoin ten behoeve van heer Aert van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel ...
Met fragment van het schepenzegel van Alaert van Haeften.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 164 (Reg. 248)
15-12-1467. Schepenen van Tuil oorkonden dat Peter van der Kerck Janssoin verkocht heeft aan Jan Ottensoin 4 hond land in Herwijnen in Eskens Hoeve, waarna Jan dit in erfcijns teruggaf aan Peter voor 1 rijnsgulden.
Wij Jan van Herwijnen Jans soin ende Aernt Pijecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Pe-
ter van der Kerck Jans soin ende heeft vercoft ...
... vier hont lants gelegen in den gericht van Herwijnen in Eskens
Hoeve tuschen Jan Jans soin aen die een sijde ende ende kynder Peters van der Kerck voirsz aen die ander
sijde ....
Met het geschonden schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 159 (Reg. 249)
16-12-1467. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Ottensoin verkocht heeft aan Dirck van Hemert ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Met fragment van het schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin en het geschonden schepenzegel van Aernt Pyecke
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 159 (Reg. 250)
1468. Schepen: Alaert van Haeften
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1468. Schepen: Zweder van Weerdenburch
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1468. Schepenen: Henrik van Tuel en Rutger van Tuel
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1468. Schepenen: Heynrick van Tuyll, Rutger van Tuyll, Heynrick van Wel 2)
2) Mogelijk dezelfde als Heynrich van Tuyll
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
16-01-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gherit Jacopssoin die Brouwer verkocht heeft aan Willem van Herwynen een huis en hofstad in Herwijnen, waarna Willem dit in erfcijns teruggaf aan Gherit voor 3 filippusschild.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel tugen dat
voir ons comen is Gherit Jacops soin die brouwer ende heeft vercoft ...
.... een huijs ende hofstat met allen siinre
tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen inden gericht van Herwijnen tuschen Dirck Sterck
aen die overste sijde ende Jan Dircs soin aen die nederste sijde ....
Met het geschonden schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 165 (Reg. 251)
17-01-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Willem van Herwynen verkocht heeft aan Cornelis Herberenssoin ten behoeve van Aernt van Heerlaer de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Haeften ridder ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel ...
Met het geschonden schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 165 (Reg. 252)
21-01-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jacop Heynricssoin verkocht heeft aan Jan Bruystens 2½ morgen land in Herwijnen binnen Die Merk, waarna Jan dit in erfcijns teruggaf aan Jacop voor 2 filippusschild.
Wij Walraven van Haeften ridder ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons co-
men is Jacop Heijnrics soin ende heeft vercoft ....
... dordenhalven mergen lants gelegen inden gericht van Herwijnen bynnen
die Merck tuschen erfgenaemen Dircs van Brakel ende Mergariet Heijnrics dochter aen de overste sij-
de ende mij Jan van Herwijnen Jans soin voirsz. aen die nederste sijde streckende van der Mercken totten
Myddelsloet toe ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 188 (Reg. 253)
22-01-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Bruystenssoin verkocht heeft aan Goert die Witte ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Haeften ridder ende Jan van Herwijnen Jans soin ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 188 (254)
07-02-1468. Schepenen: Heynrick van Tuel en Ruthger van Tuel
Wij Heynrick van Tuel ende Ruthger van Tuel scepen van Tuel dat Yde wittestich wijf van
Jan Sammels met horen gecoren momber heeft geloeft ende puerlicken om gods wille ...
...
... uut eenen morghen
lants ghelegen int gericht van Hier opten Kuykelre berch geheyten dat eerdnoten lant
tuschen lant sente Jans altaer einden kercken van Opijnen aen die een sijde ende Heijnrick Tengna-
gel aen die ander side ....
.....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 21-22)
17-02-1468. Schepenen: Heijnrick van Tuijll en Rutger van Tuijll
Wij Heijnrick van Tuijll ende Rutger van Tuijll scepen in Tuijll
tughen dat voir ons comen is Hubert Ecerinus soen...
... die Jan van Assels plach to wesen ...
...
des woensdaechs nae sunte
Valentijns dach martelaers
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 51)
11-03-1468. Schepenen: Jan van Vauderick en Rutger van Tuel
            Copie
Wij Jan van Vauderick ende Rutger van Tuel schepen in Tuel tughen dat Hubert die Leeuwe heeft geloeft Wouter van Avesaet tot behoeff joncvrauwe Ysenbeels van Opijck {1} cloosterjoncvrouwe to Zenwijnen thijns twee goude overlensche rijnsche gulden genge ende geve off ander guet payment daervoor in geliker weerden alle jaer ewelicken op Sinte-Peters dach apostels ad Cathedram te betaelen ende te boeren uyt enen uyterweert gelegen in den gericht van Hemert buytendijcks tusschen Dierick Quekel weduwe ende haer kijnderen aen die een zijde ende heren Walraven van Haeften rydder aen die ander zijde welck thijns voirscr. weert sake dat hij alle jaer ewelicken opten voirscr. termijn der betalinge nyet betaelt en waere dan soo sal daer alle daege daernaest comende een maent lanck duerende een peen van eenen alden buddreger genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen welck peen tegader mitten thijns voirscr. joncvrouwe Ysenbeel voirscr. uyten voirscr. lande verhalen sal ende mach wanneer sij nyet langer beyden en wille welck maent als zij omleden were ende den tijns ende peen voirscr. nyet betaelt en weren dan soe soude Hubert die Leeuwe voirscr. daerenteynden vervallen wesen sonder ennich wederseggen van allen recht ende toeseggen dat hij hadde aen den lande voirscr. tot behoeff joncvrouwe Ysenbeels van Opijck voirscr. erffelycken te besitten. Ende Hubert die Leeuwe voirscr. heeft gelooft Wouter van Avesaet tot behoeff joncvrauwe Ysenbeels van Opijck voirscr. den tijns voirscr. ten ewygen daegen te waeren voor allen diegene die ten recht commen willen uyten lande voirscr. beheltelycken nochtans joncvrauwe Ysenbeel voirscr. haere voirwaerden voirscr. Voort soo sijnt voerwaerde dat den tijns voirscr. nae doot joncvrauwe Ysenbeels van Opijck voirscr. mit enen vollen recht erven ende aencommen zal aen die tymmeringe des cloosters van Zenewijnen sonder wederseggen van yemant beheltelycken nochtans Hubert den Leeuwen voirscr. sijnre leven 'trecht dat hij heeft aen den thijns voirscr. Die superscripsi "apostels" loven wij guet. In orkonde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert acht ende tzestich op Sinte-Gregorius-avont pauws.
         Quoad copiam notarius
                   H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 16 (van de kopieën)
1. Spijck?
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 241 (Pag. 260)
15-03-1468. Schepenen: Heijnrick van Wel [1] en Rutger van Tuijll
Wij Heijnrick van Wel {1} ende Rutger van Tuijll scepen
in Tuijll tugen dat voir ons comen is Aeff van Bommell
mit haren gekoiren momber ende heeft vercoft ...
...
... des dijnx-
daechs nae den sonnendach alsmen singt inder heijliger ker-
ken reminiscere
1. Waarschijnlijk een fout in het afschrift, en moet zijn 'van Tuijl'.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 49-50)
27-03-1468. Schepenen: Zweder van Weerdenberch en Jan van Vauderick
             Copie
Wij Zweder van Weerdenberch ende Jan van Vauderick schepen in Tuel tugen dat Arnt Heynricssoen als momber ende wittestich man Maryen sijne huysvrouwen heeft gelooft Wouter van Avesaet tot behoeff jonckfrouwe Ysenbeens van Oppic cloosterjoncfrouwe te Zenwijnen thijns twee goude overlensche rijnsche gulden genge ende geve off ander guet payment daervoir in geliker weerden opten Paesdach naestcomende over een jaer ende daernae alle jaer ewelicken thijns twee goude overlensche rijnsche gulden als voirscr. sijn off payment daervoor als voirscr. is jaerlicx altoos opten Paesdach te betaelen ende te boeren uyt enen huyse ende hoffstadt mit alle sijne timmeringe potinge ende toebehoeren gelegen in den gericht van Hemert aen die Boelingstraet tusschen erffenisse Onser-Liever-Vrouwen altaer in Sente Lambertskercke tot Hemert aen die een zijde ende Aelbert heren Heynricxsoen aen die ander sijde welck thijns voirscr. weert sake dat hij alle jaer ewelicken opten voirscr. termijn der betalinge nyet betaelt en were dan so sal daer alle dage daernaestcomende een peen van twee alde buddregers genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen welck peen tegader mitten thijns voirscr. joncfrouwe Ysenbeen van Oppic voirscr. uyten voirscr. goede verhalen sal ende mach wanneer sij nyet langer beiden en wille. Ende Arnt Heynricksoen als momber ende wittestich man Maryen sijnre huysvrouwe voirscr. heeft gelooft Wouter van Avesaet tot behoeff jonckfrouwe Ysenbeens van Oppic voirscr. den thijns voirscr. ten ewigen dagen te weren voor allen diegene die ten recht comen willen uyten goede voirscr. Voort soo heeft Arnt Heynricxsoen als momber ende wittestich man Maryen sijnre huysvrouwe voirscr. gelooft Wouter van Avesaet tot behoeff joncfrouwe Ysenbeens van Oppic voirscr. dat Goort Johan Gherit ende Wenmer voorkynderen Maryen sijnre huysvrouwe voirscr. vertien sollen voor schepen van Tuel opten thijns voirscr. tot behoeff joncfrouwe Ysenbens van Oppic voirscr. erfelicken te besitten ende dat sij alsdan sullen geloven van hoere wegen alle voorplicht aff te doene van denselven. Voorts so heeft Arnt Heynricxsoen voirscr. geloeft Wouter van Avesaet tot behoeff joncfrouwe Ysenbeens van Oppic voirscr. dat hij bynnen vier jaeren naestcomende lossen sal enen gouden overlensche rijnsche gulden erffelick thijns die de kosterye der kercke van Zenwijnen uyten voirscr. goede heeft aengaende van Paesdach naestcomende ende drye jaer lanck daernaestcomende ende die vertienisse van Goort Johan Gerit ende Wenmer voirscr. sal geschien wanneer sij tot hueren mundigen dagen comen sijn. In oirconde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heren duysent vierhondert acht ende tzestich opten sonnendach als men singht in der Heyliger Kercke Letare Jherusalem.
Opten rugge stont aldus: Den eenen overlenschen rijnsgulden is affgelost van Thonis Tensen van wegen ende als momber Arnt Ariens inhoudt des brieffs. Actum anno twee ende vijftich op saterdach post Conceptionis beate Marie virginis {1} in presentia Joncfrouwe Elizabeth van Werdenborch vrouwe des convents van Zenwijnen joncfrouwe Luyt van Varick suppriorisse ende joffrou Felicitas van Aller ondertekent. Cornelis Arienssen ft
        Daccordt deser copie mit sijnen originaelen besegelden brieff
        attestere ick notaris ondergescreven
                 H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 17 (van de kopieën)
1. Datum 10-12-1552 (zat. na 8 dec.)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 242 (Pag. 261)
29-03-1468. Schepenen: Zweder van Weerdenberch en Rutger van Tuel
Wij Zweder van Weerdenberch ende Rutger van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons co-
men sijn heren Willem Holle priester ende Gerijt Holle sijn broeder ...
.... ende Gijsberts
Willems bastairts soin aen die ander sijde ...
.... meijster Adrien Scoeck priester als kercmeester ...
...
.... dusent vierhondert acht ende tsestich des dinsdaechs nae ons lieven
vrouwen dach annunciationis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 42-43)
05-04-1468. Akte van transport voor schepenen in Tuil door Zegher Heynrickss. aan heer Goert Neven, priester, van een stuk land binnen- en buitendijks, tijnsvrij, met 8 roeden dijk in "die Oplage" in het gericht van Haaften aan de Nyersteghen voor 100 pond. Dinsdag na St. Ambrosius bisschop.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Aernt Pijecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Zegher Heijn-
ricsz soin ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont geve penninge die hij giede dat hem betaelt
siin een stuck lants gelegen inden gericht van Haeften bynnen ende buijten diicks tuschen Ghiisbert Jans soin
ende erfg. Jan Ghiisberts soins aen die aeverste sijde ende erfg. Aenssem Peters soins aen die nederste siide strecken-
de vander Nijer Stegen bynnen diicks totter halver killen toe buijten diicks heren Goert Neven priester in
enen eijgendom sonder thiins ende mit acht roeden diicks gelegen inden gericht voirss in Die Oplaghe tuschen
erfgenaemen Jan Ghiisberts soins aen die een sijde ende erfgenamen Anssem Peters soins aen die ander sijde erfeli-
ken te besitten Ende Zegher Heijnrics soin voirss verteech op dit lant voirss ende geloefde daer op doin te vertijen
allen die ghene die daer mit recht op vertijen sollen ende geloefde oeck te waren heren Goert Neven priester
voirss dit lant voirss jair ende dach als recht is voir allen die ghene die ten recht comen willen ende alle voir-
plicht aff te doin vanden selven In oirconde onsen litteren gegeven Int jair ons heren dusent vierhondert acht ende
tsestich des dinxdachs na sunte Ambrosius dach byscops
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 163
26-04-1468. Schepenen: Jan van Vauderick en Heynrick van Tuijll
Wij Jan van Vauderick ende Heijnrick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat Jan van Waijen
heefft geloeft heren Ghijsbert Loijen priester als heijlige geestmeijster inder tijt der ta-
felen sheijlichs geests van Zaltbomel tot behoeff der tafelen sheijlichs geests van Zaltbo-
mell voirss. thijns twee gouden overlensche rijnsche gulden tweintich w... Burgunsche
stuvers voir den rijnsche gulden voirss. gerekent genge ende geve off ander guet paijment
daer voer in geliker werden alle jair ewelicken opten Paesdach te betalen ende te boeren uijt
drie mergen ende twee hont lants gelegen inden gericht van Hijer beneden den Hellensche?
wech tuschen Jan van Waijen voirss. aen die een sijde die tijmmeringe der kercken van
Hijer ende dat cloester van Marijen weerd aen die ander sijde Ende dat Jan van Waijen voirss.
heefft geloefft heren Ghijsbert Loijen priester als heijlige geestmeijster tot behoeff der
tafelen sheijlichs geests van Zaltboemell voirss den thijns voirss ten ewigen dagen te
waren voir allen die gene die ten recht komen willen uijten landt voirss. In orkonde
onsen litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende tsestich des
dijnxdaechs na beloken paesdach
Klik om een foto of scan te zien: Microfilm  
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (Pag. 225)
03-05-1468. Schepenen: Allairt van Haiften en Willem Erstensz
Wij Allairt van Haiften ende Willem Erstensz scepen in Tuel tugen dat voir ons
comen is Rolof Hubertsz ende heeft vercoft ....
.... elefthalf honlants {hont lants} gelegen inden gerichte van Ne-
derinen opten Endenbeck die heer van Weerdenberch ain die een sijde naist lantgelegen
ende Derick Jansz wijf mit horen kinderen ain die ander side {1} Eerst Willemsz in een eijgen-
dom ...
... des dinxda-
ges na sinte Philleps ende Jacops dach der heiliger apostelen
1. Zie anno 8-9-1482.
Transfix bij 14-9-1481.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 51-52)
03-05-1468. Schepenen: Alaert van Haeften en Willem Erstensoen
Wij Alaert van Haeften ende Willem Erstensoen scepen in Tuel tugen
dat voir ons komen is Roeloff Hubertsoins ende heeft vercoft ende opge-
dragen voer vijftich pont gever penningen die hij ghiede dat hem betaelt
sijn elftehalff hont lants gelegen inden gericht van Nederijnen op den Enden-
beck / die heer van Weerdenberch aen die een sijde naest lantgelegen ende Dirck
Janss soens wijff mit horen kijnderen aen die ander sijde {1} / Eerst Willemssoen
in eenen eijgendom ...
... des dinxdaiges nae sunte Philips ende
Jacops dach der heiligher apostolen {1468}
1. Zie anno 8-9-1482.
Transfix bij 14-9-1481.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 98-99)
30-06-1468. Afschrift van actes uit 1468 en 1497
Scepen Velde Mesteecker Jan die Vael als mombaer offte
curatoir van Ghijsbertken Thonisdr innocent transpor-
teert literas hyreditaria censuales van twee gouden Wilhelmus Holl.
scilden, voir d’helfft noch? in? w...den geloeft per? Gerit Michielsz aen Ot Pieck
van Beest in dato 1468 des donredaechs post Petri et Pauli {30-6-1468} ende
opgedragen aen Ghijsbertken weduwe Wilhem Marcelisz in dato 1497
den vijfden dach post Gregorij {16-3-1497}. Jan Petersz van Straelen in allodio den 7
Decembris {7-12-1621}
Zie ook Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 179 (Pag. 287).
Bron: Hoge Bank van Tuil (ORA), inv. 1247 (f. 67v)
02-08-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aernt Jans Nevensoin verkocht heeft aan Roeloff van Greensbeeck de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Met het geschonden schepenzegel van Jan van Herwynen Janssoin en fragment van het schepenzegel van Heynrick van Tuel.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 227 (Reg. 261)
04-08-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Roeloff van Greensbeeck [1] verkocht heeft aan Willem van Haeften ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Met de schepenzegels van Jan van Herwynen Janssoin en Heynrick van Tuel.
1. Groensbeeck
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 227 (Reg. 262)
07-08-1468. Schepenen: Willem die Cocke en Willem Eersten soon
      Copie
Wij Willem die Cocke ende Willem Eersten soon scheepenen in Tuijl, tuijgen dat Jan Gerit Hollen soon heeft gelooft Hermen Janssoon tijns dartich witte Philippus Burgoensche stuijvers, genge ende geeve, off ander goet paijement daer voor in gelijcker weerden, alle jaer eeuwelicken op Ste. Mertens dach inde wynter te betalen, ende te beuren uijt eenen huijse ende hoffstadt met alle sijnre timmeringe pootinge ende toebehooren, geleegen inden gerichte van Nederijnen, geheeten die Hooge Straet tusschen Hermen Jansz voorsz. ende Willem Gherits soon aenden eenen sijde, Hermen Jansz ende Aernt Hack aenden ander sijde, welcks thins voorschreven weer saecke dat hij alle jaer eeuwelicken opten voorss. termijn der betalinge niet betaelt en waer soe sall die alle daechs daer naestcoomende den peen van eenen Vleemschen cleijcken geever penningh opten voorschreeven thins wassen ende gaen, welcke peen te gader metten voorss. thins Hermen Janssoon voorss. uijtten voorschreven goede verhalen sall ende mach, wanneer hij niet langer beijden en will. Ende Jan Gerit Hollen soon voorss, heeft gelooft Hermen Janssoon voorschreven den thins voorschreven, ten eeuwigen dagen te waren van allen die geene die ten recht coomen willen, uijten goede voorss.. In oirconde onse letteren gegeeven int jaer ons heeren duijsent vier honder acht ende t’sestich des sonnendachs nae Ste. Peeters dach ad apostels ad vincula, was gesegelt met een seegel in groene wasse ongeraseert ende deursteecken t’naevolgende transport, luijdende
{zie de transfix}
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Aanhangend: 28-04-1538
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 7)
29-11-1468. Acten van eigendomsoverdracht ten behoeve van de commanderij van Tiel van land in de eninge van Tuel onder Hemert, gerechtelijk verkocht wegens achterstallige schulden.
Wij Heijnrick van Tuel ende Rutger van Tuel scepen in Tuel tuijgen dat wij daer over gheweest hebben daer
na onsen vondenisse Jan van Tyel als reyntmeister inder tijt des commeluers ende der heren vanden Duijtscen Huij-
se tot Tyel na ingehout siinre scepene brieve ingeset is overmits den gesworen richter ons heren van Gelre
in Tyelreweert tot allen recht in alle guets Noye Coenraerts soins dat gelegen is inder eninge van Tuel
ende inden gericht van Hemert inden yrsten in tsestedeel van viiftien mergen lants also groot ende also
cleyn ... tusschen Wemmer Otten soin aen die een
sijde boven ende erfg. Jans van Hesel aen die ander sijde beneden ....
... Item in een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende ... inden
gericht voirsz. ... etc ...
... ende metten anderen eijnde op
Maes Lotthems soin Item in twe mergen lants gelegen aldaer opten Stener tuschen erfg. Dircs van
Weerdenberch aen die oeverste sijde ende lant eens altaers inder kercken van Est aen die nederste sijde Item
in acht hont lants gelegen aldaer opten Parrick tuschen Heijnrick den Wijsen aen die oeverste sijde ende
erfg. Dircs van Weerdenberch voirsz. aen die nederste sijde Item in seven hont lants met sijnen toebehoeren
gelegen aldaer tuschen Jan? ...ynge aen die oeverste sijde ende Willem van Heze aen die nederste sijde ...
.... etc .... Wellick lant ende guet voirsz Roeloff van Groensbeeck
vercoft heeft Jan van Tyel als reyntmeister tot behoeff des commeluers ende der heren vanden Duijtscen
Huijse voirsz. geliick die scepen brieve van Tuel ...
... etc ...
... In orconde onsen letteren gegeven int jaer ons heren
dusent vierhondert acht ende tsestich op sente Andries avont apostels
Met het zegel van Rutger van Tuel.
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2874-0.13
05-12-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aernt Jacopssoin verkocht heeft aan Alaert van Haeften een huis en hofstad in Herwijnen te Waden, waarna Alaert dit in erfcijns teruggaf aan Aernt voor 3 filippusschild.
zegels af.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir
ons comen is Aernt Jacops soin ende heeft vercoft ...
... een huijs ende hofstat met all siinre tymmeringe potin-
ge ende toebehoeren gelegen in den gericht van Herwijnen to Waden tuschen Offraen Offraens soin
aen die een sijde ende erfg. Goert Goerts soins aen die ander sijde ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 185 (Reg. 263)
06-12-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Alaert van Haeften verkocht heeft aan heer Bartout Claessoin, priester, ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Jan van Herwijnen Jans soin scepen in Tuel ...
Zegels af.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 185 (Reg. 264)
21-12-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gherit Jacopssoin verkocht heeft aan Ghiisbert Bruystenssoin een akker land in Herwijnen tot Buytenberch, waarna Ghiisbert deze teruggaf aan Gherit voor een cijns van 3 filippusschild
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Gherit
Jacops soin ende heeft vercoft .....
... enen acker lants mit allen siinre potinge gelegen inden gericht van Herwijnen
tot Buijtenborch ..... tuschen erfenisse onser
liever vrouwen altaer inder kercken van Herwijnen aen die een sijde ende Claes Mylden? soin aen die
ander sijde ...
Met het schepenzegel van Alaert van Haeften en het geschonden schepenzegel van Herberen van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 207 (Reg. 265)
22-12-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ghiisbert Bruystenssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte die door deze akte gestoken is.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Vuern scepen in Tuel ...
Met fragment van het schepenzegel van Herberen van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 207 (Reg. 266)
28-12-1468. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gherit van Kreytenborch verkocht heeft aan Otte Ottensoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel ...
....
..... gegeven int jair ons heren dusent vierhondert negenendetsestich des donredachs na den heyligen Korsdach
Met fragment van het schepenzegel van Herberen van Asperen ende van Vuern.
Datum: aanvankelijk foutief gedateerd in 1469, maar vanwege het gebruik van de Kerststijl moet het een jaar eerder zijn.
Transfix.
Hangt aan: 02-06-1467
Aanhangend: 29-03-1476
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 222-2 (Reg. 294)
22-01-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Matheus Haeck verkocht heeft aan Ghiisbert Bruystenssoin 9½ hond land in Herwijnen in Jans Camp van Wel aan Die Mercke, waarna Ghiisbert dit in erfcijns teruggaf aan Matheus voor 2 filippusschild.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons
comen is Matheus Haeck ende heeft vercoft ....
... tijendalf hont lants gelegen inden gericht van Herwij-
nen in Jans Camp van Wel aend die Mercke streckende van den Myddelsloet totter Mercken toe
tuschen Aernt Jans soin aen die overste sijde ende Angnes Peters aen die nederste sijde Ghijsbert
Bruijstens soin in enen eijgendom ....
Met fragmenten van de schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 173 (Reg. 267)
23-01-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ghiisbert Bruystenssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Met het geschonden schepenzegel van Alaert van Haeften en fragment van het schepenzegel van Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 173 (Reg. 268)
03-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Willem Mathyssoin verkocht heeft aan Ghiisbert Willemssoin een huis en hofstad in Hellouw, waarna Ghiisbert dit in erfcijns teruggaf aan Willem voor 2 filippusschild.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Willem Mathijs soin ende heeft vercoft ....
... een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen
inden gericht van Hellu streckende van der straten totter halver kyllen toe tuschen Jan Daniels {Dammels?} soin
aen die een sijde ende Beelen wittestich wiiff was Jan Mathijs soins aen die ander sijde ...
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 186 (Reg. 269)
04-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ghiisbert Willemssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 186 (Reg. 270)
12-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Adryaen Aertssoin verkocht heeft aan Aernt Heymericssoin een huis en hofstad in Herwijnen, waarna Aernt dit in erfcijns teruggaf aan Adryaen voor 1 rijnsgulden.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Adryaen Aerts soin ende heeft vercoft ....
... een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende toebehoe-
ren gelegen in den gericht van Herwijnen streckende van den diick tot Aleijt Roeloffs hofstat toe
tuschen Roeloff Gherits soin aen die overste sijde ende Jan Sterck aen die nederste sijde ....
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 195 (Reg. 271)
13-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aert Heymericssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Arnt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 195 (Reg. 272)
14-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Steeskenssoin verkocht heeft aan Aernt Heymericssoin 1½ morgen land in Herwijnen over Die Mercke in Corstynen Hoeve, waarna Aernt dit in erfcijns teruggaf aan Jan voor 2 filippusschild.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Jan Steeskens soin ende heeft vercoft ...
... anderhalven mergen lants gelegen inden gericht van Herwijnen over die Mercke in
Corstijnen Hoeve streckende vander Mercken totten gericht van Asperen met Mathijs van Putte {?} in enen
camp gelegen tuschen Ghiisbert Willems soin aen die overste sijde ende erfg. Dircs van Brakel aen die
nederste sijde ....
Met het geschonden schepenzegel van Alaert van Haeften
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 198 (Reg. 273)
15-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aernt Heymericssoin verkocht heeft aan Aernt Jacopssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel ...
Met het geschonden schepenzegel van Alaert van Haeften.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 198 (Reg. 274)
19-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aert Neve [1] verkocht heeft aan Jan Jan Pouwelssoins soin 5½ hond in Herwijnen 'after wayen', waarna Jan dit in erfcijns teruggaf aan Aert voor 3 filippusschild.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Aert
Noie {1} ende heeft vercoft .... sestalff
hont lants also groet ende also cleijn als sij gelegen siin inden gericht van Herwijnen after Wayen streckende van
Jan Jan Steeskens soins soins hofstat totten Hoecgrave{?} toe tuschen Elysabeth Bernts weduwe aen die oeverste sijde
ende Dirc Reijers soin aen die nederste sijde ....
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
1. De lezing verschilt.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 200 (Reg. 276)
20-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Jan Pouwelssoins soin verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 200 (Reg. 277)
24-02-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan Spyerinck verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, 1 morgen land in Herwijnen in Spaens Hoeve over Die Broecgrave, met 1 roede dijk.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Jan Spyerinck ende heeft
vercoft ... enen mergen lants gelegen in den
gericht van Herwijnen in Spaens Hoeve over den Broecgrave streckende van den Broecgrave totten Myddelsloet toe tuschen
heren Aernt van Herlaer rydder aen die een sijde ende Aernt van Drakenborch aen die ander sijde ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 220 (Reg. 278)
24-03-1469. Schepenen: Jan van Vauderick en Rutger van Tuel
Wij Jan van Vauderick ende Rutger van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is heren
Jan van Haeften als comenleur {commandeur} inder tiit der heren vanden Duijtscenhuijse tot Tijel ende heeft vercoft ...
...... in dat Roesendael gelegen ...
.... tuschen ...t Otten soin aen die oeverste sijde ende erfg.
Jans van Hesel aen die nederste sijde ....
.... tusschen Heijnrick die Wijse
aen die oeverste sijde ende erfg. Dircs van Weerdenberch aen die nederste sijde welke erfenisse
Jan van Tijel als reijntmeister des commeleurs? voirss. met allen rechte ...
...
... int jair ons heren dusent vierhondertnegenendetsestich
des vridachs na den sonnendach alsmen singt in der heijliger kercken Judica
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-5 (6)
26-03-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Willem Aertssoin verkocht heeft aan Aernt Heymericssoin 2 morgen land in Herwijnen in Der Vrouwen Camp van Wyfelic aan Die Mercke, waarna Aernt dit aan Willem in erfcijns teruggaf voor 1¼ rijnsgulden en voor de erfcijns die er al op rustte aan heer Aernt van Heerlaar, ridder.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Willem
Aerts soin ende heeft vercoft ...
twee mergen lnts gelegen inden gericht van Herwijnen inder Vrouwen Camp van Wyselic aen die Mercke
streckende van den Myddelsloet totter Mercken toe tuschen Aernt van Drakenborch aen die oeverste sijde ende erf-
genaemen Aernt Willems soins aen die nederste sijde ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 199 (Reg. 279)
27-03-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aernt Heymericssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen van Vuern scepen in Tuel ....
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 199 (Reg. 280)
28-03-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat de broeders Esken en Hubert Janssoin verkocht hebben aan Claes van Haeften 7 hond land in Herwijnen in Den Jachcamp aan Die Mercke, waarna Claes dit in erfcijns teruggaf aan Esken en Hubert voor 1 rijnsgulden.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tuijgen dat voir ons comen siin Esken
Jans soin ende Hubert Jans soin gebrueders ende hebben vercoft ...
... seven hont lants gelegen in den gerichte van Herwijnen inden Jachcamp aen die Mercke aen die ne-
derste sijde streckende van der Mercken totten Myddelsloet toe tuschen Ghiisbert die Heelt {Heelc?} aen die overste sijde ende dat ca-
pittel van Haeften aen die nederste sijde ..... Claes van Haeften
in enen eijgendom sonder thiins ende sonder diick erfeliken te besitten ...
Met het schepenzegel van Walraven van Haeften, ridder, en het geschonden schepenzegel van Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 160 (Reg. 281)
29-03-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Claes van Haeften verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Claes
van Haeften ende heeft vercoft ...
Met het schepenzegel van Walraven van Haeften, ridder, en het geschonden schepenzegel van Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 169 (Reg. 281)
15-04-1469. Schepenen: Willem die Kocke en Willem Eernstensoin
Wij Willem die Kocke ende Willem Eernstensoin scepen in Tuel tugen
dat voer ons comen is Frederick die Kocke ende heeft vercoft ende opgedragen voir
twee hondert pont ... een huijs
ende hofstat met allen sijnre tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen inden
ghericht van Nederijnen tuschen mij Willem die Kocke vurss. Willem die
Kocke bastaert ende die gemeijn straet alomme gelegen heren Adriaen Scoeck priester
pastoer der kercken van Nederijnen in eenen eijgendom ...
....
Voirt hebben ick Willem die Kocke vurss. ende Ghijsbert die Kocke
ghebrueders vertegen op dit guet vurss. tot behoef heren Adriaen Scoecken priesters
vurss. erffeliken te besitten ...
.... des anderen daechs nae sunte
Tiburcius ende sente Valerijaens dach martelairen
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 120-121)
21-04-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jacop Heynrics verkocht heeft aan heer Bartout Claessoin, priester, een kamp land in Herwijnen binnen Die Mercken, waarna Bartout het aan Jacob in erfcijns teruggaf voor 2 filippusschild, te betalen aan heer Aernt van Herlaer, ridder.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Jacop Heyn-
rics soin ende heeft vercoft ....
enen camp lants gelegen inden gericht van Herwijnen bynnen der Mercken streckende van den Myddelsloet totter
Mercken toe tuschen Margariet Heynrics dochter aen die overste sijde ende Jan van Herwijnen Jans soin aen die neder-
ste sijde heren Bartout Claes soin priester in enen eijgendom ...
Met fragment van het schepenzegel van Alart van Haeften en het geschonden schepenzegel van Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 196 (Reg. 284)
22-04-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat heer Bartout Claessoin, priester, verkocht heeft aan Jacop Heynrics de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel ..
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 196 (Reg. 285)
03-06-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Joest van der Eelst verkocht heeft aan Steven Dircssoin 13 hond land in Haaften in Die Oplaghe en een huis en 2 hofsteden daar, waarna Steven dit in erfcijns teruggaf aan Joest voor 10 rijnsgulden.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Alaert van Haeften scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Joest van der
Eelst ende heeft vercoft ..... der-
tyen hont lants gelegen inden gericht van Haeften in die Oplaghe tuschen erfenisse onser Liever Vrouwen altaer
inder kercken van Tuel aen die een sijde ende Dirck Corstyaens soin aen die ander sijde Item viiff hont lants gelegen
aldaer opten Aldsten Wech tuschen Claes Aernts soin aen die een sijde ende Herberen wittestich wiiff was Offraen
Lantmeters aen die ander sijde Item een hofstat gelegen aldaer bynnen ende buyten diicks tuschen Jan die Berte/Vette? aen
die een sijde ende Willem Mathijs soin aen die ander sijde Item noch een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe
potinge ende toebehoeren gelegen inden gericht voirsz buijten diicks tuschen Aernt Jans soin aen die een sijde ende
die gemeijnt tot Haeften aen die ander sijde ....
.... Steven Dircs soin in enen eijgendom ...
Met de geschonden schepenzegels van Walraven van Haeften, ridder, en Alaert van Haeften.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 178 (Reg. 287)
04-06-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Steven Dircssoin verkocht heeft aan Adam van de Eelst ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Alaert van Haeften scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Steven Dircs
soin ....
Met de geschonden schepenzegels van Walraven van Haeften, ridder, en Alaert van Haeften.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 178 (Reg. 288)
19-07-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Willem Janssoin verkocht heeft aan Aernt Heymericssoin een huis en hofstad in Haaften en een half 'styppe blauwe waters' daar, waarna Aernt dit in erfcijns teruggaf aan Willem voor 1½ rijnsgulden.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Alaert van Haeften scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Willem Jans soin ende heeft vercoft ...
... een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende toebe-
hoeren gelegen inden gericht van Haeften streckende vanden diick tot Heijnrick Otten soins
lande toe tuschen Bruijsten Jacops soin aen die een sijde ende Elysabet Wylden aen die ander sijde
Item een halff styppe blauwe waters geliick Willem Jans soin voirss. dat beseten ende be...yst heeft
ende tegen Steesken Jans soin gecoft heeft inden gericht voirss. gelegen Aernt Heijmerics soin in enen
eijgendom ...
Zegels af.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 180 (Reg. 289)
20-07-1469. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aernt Heymericssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Walraven van Haeften rydder ende Alaert van Haeften scepen in Tuel ...
Zegels af.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 180 (Reg. 290)
21-07-1469. Schepenen: Jan van Vauderick en Rutger van Tuel
Wy Jan van Vauderick ende Rutger van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is meyster Heynrick Lotthemssoin pastor to Boxtel ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penninge die hy giede dat hem betaelt sijn acht hont lants gelegen in den gericht van Hemert in die Langhe Herp tuschen die heren van den Duytsten Huyse tot Tyel aen die een syde ende Alaert Heynricssoin aen die ander·syde Wouter van Avesaet tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen in enen eygendom sonder thijns ende sonder dijck erfeliken te besitten. Ende meyster Heynrick Lotthemssoin pastor voirscr. verteech op dit lant voirscr. ende geloefde daerop doin te vertyen allen dieghene die daer met recht op vertyen sollen ende geloefde oeck te waren Wouter van Avesaet tot behoeff der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen voirscr. dit lant voirscr. jair ende dach als recht is voir allen dieghene die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doin van denselven. In orconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende tsestich op sente-Maryen-Magdalenenavont.

(in dorso) nr. 110
te Hemert in die Herp
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 172 (Pag. 262)
31-08-1469. Schepenen: Jan van Vauderick en Rutger van Tuel
         Copia {1}
Wij Jan van Vauderick ende Rutger van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is jonckfrouwe Aleytden {2} Zoelen pryerinne des cloesters van Zenwijnen van wegen des gemeyns convents des cloesters van Zenwijnen voirscr. ende heeft uytgegeven sestalf hont ende elff roeden lants gelegen in den gericht van Hemert op die Langher tuschen erffenisse der kercke van Hemert ende Engbert Heynricssoin; item acht hont lants gelegen aldaer in die Lange Harp tuschen die Heeren van den Duytsen Huyse tot Tyel aen die een zijde ende Alaert Heynricszoen aen die ander zijde Rutger Heynricssoin in eenen jaerlicxschen erfthijns te besitten voir twee gouden gwilhelmus {3} hollantsche schilde genge ende geve off ander guet payment daervoer in geliker weerden alle jaer eweliken op Sente-Martensdach in den wynter tot eenen thijnsrecht te betalen welck thijns voirscr. weert sake dat hij alle jaer ewelyken opten voirscr. termijne der betalinge nyet betaelt en were dan soe sal daer alle dage daernaest comende een peen van eenen vlemscher plecken gever penninghen opten voirscr. thijns wassen ende gaen welcke peen tegader metten thijns voirscr. die reynmeyster der jonckfrouwen voirscr. altoes in der tijt wesende uyten voirscr. lande bethalen sal ende mach wanneer hij nyet langer beyden en wille. Ende joncfrouwe Aleyt van Zoelen pryerinne van wegen des gemeyns convents des cloesters van Zenwijnen voirscr. heeft geloeft Rutger Henricssoen voirscr. dit lant voirscr. ten ewygen daghen te waren voir allen diegene die ten recht comen willen vor den thijns voirscr. In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tsestich des donredaighs nae Sente-Jans-Baptistendach Decollacionis.
          Accordeert mette originale brieven quod attestor
                        G. Ruys
1. Dit schijnt zowel inv. 262 als 263 te zijn. Dus 2 inventarisstukken?
2. Aleyt van ?
3. typefout?
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 262 (Pag. 263)
29-11-1469. Schepenen: Rutger van Tuijll en Willem Eerstensoen
Wij Rutger van Tuijll ende Willem Eerstensoen scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is
Willem van Herwijnen ende heefft vertegen opten brieff daer dese tegenwoirdigen brieff
doersteken is ende op alle tgehaut ... tot behoeff Peters
wittestich wijff was Jans van Herwijnen erffelicken te besitten ...
... dusent vierhondert negen ende tsestich op sente Andries avont
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1870-2
1470. Heinrick van Tuill en Willem Eerstenzoon schepenen in Tuil, 1570.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Het jaartal is fout genoteerd door Spaen.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
30-01-1470. Schepenen: Willem die Kocke en Heijnrick van Tuel
Wij Willem die Kocke {1} ende Heijnrick van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Mergariet echte huijsvrouwe was Gherit Holle Feijen met haren gecoren momber ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont ... een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe .... inden gericht van Nederijnen tuschen erfenisse sente Peters altaer inder kercken van Nederijnen aen die een sijde ende erfenisse sente Jans evangelisten altaer inder selver kercken aen die ander sijde Ghiisbert die Kocke van Nederijnen in enen eijgendom .... Ende Mergariet met haren gecoren momber voirsz verteech op dit lant ende guet ...
Doe dit gesciet was Ghijsbert die Kocke voirsz gaff weder Mergarieten voirsz dit lant ende guet voirsz in enen jairlixschen erfthiins ...
1. zegelt als de Cock van Neerijnen
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 562-1
02-03-1470. Schepenen: Heynrick van Tuel en Dirck van Hemert
1470 maart 2 Copie
Wij Heynrick van Tuel ende Dirck van Hemert schepen in Tuel tugen dat voor ons comen is Arndt die Kocke van Oppijnen ende heeft vercovht {1} ende opgedraegen voor vijftich pont gever penninghen die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doorsteken is ende allet tgehout des brieffs als daerin geschreven steet Heynrick bastaertsoen Arnts Kocks van Oppijnen tot behoeff der priorinnen ende gemeyns convents der joncfrauwen van Zenwijnen erffelycken te besitten. Ende Arnt die Kocke van Oppijnen voirscr. verteech opten brieff ende op tgehout des brieffs voirscr ende geloeffde daerop doen te vertijen allen diegene die van sijnre wegen daer mit recht op vertijen sellen ende geloeffde oyck te weren van sijnre wegen Henrick den bastaert tot behoeff der priorinne ende gemeyns convents der jonckvrauwen van Zenwijnen voirscr. den brieff ende tgehauwt des brieffs voirscr. jaer ende dach als recht is voor allen dieghene die ten recht commen willen ende van sijnre wegen alle voorplicht aff te doen van denselve. In orkonde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tzeventic des dynxdaeghs nae Sinte-Mathijsdach apostels.
     Accordeert mitten originaelen besegelden brieff quod attestor
              H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 5 (van de kopieën)
1. typefout?
Transfix.
Hangt aan: 02-01-1448
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 229-2 (Pag. 265)
10-04-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aelbert van den Veen verkocht heeft aan Jan van Herwynen Janssoin 3 morgen in Herwijnen in Roeloff Hoeve binnendijks, waarna Jan het in erfcijns teruggegeven heeft aan Aelbert voor 1 rijnsgulden.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Aelbert van den Veen ende heeft vercoft ...
... drie mergen lants gelegen inden gericht van Herwijnen in Roeloff Hoeve? bynnen ...?
den Broecgrave tuschen den heijligen gheest tot Herwijnen aen die een sijde ende erfg. Goert Troests? aen
die ander sijde Jan van Herwijnen Jans soin in enen eijgendom ...
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 204 (Reg. 295)
11-04-1470.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel ...
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Herberen van Asperen ende van Vuern.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 204 (Reg. 296)
23-04-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Beel, weduwe van Jan Mathyssoin, verkocht heeft aan Cornelis Herberenssoin 10 hond land in Hellouw, waarna Cornelis dit aan Beel in erfcijns teruggaf voor 1½ rijnsgulden.
Wij Alaert van Haeften ende Dirck van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Beel
wittestich wiif was Jan Mathijs soins met horen gecoren momber ende heeft vercoft ...
... tyen hont lants ge-
legen inden gericht van Hellu tuschen Aernt Mathijs soin aen die een sijde ende Otten Wolff aen
die ander sijde Cornelis Herberens soin in enen eijgendom ....
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Dirck van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 170 (Reg. 297)
24-04-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Cornelis Herberenssoin verkocht heeft aan Ghiisbert van Haeften Ottensoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte is bevestigd.
Wij Alaert van Haeften ende Dirck van Hemert scepen in Tuel tugen ....
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Dirck van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 170 (Reg. 298)
08-05-1470. Schepenen: Heijnrick van Tuel en Willem Eersten soin
Wij Heijnrick van Tuel ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
siin Jan Huijsman als momber ende wittestich man Beatrijsen siinre huijsvrouwen ende Aernt
Jacops soin als momber ende wittestich man Adrijaens siinre huijsvrouwen ende hebben vertegen
opten brieff ... ... tot behoeff Peters ende Mergarieten kynder Jan Peters soins
erfeliken te besitten Ende Jan Huijsman? als momber ende wittestich man Beatrijsen ....
...Voirt so
heeft Aernt Jacops soin vorsz geloeft Peter ende Mergarieten vorsz dat Hadewich dochter
Aernt Jacops soins vorsz met haren gecoren momber vertijen sal voir scepen van Tuel wan-
neer sij tot haren mundigen daghen comen is ...
... dusent vierhondert ende tseventich des dinxdachs na sente
Jans dach ante portam latynam
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1864-2
08-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aernt Peterssoin verkocht heeft aan Gerit Goertssoin 5 hond land in Herwijnen in Den Jachcamp over Den Afterwech, waarna Gerit dit in erfcijns teruggaf aan Aernt voor 1 rijnsgulden.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Aernt Peters soin ende heeft vercoft ....
.... viiff hont lants gelegen inden gericht van Herwijnen inden Jachcamp
over den Afterwech met siinre potinge ende toebehoeren geliick sij daer gelegen siin tuschen Ghe-
rit die Heelt aen die overste sijde ende Jan Herberens soin aen die nederste sijde Gherit Goerts
soin in enen eijgendom ....
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 193 (Reg. 299)
09-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit Goertssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Herberen van Asperen ende van Vuern scepen in Tuel ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 193 (Reg. 300)
22-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Coenraert Willemssoin verkocht heeft aan heer Aert die Cocke, priester, een huis en hofstad in Haaften en ½ morgen land, waarna Aert dit aan Coenraert in erfcijns teruggaf voor 2 rijnsgulden.
Wij Alart van Haeften ende Henrick van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Coenraert Willems soin ende
heeft vercoft ...
een huijs ende hofstat met allen siinre tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen inden gericht van Haeften
tuschen Andryes Jacops soin aen die een sijde ende Corstijnen wittestich wiiff was Willems van Haeften
ende erfgenamen Willems van Haeften aen die ander sijde Item enen halven mergen lants gelegen al
daer tuschen dat capittel van Haeften aen die een sijde ende Elysabet Ghiisbert Wessels soins wiiff
was aen die ander sijde heren Aernt die Kocke priester in enen eijgendom ...
Met de geschonden schepenzegels van Alart van Haeften en Henrick van Tuel.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 163 (Reg. 302)
23-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat heer Aert die Cocke, priester, verkocht heeft aan Roeloff van Groensbeeck ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte is bevestigd.
Met het geschonden schepenzegel van Alart van Haeften en het schepenzegel van Henrick van Tuel.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 163 (Reg. 303)
24-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Corstiin, weduwe van Willem van Haeften, verkocht heeft aan Peter Holle een stuk land in Hellouw, geheten Den Hoevel, waarna Peter dit in erfcijns teruggaf aan Corstiin voor 3 rijnsgulden.
Wij Willem die Kocke ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Corstiin wittestich
wiiff was Willems van Haeften met haren gecoren momber ende heeft vercoft ....
... een stuck lants gelegen inden gericht
van Hellu geheyten Den Hoevel tuschen Ghiisbert van Kreytenborch aen die een sijde ende erfg. Gherits van
Kreytenborch aen die ander sijde .... Peter Hollen in
enen eijgendom ...
Met de geschonden schepenzegels van Willem die Kocke en Willem Eerstensoin
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 161 (Reg. 304)
25-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Peter Holle verkocht heeft aan Adam van der Eelst ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Willem die Kocke ende Willem Ersten soin scepen in Tuel ...
Met het geschonden schepenzegel van Willem Eerstensoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 161 (Reg. 305)
26-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Joest van den Elst verkocht heeft aan Adaem van den Elst een huis en hofstad in Haaften aan de dijk, waarna Adaem dit in erfcijns teruggaf aan Joest voor 4 rijnsgulden.
Wij Aernt Pijecke ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Joest van der Elst
ende heeft vercoft ..
... een huijs ende hofstat met alle siinre tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen inden gericht
van Haeften aen den diick tuschen die gemeijn straet ende die daer met recht lantgelegen siin
Adaem van der Elst in enen eijgendom ....
Met de geschonden schepenzegels van Aernt Pieck en Willem Eerstensoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 176 (Reg. 306)
27-05-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Adam van den Elst verkocht heeft aan Anthonys Gheluck ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Aernt Pijecke ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Adam
van der Elst ...
Met het geschonden schepenzegel van Aernt Pieck.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 176 (Reg. 307)
20-06-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Adam van der Elst beloofd heeft aan Seger Aertssoin ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, hem schadeloos te houden met betrekking tot een stuk dijk in Haaften tegen het huis en de hofstad van Joest van der Elst.
Wij Willem die Kocke ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat Adam vander Elst
heeft geloeft Seger Aerts soin tot behoeff heren Aernt van Heerlaer rydders ten ewygen da-
ghen schadeloes te houden van een stuck diicks gelegen inden gericht van Haeften tegen
huijs ende hofstat Joests vander Elst also breet als die hofstat voirsz. is welck huijs ende
hofstat voirsz. gelegen siin inden gericht voirsz. tuschen die gemeijn straet aen die een sijde
ende meijster Aelbert Posthouwer deken der kercken van Haeften aen die ander sijde ...
Met het geschonden schepenzegel van Willem die Kocke.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 232 (Reg. 308)
25-06-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Steesken van Tyel verkocht heeft aan Dirck Matheussoin 20 hond land in Herwijnen te Butenborch, waarna Dirck het in erfcijns teruggaf aan Steesken voor 2 filippusschild.
Wij Alaert van Haeften ende Dirck van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Steesken van
Tyel ende heeft vercoft ....
twentich hont lants gelegen inden gericht van Herwijnen tot Butenborch streckende van den Afterwech
totten Broecgrave? toe tuschen erfg. Aetserts bastaerts van Leijenborch aen die een sijde ende Adriaen Dircs
soin aen die ander sijde Dirck Matheus soin in enen eigendom ...
Met de schepenzegels van Alaert van Haeften en Dirck van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 205 (Reg. 309)
27-06-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Dirck Matheussoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Dirck van Hemert scepen in Tuel tugen dat ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 205 (Reg. 310)
24-08-1470. Schepenen: Heynrick van Tuijll en Willem Eersten soen
Wij Heijnrick van Tuijll ende Willem Eersten soen scepen in Tuijll tugen dat Jan van Tijell
heefft geloefft Peter echte huijsfrouwe was Jans van Herwijnen thijns drie gouden over-
lensche Rijnsche gulden genge ende geve off ander goet paijment daer voir in gelijcken
weerde alle jair ewelicken op Sente Jacops dach apostels te betalen ende boeren uijten
oeverste? helfft van enen stuck lants gelegen inden gericht van Hesell buijten dijcks
streckende vanden grave aenden dijck totten lopenden stroem toe tusschen Rutger
van Tuijll aen die overste sijde ende erffgenamen Willems van Haefften aen die nederste
sijde welck thijns voerss. weert saecke dat hij alle jair ewelicken opten voirscr. termijn
der betalinge niet betailt en were dan so sall dair alle dage daer naestcomende enen peen
van enen vlemschen cleijken genge ende geve opten voirss. thijns wassen ende gaen. Welcke
peen te gader metten thijns voirss. Peter voirss. uijten voirss. lande verhalen sall ende mach
wanneer zij niet langer beijden en wille. Ende Jan van Tijell voirss. heeft geloefft Peter
echte huijsvrouwe was Jans van Herwinen voirss. den thijns voirss. ten ewigen dagen
te waren voir allen die gene die ten recht komen willen uijten lande voirss. In orconde
onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert ende tseventich opten
vier ende twentichsten dach inder maent van Augusto

Marge:
Item dees ij tijnss
voernd ende brieve?
siin ghelost met consent
scepen ende borghemester
inden jaer aº xv c
ende vijersestich ende siin?
weder? verleit? aen enen
tijns te weten ses caro-
lus jaers op Ot Piecken
heer tot Nijenhove ..helis?
als den scepen brief dat
uut vist
Klik om een foto of scan te zien: Microfilm  
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (Pag. 219)
25-11-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ghiisbert Bruystensoin verkocht heeft aan Dirck Rutgerssoin 3 morgen min 1 hond land in Herwijnen over Die Hoecgrave.
Wij Alaert van Haeften ende Dirck van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Ghiis-
bert Bruijstens soin ende heeft vercoft ...
.... drie mergen myn een hont lants ....
.... inden gericht van Herwijnen over den Hoecgrave streckende vanden Hoecgrave
totten Myddelsloet toe tuschen mij Alaert van Haeften voirsz. aen die een sijde ende Aernt Heijn-
rics soin aen die ander sijde Dirck Rutgers soin in enen eijgendom ...
Met het geschonden schepenzegel van Alaert van Haeften en het schepenzegel van Dirck van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 201 (Reg. 313)
26-11-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Dirck Rutgerssoin verkocht heeft aan Jan die Bastaert van Brakel Dircssoin 3 morgen min 1 hond land in Herwijnen over Die Hoecgrave, waarna Jan dit teruggaf in erfcijns aan Dirck voor 4 rijnsgulden.
Wij Alaert van Haeften ende Dirck van Hemert scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Dirck Rutgers soin ende heeft vercoft ...
... drie mergen myn een hont lants ...
... inden gericht van Herwijnen over den Hoecgrave strecken-
de vanden Hoecgrave totten Myddelsloet toe tuschen mij Alaert van Haeften voirsz. aen die
een sijde ende Aernt Heijnrics soin aen die ander sijde Jan die bastaert van Brakel Dircs
soin in enen eijgendom ...
Met de geschonden schepenzegels van Alaert van Haeften en Dirck van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 202 (Reg. 314)
27-11-1470. Schepenen van Tuil oorkonden dat Jan die Bastaert van Brakel Dircssoin verkocht heeft aan Jan van Herwynen ten behoeve van heer Aernt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alaert van Haeften ende Dirck van Hemert scepen in Tuel tugen...
Met het geschonden schepenzegel van Alaert van Haeften en het schepenzegel van Dirck van Hemert.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 202 (Reg. 315)
04-12-1470. Schepenen: Heijnrick van Tuel en Willem Eerstensz
Wij Heijnrick van Tuel ende Willem Eerstensz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Coenraet Wegge ende heeft vercoft ...
.... ende Gijsbert Willemsz aen die ander sijde ....
.... op sente barbarens dach maghet
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 43)
1471. Schepenen: Jan van Schonauwe en Aernt Pyecke
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1471. Schepenen: Willem van Tuel en Hendrik van Tuel
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1471. Eersten soin (Willem), échevin de Tuel (Tuil), 1471 : une colonne (zuil), posée en bande. L'écu ap-
puyé contre une licorne, accroupie á d., qui le supporte de la gueule (Geld.). [Willem Eerstensoin]
Bron: Sceaux armories des Pays-Bas et des pays avoisinants (Deel 1, pag. 409)
15-01-1471. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ghiisbert Janssoin verkocht heeft aan Aelbert Janssoin 7 hond land in Haaften, geheten Den Waye Camp, en 14 hond in Hellouw, geheten Den Boemelschen Camp, waarna Aelbert dit in erfcijns teruggaf aan Ghiisbert voor 2 rijnsgulden.
Wij Aernt Pijecke ende Jan van Schonauwen scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Ghiisbert
Jans soin ende heeft vercoft ...
... seven hont lants gelegen inden gericht van Haeften geheyten den Waije
Camp tuschen meyster Goert? Neven priester aen die een sijde ende Aernt Mychiels soin aen die ander
sijde Item veertien hont lants gelegen inden gerichte van Hellu geheyten den Boemelschen Camp
tuschen dat cloester van Marijen Weerd aen die een sijde ende Brant Heijnrics soin aen die ander
sijde Aelbert Jans soin in enen eijgendom ...
Met het geschonden schepenzegel van Aernt Pyecke en het schepenzegel van Jan van Schonauwen.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 171 (Reg. 320)
16-01-1471. Schepenen van Tuil oorkonden dat Aelbert Janssoin verkocht heeft aan Eghen Janssoin ten behoeve van heer Arnt van Heerlaer, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Aernt Pijecke ende Jan van Schonauwen scepen in Tuel tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Jan van Schonauwen.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 171 (Reg. 321)
19-02-1471. Schepenen: Jan van Schoenauwen en Aernt Pyecke
Wij Jan van Schonauwen ende Aernt Pyecke scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen
is Eccrijn Reymbouts soin ende heefft vercofft ende opgedragen voir drie hondert pont gever
penninge die hij giede dat hem betaelt sijn acht hont lants gelegen inden gericht
van Hesell opten Paell tusschen Otten Heijnricssoen aen die een sijde ende Jonfrouwe
Beatris Kocks aen die ander sijde. Heren Ghijsbert Loijen priester als heijlige geestmeester
inder tijt der tafelen sheijlichs geests van Zaltboemel tot behoeff der tafelen sheilichs
geests van Zaltboemel voirss. in eenen eijgendom sonder tijns ende sonder dijck erffelicken
te besitten Ende Eccrijn Reymbouts soin voirss. verteech op det lant voirss. ende geloefde
dair op te vertijen allen die gene die daer mit recht op vertijen sullen Ende geloefde
oick te waren heren Ghijsbert Loijen priester als heijlige geestmeijster tot behoeff der
tafelen sheijlichs geests van Zaltbommell voirss det lant voirsz jair ende dach als recht is
voir allen die gene die ten recht komen willen Ende alle voirplicht aff te doen vanden
selven. Doe dat geschiet was heren Ghijsbert Loije priester als heijlige geestmeijster
van wegen der tafelen sheijlichs geests van Saltbomell voirss gaff weder Eccrijn
Reymbouts soin voirss dat lant voirss in enen jaerlixen erffthijns te besitten voir twee
gouden overlensche rijnsche gulden twentich witte boergensche? stuvers voer den rijnsche
gulden voirss gerekent genge ende geve off ander guet payment daer voir in gelijcken
waerden alle jair ewelicken op sente mertens dach inden wynter tot enen thijns ....?
te betalen, Welck thijns voirss weert sake dat hij alle jair ewelicken opten voirss ter-
mijn der betalinge niet betailt en were dan soe sall daer alle dage daer naestcomende
een peen van enen vlemschen cleyken genge ende geve opten voirss thijns wassen ende
gaen Welck peen te gader metten thijns voirss heren Gijsbert Loije priester als
heijlige geestmeijster voirss uijten lande voirss verhalen sall ende mach wanneer hij
niet langer beijden en wille In orkonde onser litteren gegeven int jaer ons Heren
dusent vierhondert een ende tseventich des dijnxdachs na sente Valentijns dach
mertelaers
Klik om een foto of scan te zien: Microfilm   Microfilm (vervolg)  
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (Pag. 219)
13-03-1471. Schepenen: Aernt Pieck Bartholomeusz en Dierick van Hemert
Wij Aernt Pieck Bartholomeusz en Dierick van Hemert scepen in Tuijll tugen dat Johan Hack heefft geloefft
Jacop Tengnagell tot behoeff meister Rutgersz priester tijns twe Rijnsche gulden ....
... uut soeven hont lants ...
... ende komen sall aen Ghoert dochter Jacop Tengnagels voirsz ...
... dusent vierhondert een ende tsoeventich des dijns
dages nae den sonnendach alsmen singt inder heijliger kercken letare Jerusalem
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1910-3
03-04-1471. Schepenen: Jan van Sconauwen en Aernt Pijcke
Wij Jan van Sconauwen ende Aernt Pijcke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is die geswo-
ren bode.... van wegen
Heinrick Heinricsz als kercmeijster inder tijt der tymmeringhe d’kercken van Nederinen Ridder
Gherijtsz of den ghene die mit recht besitter is van vierdenhalve mergen lants ghelegen inden
gericht van Nederinen geheiten die Tyewelen tuschen Willem die Kocke aen die een sijde ende Jan van
Est aen die ander sijde ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 131)
04-04-1471. Schepenen: Jan van Sconauwen en Aernt Pijecke
Wij Jan van Sconauwen ende Aernt Pijecke scepen in Tuel tughen dat voir ons comen
is meijster Adriaen Scoeck priester pastoer ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 132)
01-05-1471. Jan van Schonauwen en Aernt Pyecke, schepenen in Tuel, getuigen, dat Jan die Kocke van Opynen aan Dirck van Tyel beloofd heeft jaarlijks te betalen ten behoeve van jonkvrouw Corstyn dochter van Aernt Kock van Opynen 1), zijn zuster, 16 gouden "overlansche" Rijnsche gulden.
Wy Jan van Schonauwen ende ...
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert een ende tseventich opten yrsten dach inder maent van Meye.
1) Wel dezelfde als Christina van Opijnen, non te Rijnsburg, † 1488.
Bronnen voor de geschiedenis der Abdij Rijnsburg 1140-1620
Nr. 897
Origineel: 's-Gravenhage, Alg. Rijksarchief, RB. 526.
Perk. De zegels ontbreken.
Bron: Overigen
03-11-1471. Schepenen: Jan van Schonauwen en Aernt Pijecke
Wij Jan van Schonauwen ende Aernt Pijecke scepen in Tuel tu-
gen dat Goessen Hac Willems soen heeft geloeft meijster Adrijaen Scoeck pries-
ter als kercmeijster inder tijt ....
..... te boeren uijt acht hont lants gelegen inden gericht van Hijer opten
K’oylaert? / tuschen erfenisse sente Barberens altaer inder kercken van Nederij-
nen aend die en sijde ende joncfr. Beatris Kocks aen die ander sijde ....
.... alle jair eweliken in
den jairgetide Goessen Hacken voirsz ende Hijlweren sijnre huijsvrouwen ...
....
.... jairlix des vierdedaechs van november alst
iairgetide is Hijlweren voirsz ...
.... dat Goessen Hack voirsz afflivich wordt ende dan voirt
aen hoirre beijder jairgetijt te houden op sijnen sterffdach....
.... des anderen daechs nae alre
zijelen dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 113-114)
1472. Schepenen: Walraven van Haeften ridder en Jan van Schonauwen
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1472. Schepenen: Arent Pyeck, Willem Ernstens.
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
12-03-1472. Schepenen: Walraven van Haeften, ridder, en Jan van Sconauwen
Wij Walraven van Haeften ridder ende Jan van Sconauwen scepen in Tuel tugen
dat voir ons comen is Herman Jansz van Bochoven ...
... Heijnrics sijnre huysvrouwen ...
... Opijnen ... tuschen joncfrouwe Beatris Kocs ...
.... Alyt Jans
wijf was van Gyffen ...
.... Gyelis van Bochoven Hermansz ...
....
.... Herman Duls ende Heijlwich
sijn huijsvrouwe ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 44-45)
14-03-1472. Schepenen: Jan van Schonauwen en Willem Eersten soin
Wij Jan van Schonauwen ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat wij daer met
geweest hebben de.... vertijhen? des gesworen richters ons heren van Gelre ...
... onsere kendenisse? Dirck van Beesd ende Jan den Man? te ... ende scheijden
... ghevallen is dat? so in die overste helft van ....
lants geheijten der Grote Roesendael ...
...
... int jair ons heren dusent vierhondert twe ende tseventich des saterdaches
na sunte Gregoriis dach ....
De inventaris zegt: twe ende tnegentich => 17-3-1492, maar dat lijkt een transcriptiefout; ook uit een vergelijking van schepenen en periode blijkt dat het waarschijnlijk 1472 moet zijn.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-8-1 (13)
22-04-1472. Jan van Wije en Willem Eernstenz., schepenen in Thuell, oorkonden dat de gezworen bode van den hertog van Ghelre in Thielreweerdt verklaart, gemaand te hebben, op verzoek van Eerst Willhemz., Huybert Smaelvelt wegens een rente, waarna Jan van Schonouwen en Willem Eerstenz. schepenen in Thuell, verklaren dat Eerst Willemsz. de goederen van Huybert Smaelvelt verkocht heeft aan Roeloff van Groensbeeck.
      Copije
Wij Jan van Wije ende Willem Eernsten
zoon schepenen in Thijell {Tuil} tuijghen dat voir ons
commen es, dije geswooren Bode ons heeren van Ghelre
in Thielreweerdt, ende heeft gheghiet dat hij ghe-
maendt heeft, van weeghen Eerst Willhem zoons,
Huijbert Smaelvelt voirt ghebreecke dat Eerst Willems
zoon voirschreven heeft, van vijer ghouden philippus
bourgoinsche schilden, ende achthalffver stuivers genghe
ende gheve, dije Huijbert Smaelvelt voirschreven Ghoirt
van Heije tot behoeff Eerst Willems zoons voirsz ghe-
looft hadde in eenen schepenen brieffs Bommell ghelijck
als dije inholt dije daer aff ghemaeckt es. Daer nae
tuijghen wij, dat wij daer over gheweest hebben
daer Eerst Willems zoon voirschreeven gherichtelick is
overmits den gheswooren Richter ons heeren van
Ghelren in Thielreweerdt tot allen recht, in allen
ghuedt Huijbert Smaelvelts voirschrevens dat
gheleeghen es inden eninghe Bommel, ende inden
gherichte van Buren voirt ghebreecke des ghelts voirsz
Des vraechden ons dije Richter voirschreven wat dat
Eerst Willems zoon voirsz. mitten voirghenoemden guede
schuldich the doen were, daer op wijssden wij dat men
dat guedt voirschreven bebijeden zall alls recht es, ende
daer nae zoe zult Eerst Willems zoon vercoopen tot
onssen landtrecht. Dijtt gheschiede, int jaere onssen
heeren duijssendt vijer honderdt twee ende tzoeventich
opten twee ende twijntichsten dach der maendt
van Aprille {22-4-1472}. Daer nae wij Jan van Schonouwen
ende Willem Eersten zoon schepenen in Thiell {Tuil}
tuijghen dat voir ons coommen is die gheswo-
ren bode voirschreeven, ...
{zie voor de complete tekst op 2 juni 1472}
Afschrift.
Bron: Huis Ammerzoden, inv. 19 (folio 212)
02-06-1472. Jan van Wije en Willem Eernstenz., schepenen in Thuell, oorkonden dat de gezworen bode van den hertog van Ghelre in Thielreweerdt verklaart, gemaand te hebben, op verzoek van Eerst Willhemz., Huybert Smaelvelt wegens een rente, waarna Jan van Schonouwen en Willem Eerstenz. schepenen in Thuell, verklaren dat Eerst Willemsz. de goederen van Huybert Smaelvelt verkocht heeft aan Roeloff van Groensbeeck.
      Copije
Wij Jan van Wije ende Willem Eernsten
zoon schepenen in Thijell {Tuil} tuijghen dat voir ons
commen es, dije geswooren Bode ons heeren van Ghelre
in Thielreweerdt, ende heeft gheghiet dat hij ghe-
maendt heeft, van weeghen Eerst Willhem zoons,
Huijbert Smaelvelt voirt ghebreecke dat Eerst Willems
zoon voirschreven heeft, van vijer ghouden philippus
bourgoinsche schilden, ende achthalffver stuivers genghe
ende gheve, dije Huijbert Smaelvelt voirschreven Ghoirt
van Heije tot behoeff Eerst Willems zoons voirsz ghe-
looft hadde in eenen schepenen brieffs Bommell ghelijck
als dije inholt dije daer aff ghemaeckt es. Daer nae
tuijghen wij, dat wij daer over gheweest hebben
daer Eerst Willems zoon voirschreeven gherichtelick is
overmits den gheswooren Richter ons heeren van
Ghelren in Thielreweerdt tot allen recht, in allen
ghuedt Huijbert Smaelvelts voirschrevens dat
gheleeghen es inden eninghe Bommel, ende inden
gherichte van Buren voirt ghebreecke des ghelts voirsz
Des vraechden ons dije Richter voirschreven wat dat
Eerst Willems zoon voirsz. mitten voirghenoemden guede
schuldich the doen were, daer op wijssden wij dat men
dat guedt voirschreven bebijeden zall alls recht es, ende
daer nae zoe zult Eerst Willems zoon vercoopen tot
onssen landtrecht. Dijtt gheschiede, int jaere onssen
heeren duijssendt vijer honderdt twee ende tzoeventich
opten twee ende twijntichsten dach der maendt
van Aprille {22-4-1472}. Daer nae wij Jan van Schonouwen
ende Willem Eersten zoon schepenen in Thiell {Tuil}
tuijghen dat voir ons coommen is die gheswo-
ren bode voirschreeven, ende heeft gheghijedt
dat hij beleeden heeft als recht is, drie sonnenda-
ghen te rechter mijsse, tot inde kercke van Buren
alle ghuedts Huijbert Smaelveldts voirschreven
in den ghericht van Buren gheleeghen dat
dat te vercoopen Libere overmits Eerst Willems
zoons summe? voirsz voirt ghebreck des ghelts voirsz.
Daer nae tuijghen wij dat voir ons coommen es
Eerst Willems zoon voirsz ende heeft vercocht
naer allen formen ende manieren ghelijck als onssen
landtrecht eijscht ende wijsdt alle ghuedts
Huijbert Smaelvelts voirschreven inden ghericht
van Buren gheleeghen, ende dat alldaer in
der kercken van Buren verbooden es als recht
is, ende datmen alldair schuldig es, ende
pleeghen the verbijeden, voir thijen schijllinghen
gouwer poenninghen, Roelooff van Groensbeeck
the hebben, ende the besitten. Ende dije richter
voirschreven voirt aens ons vraechden waer dat
Eesrt Willems z. voirsz zijn ghebreecke dat hij hadden
aen Huijbert Smaelvelts voirsz verhaelen zoude, daer
op wij wijsden, dat hij dat verhaelen zall, ende
mach aen beemen?, ende aen schemen? Huijbert Smaelvelt
voirschreven, ende voirts aen alle ghueds dat hij nae-
maels hebben, ende crijghen mach, ten ewijghen da-
ghen, ter tijdt thoe dats hij tzijn heeft, ghelijck
als ons landtrecht eijscht ende wijst. In oorkonden
onssen letteren ghegheven. Int jaer ons heeren
duijssent vijer honderdt twee ende tzoeventich, opten
anderen dach inder maendt van Junio {2-6-1472}. Ende was be-
zeeghelt mitt drije vuijthanghenden zeeghelen in
groenen wasche, ende dubbelen steerten
Afschrift.
NB: Oorspr. met een transfix in 1472 Juni 3 (reg. no. 51c).
Bron: Huis Ammerzoden, inv. 19 (folio 212)
03-06-1472. Jan van Schonauwen en Willhem Eerstenz., schepenen in Thuell, oorkonden dat Roeloff van Groensbeeck de brief van 1472 Juni 2 (reg. no. 51b), waardoor deze gestoken is, heeft overgedragen aan Eerst Willemsz.
          Copije         Transfixe
Wij Jan van Schonauwen ende Willhem Eersten
zoon scheepen in Thuell {Tuil}, tuijghen dat voor
ons coommen es Roeloff van Groensbeeck, ende
heeft vercoft ende opghedraeghen voir thijen
pondt ghever penninghen, dije hij ghijede dat
hem betaelt zijn den brijeff daer deessen tee-
ghenwoordighen brijeff duer ghesteecken is
ende allet ghehoirt des brijeffs, als daer in
gheschreeven staet, vuijtghenoomen dat verhael?
dat in den zelven brijeff gheschreeven steet, Eerst
Willems zoon erffelijcken te besitten Ende
Roeloff van Groensbeeck voirschreeven verteech
opten brijeff, ende opten inhoudt des brijeffs
voirschreeven, tot behoeff Eerst Willems
zoons voirschreeven, ende gelooffden van
zijne weeghen allen voorplicht aff the doen
vanden zelven In oirkonden ons letteren. Ghegeven
int jaer onss heeren duijssent vijer hondert twee
ende tzoeventich opten darden dach vander maendt
in Junio, ende was bhezeeghelt mitt twee
zeegelen in groene wassche vuijthanghende
mitt dubbelen staerten wesende duer den voir-
gaenden brijeff getransfixeert.
Afschrift.
Bron: Huis Ammerzoden, inv. 19 ( folio 214)
16-06-1472. Schepenen: Willem die Kocke en Willem Eersten soin
Wij Willem die Kocke ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Ghiisbert
van Tuel Coenraets soin ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penninge die hij gie-
de dat hem betaelt siin een huijs ende hofstat met allen siinre tymeringe potinge ende toebehoeren gele-
gen inden gericht van Est tuschen die arme? van Nederijnen aen beijden sijden ...
.... meijster Adrijaen Scoeck priester als kercmeijster
inder tiit der kercken van Nederijnen ...
.... dusent vierhondert tweeendetseventich opten sestienden dach inder maent van Junius
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1272-1
30-11-1472. Schepenen: Jan van Schonauwen en Willem die Kocke
Wij Jan van Schonauwen ende Willem die Kocke scepen in Tuel tugen ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-6-1 (7)
09-12-1472.
Wij Aernt Pijeck ende Willem Erstenssoin ...
.... Ghijsbert Hack Willemsz ....
..... des
anderen dachs nae onser lieven vrouwen dach concepcio
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 14-15)
1473. Akten waarbij Gerit van Stryn, broeder tot Sevenbergen, namens zijn vrouw aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van St. Sophia van de Carthuiserorde te Vught, rentebrieven van 500 goudguldens en 1000 Engelse nobels overdraagt, 1476. 6 charters
NB: Aan elk der overdrachtbrieven 2 getransfigeerde charters van 1459, 1473 en 1474.
Collectie van Spaen, Inv. 162, Randwijck:
Voor Herbaren van Asperen en van Vueren en Ghiesbert van Haeften schepenen in Tuijl, draagt Dirk van Aertsem [Aertssoin?] de bovengen. brief [24-8-1459] op aen vrouwe Aleijten Piecks wed. wilner Hr. Arnts van Herlaer ridder. 1473.
Bron: Familie van Randwijck 1, inv. 1414
13-01-1473. Schepenen: Willem die Kocke en Willem Eersten soin
Wij Willem die Kocke ende Willem Eersten soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen siin
Aernt vander Lauwijck Aernt van Tuel Aerts soin ende Heijlwich Aerts dochter van Tuel met haren
gecoren momber ende hebben vercoft ende opgedragen voir viiftich pont gever penninge ...
... inden gericht
van Est tuschen Gherit van Eemskerck aen die een sijde ende die gemeijnt van Est aen die an-
der sijde Gherit van Eemskerck voirsz in enen eijgendom ...
.... Ende Aernt vander Lauwijck Aernt van Tuel Aerts ende Heijlwich mit horen gecoren mom-
ber voirsz vertegen op dit lant ...
... hebben Aernt vander Lauwijck Aernt van Tuel Aerts
soin ende Heijlwich dochter Aernts van Tuel voirsz geloeft Gherit van Eemskerck voirsz dat Jutte
dochter Aernts van Tuel voirsz met haren gecoren momber vertijen sal voir scepen van Tuel wanneer
sij tot haren mundigen daghen comen is ...
.... dusent vierhondert
drie ende tsoeventich op sente Ponciaens avont mertelaers
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1849
21-02-1473. Schepenen: Heijnrick van Tuel en Willem Eerstenz
Wij Heijnrick van Tuel en Willem Eerstenz .... dat voir ons
comen is Roelof van Groensbeeck ende heeft vercoft ...
... den brief dair desen tegenwoir-
digen brief doirsteken is...
Vreemd, dit lijkt een transfix bij de voorgaande acte maar de datum is juist een dag eerder
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 23)
22-02-1473. Schepenen: Jan van Schonauwen en Willem die Kaeke [ = Kocke ], Heijnrick van Tuijl en Willem Eerstenz
Wij Jan van Schonauwen ende Willem die Kaeke { = Kocke } scepen in Tuel tugen dat voir ons co-
men is die gesworen bode ons heren van Gelre in Tielre weert ende heeft gegiet dat hij
ghemaent heeft van wegen meijster Adriaen Scoecken priesters als kercmeijster inder
tijt der tymmeringe d'kercken van Nederinen Gijsbert die Kocke van Gijffen {Geffen} of den
genen die met recht besitter is van eenre hofstat ...
... inden gericht van Nederinen tuschen Willem Hacken ende Aernt Feijen
....
... Dair na wi Heijnrick van Tuijl ende
Willem Eerstenz scepen in Tuijl ....
...
Roelof van Groensbeeck te hebben ende te besitten ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 22-23)
06-04-1473. Schepenen: Zweder van Weerdenborch, Jan van Haeften, Willem die Kocke, Herbaren van Asperen ende van Vuern, Ghijsbert van Haeften, Aernt Piecke, Heynrick van Tuel en Willem Eerstensoin
Wy Zweder van Weerdenborch Jan van Haeften Willem die Kocke Herbaen van Asperen ende van Vuern Ghijsbert van Haeften Aernt Pyecke Heynrick van Tuel ende Willem Erstensoin scepen in Tuel tugen dat voir den gesworen richter ons heren van Gelren in Tielreweert ende voir ons daer wy mede in der dingbancken tot Tuel in gedinge geseten waren comen is heren Jacop Hooff priester als proost in der tijt der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen ende van wegen der pryorinnen ende gemeyns convents des cloesters van Zenwynen voirscr. ende sanne ende badt den gesworen richter voirscr. dat hy ons scepenen voirscr. des vondenisse beruurende dat wy van heere wegen onder hedden wolck vonnisse voirscr. was weder die heemraet ende gemeyn nabueren des dorps van Zenwynen dat cloester van Zenwynen voirscr. op onraet setten maghen het weer op suldygelt gelavygelt off maentgelt off op enighen anderen onraet uytgesceyen verschot van erfenisse off van graven off van dijcken dat daer aentreffenden is waerop wy scepen voirscr. met enen gueden berade tevoerens gehadt na vraghen des gesworen richters voirscr. eendrechteliken ghewesen hebben dat die pryorinne ende gemeyn convent des cloesters van Zenwynen op ghenen onraet van den dorp van Zenwynen geset en sollen werdden vorder dan die rydderscappe in Tielreweert boven ende beneden elck voer hoer hceft en gheven sonder dat sy verschot van hoerre erfenisse ende van graven ende van dijcken gelijck hoer nabueren gheven ende betalen sollen. Die superscriptie "dan" loven wy guet. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende seventich des dincxdachs na den sonnendach als men singht in der heylige kercken Judica.

(in dorso) nr .187
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 272 (Pag. 266)
09-10-1473. Schepenen van Tuil oorkonden dat vrouwe Alit Pieck, weduwe van heer Arnt van Heerlaer, ridder, beloofd heeft te betalen aan broeder Thomas, priester van het kartuizerklooster van Sint-Sophia buiten 's-Hertogenbosch, ten behoeve van prior en gemeen convent een erfcijns van 200 Engelse nobel op 28 oktober over een jaar en daarna 200 nobel jaarlijks op die dag krachtens haar testament van vandaag, verleden voor notaris meester Gerit Heels.
Wij Herberen van Asperen ende van Vuern ende Ghiisbert van Haeften scepen in Tuel ...
Zegels af.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 152 (Reg. 332)
19-10-1473. Schepenen: Willem die Kocke en Aernt Pijecke
Wij Willem die Kocke ende Aernt Pijecke scepen in Tuel ... is Dirck
van Beesd ...
....
.... Jan van Weerdenberch erfeliken te besitten ende Dirck
van Beesd voirss. ....
...
.... int jair ons heren dusent vierhondert drie ende tseven-
tich des anderen dachs nae sunte Luca dach ewangelists
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-6-2 (8)
19-10-1473. Schepenen: Willem die Kocke en Aernt Pijecke
Wij Willem die Kocke ende Aernt Pijecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Dirck
van Beesd ende heeft vertegen opten brieff ...
... tot behoeff Jans van Weerdenberch erfeliken te be-
sitten ...
... int jair ons heren dusent vierhondert drieende tseventich des anderen dachs na sente
Lucas dach ewangelists
De inventaris zegt: drie ende tnegentich => 19-10-1493. Dat is fout, deze acte is van 1473.
Klik om een foto of scan te zien: Foto  
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-8-2 (14)
1474. Schepenen: Heynrick Scoeck, Heynriek Lotthemss
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
03-02-1474. Henrick Scoeck en Henrick Henrixs., schepenen in Tuyll, oorkonden, dat Daniel Daniels zoon aan Gerit Gysbersz. van Lepweerde een acte overdraagt waardoor deze is gestoken. (Zie regest dd. 1467 Juni 21).
Zie 21 Juni 1467 (=56)
Datering: 1474 Februari 3 (des Dynsdages na Onsen lieven Vrouwen dach purificationis).
NB: Oorspr. Met het zwaar geschonden zegel van de tweede oorkonder. Het zegel van de eerste oorkonder is verloren.
(Zie regest dd. 1467 Juni 21).
Zie 21 Juni 1467 (=56)
Bron: RAG 0510 Diverse Charters, inv. 60
Bron: Overigen
20-03-1474. Schepenen: Heynrick Schoeck en Henrick Henrick Lottemsz?
          Transfixa supra predicta
Wij Heynrick Schoeck en Henrick Henrick Lottems ß ß scepen in Tuijll tugen dat
voir ons komen is Jacop Tegnagell ende heeft vercofft ende opgedragen voir hondert pont
geve penningen die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen
brieff doersteken is ende alle tgehaut des brieffs als daer in gescr. steet heren
Ghijsbert Loij priester tot behoeff der tafelen des heiligen geests van Zautboemell
erffelick te besitten ende Jacop Tegnagell voirss. verteech op den brieff ende tgehaut
des brieffs voirss. Hij geloefden daer op doen te vertijen alle die gene die met recht
van sijnre wegen dair op vertijen sullen Hij geloefden oick te waren van sijnre wegen
heren Ghijsbert Loij tot behoeff der tafelen des heiligen geests voirss. den brieff ende
tgehaut des brieffs voirss. jair ende dach als recht is tegen alle die gene die ten
recht komen willen Ende van sijnre wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven In
orkonde onser letteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende
tsoventich des dijnxdaghs na den heijligen sonnendach letare Jherusalem
Klik om een foto of scan te zien: Microfilm  
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (Pag. 219)
25-04-1474. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Heijnrick Lotthems soen
Wij Heijnrick Scoeck ende Heijnrick Lotthems soen ...
...
... op sunte Marcus dach des heijligen
ewangelists
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 17-19)
1475. Schepenen: Willem van Haeften, Heynrick Scoeck, Wouter Hermanss
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
01-03-1475. Schepenen: Willem van Haefften en Heijnrick Scoeck
Wij Willem van Haefften ende Heijnrick Scoeck scepen
in Tuijll tughen dat voir ons komen is Conrait
Wegge ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 31)
10-06-1475. Schepenen: Henrick Scoeck en Henrick Lottemss
Wij Henrick Scoeck ende Henrick Lottemss scepen in Tuijll tugen dat voer ons comen is Fije Peters doch-
ter van Ham? mit horen gecoren momber ende heeft vercofft ...
....
.... als dair in gescreven steet, Jacop Tengnagell erffeliken te besitten ...
...
dusent vierhondert vijff ende tseventich den thienden dach inder maent Juno
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1912-2
04-09-1475. Schepenen: Johan die Kock en Heijnrick van Tuijll
Wij Johan die Kock ende Heijnrick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat Gijsbert Harmansz heeft geloift joffer Beatris
Koks achtenhalven rijnsche gulden ende een oert ....
... dusent vierhondert vijffentsoeventich des manendagh
voer ons vrauwen dach nativitas
Johan de Kock zegelt paalvair met halve leeuw in het schildhoofd.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1919
20-09-1475. Schepenen: Willem van Haeften en Heinrick Scoecke
Wij Willem van Haeften ende Heinrick Scoecke scepen in Tuel tugen dat voir
ons comen is die ghesworen bode ons heren van Gelre in Tielreweert ende heeft
gegiet dat hi gemaent heeft van wegen meijster Adriaen Scoeken priesters cu-
reijt der kercken van Nederinen ...
... Ghijsbert Hermansz of den ghenen die met recht besitter is van een
huijs ende hofstat ...
.... inden gericht van Nederinen tuschen die gemeen stege aen die een side
ende Herman Hubertsz aen die ander sijde ....
{20-9-1475} .... dair na wi scepen voirsz {Willem van Haeften en Heinrick Scoecke} tugen dat voir ons comen is die gesworen bode voirsz
....
..... des dinxdaechs na sente Mertijns dach inden wijnter {14-11-1475}
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 67-68)
03-11-1475. Schepenen: Willem van Haeften en Hanrick Scoecke
Wij Willem van Haeften ende Hanrick Scoecke scepen in
Tuijll tughen dat voir ons comen is die gesworen
bode ons heren van gelren in Tielreweerdt ....
.... Margriete die wijf was Jan Pauwen streckende vander
joncfrouwen lant van Golinc... ...gen totter kyllen ...
.... Gherit van Beesdt ...
.... tusschen joncfrouwe van Colen? ...
....
vridaechs nae alreheijlighen dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 57-59)
04-11-1475. Schepenen: Heijnrick Scoecke en Wouter Hermanssoen
Wij Heijnrick Scoecke ende Wouter Hermanssoen ...
... Peter Aelberts soen ende heeft vercoft ....
... des saterdachs nae alreheijlighen dach
Transfix bij 3-11-1475.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 59)
04-11-1475. Schepenen: Heijnrick Scoecke en Wouter Hermanssoen
Wij Heijnrick Scoecke ende Wouter Hermanssoen ...
...
... tus-
schen lant der kercken van Tuell ende wilneer erfg. Margrijeten
die wijff was Jan Pauwen ende Gherit van Beesdt ...
... des saterdachs
nae alreheijlighen dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 59-60)
14-11-1475. Schepenen: Willem van Haeften en Heinrick Scoecke
Wij Willem van Haeften ende Heinrick Scoecke scepen in Tuel tugen dat voir
ons comen is die ghesworen bode ons heren van Gelre in Tielreweert ende heeft
gegiet dat hi gemaent heeft van wegen meijster Adriaen Scoeken priesters cu-
reijt der kercken van Nederinen ...
... Ghijsbert Hermansz of den ghenen die met recht besitter is van een
huijs ende hofstat ...
.... inden gericht van Nederinen tuschen die gemeen stege aen die een side
ende Herman Hubertsz aen die ander sijde ....
{20-9-1475} .... dair na wi scepen voirsz {Willem van Haeften en Heinrick Scoecke} tugen dat voir ons comen is die gesworen bode voirsz
....
..... des dinxdaechs na sente Mertijns dach inden wijnter
Transfix met 15-11-1475.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 67-68)
15-11-1475. Schepenen: Willem van Haeften en Heijnrick Scoecke
Wij Willem van Haeften ende Heijnrick Scoecke scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Peter Aelbertssoin ende heeft vercoft .....
... des woensdaechs nae sente mertens dach inden winter
Transfix bij 14-11-1475.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 68)
22-11-1475. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Wouter Hermansz
Wij Heijnrick Scoeck ende Wouter Hermansz scepen in Tuijl tuijgen
dat voir ons comen is Gherit Scoeck ende heeft opgedragen ende
puerlick voir sijn sijell ende voir Beatris sijnre huijsvrouwe zijele
....
... meijster Adriaen Scoeck prijester pastoir der kercken
van Nederijnen ....
...
.... dusent vyer
hondert vijff ende tsoeventich op sente Cecilien dach
Transfix bij 14-5-1457.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1218 (f. 6v)
22-11-1475. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Wouter Hermansz
Wij Heijnrick Scoeck ende Wouter Hermansz scepen in Tuijll
tugen dat voir ons komen is Gherit Scoeck ende heefft
gegeven puerlick om goits willen voir sijn zyelen ende voir zijele
Beatris sijnre huijsvrouwen ....
... .... jair-
lix uut wilneer Heijnrick van Malsens hofstat tot Hijer ende noch
enen gouwen overlensche rijnsche gulden jairlix uut wilneer
Hack Peters hofstat tot Tuijll ....
... dusent vyer hondert
vijffentsoeventich op sunte Cecilie dach joffr.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 1-2)
22-11-1475. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Wouter Harmansz
Wij Heijnrick Scoeck ende Wouter Harmansz .
... Gherit Scoeck ...
... Beatris sijnre huijsvrouwe ...
... op sunte Cecilien dach joffr.
Transfix bij 30-11-1452.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 62)
1476. Schepenen: Johan van Vaurick en Heynric van Tuyl
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1476. Schepenen: Derick die Roever van Tuyll, Henrick van Tuyll
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
06-02-1476. Schepenen: Willem van Haeften en Heijnrick van Tuel
Wij Willem van Haeften ende Heijnrick van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is die gesworen bode ons
heren van Gelre in Tielreweert ende heeft gegiet dat hij van wegen heren Adrijaen Scoecken priester als pastoir inder
tiit der kercken van Nederijnen ghepeynt heeft aen enen camp lants gelegen inden gericht van Hijer geheijten
den Barbaer tuschen erfgenaemen des heren van Weerdenberch aen die een siide ende dat cloester van Marijenweerd
aen die ander sijde ...
.... is Peter Aelberts soin te hebben ende te
besitten ...
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1271-1
07-02-1476. Schepenen: Willem van Haeften en Heijnrick van Tuel
Wij Willem van Haeften ende Heijnrick van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Peter Aelbarts
soin ende heeft vercoft ende opgedragen voit tyen pont gever penninge die hij giede dat hem betaelt siin den
brieff daer desen tegenwoerdigen brieff doirsteken is ende allet tgehaut des brieffs als daer in gescreven
steet meijster Adrijaen Scoecken priester als pastoir inder tijt der kercken van Nederijnnen erfeliken te besitten
...
... dusent vierhondert sesse ende tsoventich des woensdachs na
sente achaet dach ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1271-2
29-03-1476. Akten waarbij Gerit van Stryn, broeder tot Sevenbergen, namens zijn vrouw aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van St. Sophia van de Carthuiserorde te Vught, rentebrieven van 500 goudguldens en 1000 Engelse nobels overdraagt, 1476. 6 charters
NB: Aan elk der overdrachtbrieven 2 getransfigeerde charters van 1459, 1473 en 1474.
Collectie van Spaen, Inv. 162, Randwijck:
1476, 29 Maert. Voor Arnt Pieck (parti Brakel en Pieck) en Dirk van Tuijll (parti Tuijll en 3 fers a moulin) comp. Gerit van Strijen broeder tot Soevenbergen momber zijner huisvr. Aleijten Pieck wilner wijfs was van H. Arnt van Herlaer ridd. en uit kragt des volmagt draagt op de bovengen. brieven [1473] ten behoeve des nieuwe clooster v. S. Sophie, Carthuijsers orden in Vucht aen broeder Thomas van Driel den procurator des cloosters, ten behoef all... en bid voor hunne zielen.
Bron: Familie van Randwijck 1, inv. 1414
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijen, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten voirs. van wegen heren Arnts voirs. ende hoerre beyder alderen noitliken als sy seecht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, de akte die door deze akte gestoken is.
Wij Arnt Pieck ende Deriick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het schepenzegel van Arnt Pieck en het geschonden schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 207 (Reg. 347)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijen, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme sekeren saken der conscientien vrauwe Alytten voirs. van wegen heren Arnts voirs. ende hoerre beyder alderen als sy seecht noitlicken dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, 2000 rijnsgulden te betalen op de dag na de dood van Alyt Pieck.
Met fragmenten van de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 154 (Reg. 348)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijen, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwen voirs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Arnt Pieck ende Deriick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het schepenzegel van Arnt Pieck en het afgesleten schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 201 (Reg. 349)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijen, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der consciencien vrauwen Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Aernt Pieck ende Derick van Tuijl scepen in Tuijll tugen ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 232 (Reg. 349 a)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijen, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwen Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende erfcijns pas na de dood van Alyt aan het klooster komt.
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het afgesleten schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 170 (Reg. 350)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijen, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwen Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Aernt Pieck ende Derick van Tuijl {1} scepen in Tuijll tugen ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 184 (Reg. 351)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijen, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwen Alyten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffend cijns tot haar dood aan Aleit blijft.
met het schepenzegel van Arnt Pieck en het geschonden schepenzegel van Derick van Tuyll
Wij Aernt Pieck ende Derick van Tuijl scepen in Tuijll tugen ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 163 (Reg. 352)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffend cijns tot haar dood aan Aleit blijft.
Wij Aernt Pieck ende Derick van Tuijl scepen in Tuijll tugen ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 171 (Reg. 353)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot haar dood aan Aleit blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 164 (Reg. 354)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwen Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Met het schepenzegel van Arnt Pieck en het geschonden schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 227 (Reg. 355)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere noitsaken der conscientien vrauwen Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot haar dood aan Alijt blijft.
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 159 (Reg. 356)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme seker saken der conscientien vrauwen Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sachat dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 185 (Reg. 357)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwen Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 188 (Reg. 358)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwen Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Transfix.
Hangt aan: 28-12-1468
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 222-3 (Reg. 359)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 165 (Reg. 360)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwen Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 199 (Reg. 361)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 196 (Reg. 362)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwen Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 178 (Reg. 363)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 195 (Reg. 364)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme sekere noitsaken der conscientien vrauwen Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 176 (Reg. 365)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberge, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 181 (Reg. 366)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberge, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe begende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 179 (Reg. 367)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberge, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 190 (Reg. 368)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberge, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme sekere saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 174 (Reg. 369)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberge, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 187 (Reg. 370)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberge, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 194 (Reg. 371)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberge, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker noitsaken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 203 (Reg. 372)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Sevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, op voorwaarde dat de desbetreffende cijns tot aan haar dood aan Alijt blijft.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ....
Met het schepenzegel van Aernt Pieck en het geschonden schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 191 (Reg. 373)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 197 (Reg. 374)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ...
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 189 (Reg. 375)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck Meuwsz ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ...
Met de schepenzegels van Arnt Pieck Meuwssoin en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 192 (Reg. 376)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 166 (Reg. 377)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 168 (Reg. 378)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 161 (Reg. 379)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 202 (Reg. 380)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat [Gerit van] Strijn, broeder tot Soe[venbergen, als voogd] van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft '[om] seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Acte beschadigd, met het geschonden schepenzegel van [Derick] van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 204 (Reg. 381)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Gerit van Strijn brueder tot
Soevenbergen ...
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 177 (Reg. 382)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Gerit van Strijn brueder tot
Soevenbergen ... {1476}
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 213 (Reg. 383)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 182 (Reg. 384)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 200 (Reg. 385)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 198 (Reg. 386)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 180 (Reg. 387)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het schepenzegel van Arnt Pieck.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 169 (Reg. 388)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 186 (Reg. 389)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ....
Met fragment van het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 173 (Reg. 390)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ...
met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 205 (Reg. 391)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte, onder voorwaarde dat vrouwe Alijt zolang ze leeft de desbetreffende cijns mag innen.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 193 (Reg. 392)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 216 (Reg. 393)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 223 (Reg. 394)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen ...
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 229 (Reg. 395)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, geschonken heeft 'omme sekere saken die der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Met het beschadigde schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 226 (Reg. 396)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'omme sekere saken die der conscientien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Arnt Pieck ende derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ...
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 224 (Reg. 397)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der consciencien vrauwe Alytten vurs. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll....
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 230 (Reg. 398)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Met fragment van het schepenzegel van Arnt Pieck.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 233 (Reg. 399)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'om sekere saken der consciencien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Met de geschonden schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 228 (Reg. 400)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der consciencien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 217 (Reg. 401)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der consciencien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 225 (Reg. 402)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der consciencien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll....
Met het geschonden schepenzegel van Arnt Pieck en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 220 (Reg. 403)
29-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als voogd van zijn vrouw vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlair, ridder, geschonken heeft 'om seker saken der consciencien vrauwe Alytten vurscr. van wegen heren Arnts vurs. ende hoerre beyder alderen noitlicken als sy sacht dairtoe bewegende' aan broeder Thomas van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en gemeen convent de aangehechte akte.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat ....
Met de schepenzegels van Arnt Pieck en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 221 (Reg. 404)
30-03-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat broeder Thomaes van Driell, procurator van het nieuwe klooster van Sint-Sophia in Vught, verhuurd en uitgegeven heeft aan Gerit van Strijn, broeder tot Zevenbergen, ten behoeve van zijn echtgenote vrouwe Alyt Pieck, te gebruiken als lijfrente, voor 1 oude Vlaamse groot die ze jaarlijks aan het klooster moet betalen zolang ze leeft, de volgende stukken land: 5 morgen en 1 hond, geheten Hacken Cuyll, 13 hond, geheten Den Ketell, 4 morgen, geheten Den Schoenhauwenschen Kamp, 3 morgen en 14 roeden, een huis en hofstad, 5½ morgen, geheten Die Deylmargen, 4 morgen aan Die Corengrave, 2 morgen, 2½ morgen, geheten Spaens Hoeve, 6 morgen en 2 hond, geheten Den Langen Kamp, een huis en een hofstad, 1 morgen in Spaens Hoeve, 10 hond over de Hoecgrave, 16 hond in Corstijnen Hoeve, 3 morgen min 1 hond over de Hoecgrave, 14 hond min 24 roeden in Den Hoykamp, een huis en hofstad in Wayen, 4 morgen min 1 hond in Arnts kynder Hoeve binnen Den Broickgrave, 3 morgen in Roloffs Hoeve, alles gelegen in Hellouw, en alle andere goederen die Gerit van Strijen aan prior en convent overgedragen heeft in de Eninge van Tuil volgens schepenakten van Tuil.
Wij Arnt Pieck ende Derick van Tuijll tugen dat ...
... Inden yrsten vijff mergen lants ende een hont lants gelegen inden gericht van Hellu geheiten Hacken Cuyll wilner Arnt van Haeften
ain deen sijde naist lantgelegen ende wilner heren Arnt van Herlar ritter ende Evert Pauwe aen dander sijde Item noch darthien hont lants ... in-
den gericht vursz. geheten den Ketell wilner Gijsbert Morinck aen deen sijde ende Bruijsten Aerntsz aen dander sijde Item noch 4 mergen lants geheten den Schoenhauwenschen Kamp gelegen
inden gericht vursz. tuschen die papelicke provent van Hellu ende wilner Arnt van Kreijtenborch Item noch drie margen lants ende vijffthien royen lants gelegen inden gericht vursz
wilner Arnt van Herlar titter aen deen sijde bauen? ende lant dat Capittele van Haefften aen dander sijde Item nog een huis ende een hofstat mit alle hoerre tymmeringen poetingen
ende toebehoeren gelegen inden gericht vursz wilner Gijsbert van Haefften oistwaert die gemeijnstraet westwaert wilnr Arnt van Kreijtenborch zuijdtwaert ende die gemeijnstraet noirt
waert Item noch sesstienhalve morgen lnts gelegen inden gericht vursz. geheten die Dylmargen Walraven van Asperen ende van Vuyrn aen deen sijde ende den Herwijnenschen zeeghdijc
aen die ander sijde .... Item noch vier margen gelegen inden gericht vursz. aen den Koerngrave tusschen heren Dierck van Hemert
ende Ott die Wolff Item noch twee margen lants gelegen inden gericht vursz. tusschen Andriaen Maesz ende wilner heren Arnt van Herlar ritter ende Arnt Mathijssoin aen die dander sijde
Item dordenhalven margen lants gelegen inden gericht van Herwijnen geheiten Spaens Hoeve tusschen Johan van Herwijnen ende Jacop Essen ... Item
noch sess margen lants ende twee hont lants gelegen inden gericht vursz. geheiten den Langen Kamp tusschen Hadewich van Veen boven ende Walraven van Asperen ende van Vuyrn vursz.
beneden ...
.... joffer van Drakenborch ...
tot Jan Smeets boegaert toe .....
.... Arnt van Drakenborch ...
.... in Corstijnen Hoeve bynnen den Broecgrave tusschen Gijsbert Petersz ende Derick Wilhemsz ...
.... Alairt van Haifften
aen deen sijde ende Arnt Heynrixsz aen dander sijde ... wilneer
Ott van Haifften ain deen sijde ende Aelbert van den Veen ain dander sijde ...
.... tot Waijen tusschen Jan Herberensz ende Jacop van Emechoeven ...
.... Ott van Malsen ain die ander sijde ...
Roloffs Hoeve streckende van lande erffgenamen Loykens totten
land Jacops van den Veen tusschen Gijsbert Starcken ende erffgenamen Johans van Beesde h. Geritsz ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 239 (Reg. 428)
02-04-1476. Schepenen: Walraven van Haeften, ridder, en Willem van Haeften
Wij Walraven van Haeften rydder ende Willem van Haeften ...
...
... eenen mergen lants gelegen inden gericht van Hier op
Kukelreberch geheijten dat eernoten lant ....
....
... des dinxdaechs naden sonnendaechs alsmen singet inden
heijliger kercken Judica
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1461 (p. 24)
03-04-1476. Schepenen: Walraven van Haeften, ridder, en Willem van Haeften
Wij Walraven van Haeften rydder ende Willem van Haeften scepen in Tuel tugen dat voir
ons comen is Roelof van Groensbeeck ende heeft vercoft ...
...
.... woensdaechs nae den
sonnendaech alsmen singt inder heyliger kercken Judica
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 25)
22-08-1476. Schepenen: Willem van Haeften en Aernt Pieck
Wij Willem van Haeften ende Aernt Pieck scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Ernst
Willemsz ende heeft vercoft ende opgedraghen voir hondert pont gever penningen die hi giede dat
hem betaelt sijn vierdenhalve mergn lants .alsoe groet ende cleijn als die gelegen sijn inden
gericht van Nederinen op die Tywalen inden Marsman tuschen den heiligen geest van Nede-
rinen ain deen sijde ende Aernt Helle ain dander sijde ...
....
.... des donredaechs nae ons
liever vrouwen dach assumptio
"ons liever vrouwen dach assumptio" valt op donderdag 15 augustus, dus deze acte is precies een week later.
Bron: Acten betreffende Gelre en Zutphen 1107-1415, inv. 1261 (p. 132)
14-09-1476. Akte waarbij heer Johan van Sente Goricx, ridder, als man van Margriet van Herler, alle goederen in de eninge van Tuyl, geërfd van haar oom heer Arent van Herlar, aan de Karthuisers te Vught overdraagt, 1476. 1 charter
Collectie van Spaen, Inv. 162, Randwijck:
Johan van Sente Goricx Ridder als momber zijner huisvr. Margriete van Herlaer, en vertegen van alle goederen de vr. Margriet aengekomen waren van dode haers ooms Hr. Arnt van Herlaer Ridd. zal. onder Tuijll, ten behoeve van ’t Carthuijserclooster St. Sophie in Constantinopel buiten den Bosch gelegen. En dat voor schepenen van Thuijll Derck van Tuijll en Henrick van Tuijll H. Crucijsdag Exaltation.
Bron: Familie van Randwijck 1, inv. 1416
22-09-1476. Schepenen van Tuil oorkonden dat Derick van Hemert beloofd heeft aan broeder Thomas van Driell, procurator van het klooster van Sint-Sophia bij 's-Hertogenbosch, het klooster schadeloos te houden van vroegere aanspraken van Jan van Schoonauwen op goederen van wijlen heer Arnt van Herlar, ridder, of zijn erfgenamen en zelf af te zien van alle mogelijke rechtsvorderingen op het klooster.
Wij Walraven van Haifften ritter ende Wilhem van Haifften scepen in Tuijll tugen dat Derick
van Hemert heeft geloift brueder Thomas van Driell procurator des cloesters ....
Met fragment van het schepenzegel van Wilhem van Haiften.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 134 (Reg. 433)
28-09-1476. Schepenen: Willem van Haeften en Aert Pijeck
Wij Willem van Haeften ende Aert Pijeck scepen in Tuijll
... Willem Ernstensz ....
... Pelgrum Holl tot behoeff der kercken van Hijer ....
....
.... ende hijer voir sijn burghen heren Wouter pries-
ter? Willem end Erst gebrueders soenen Willem Eernstensz voirsz
....
... Korsten Jansz ....
... Wilhem Erstensz voirsz ...
voir hem ende Lijsbethen sijnre huijsvrouwen ...
...
.... dusent vijer hondert sess ende tsoventich op sunte Michiels
avondt des heijlighen engels
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1218 (f. 2v)
12-12-1476. Schepenen: Johan van Varijck en Henrick van Tuel
Wij Johan van Varijck ende Henrick van Tuel scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen is
joffer Lijsbeth Kocs wedue wilner Goessen Heymen zeliger ghedachten mit horen gecoren momber
ende heeft opgedragen ende puerlic om gods wil gegeven voir ziele Ghijsbert Kocs van Giffen {Geffen}
Ghijsbertsz hoer broeders een huys ende een hofstat met alle sijne tymmeringen potingen ende toe-
behoeren ghelegen inden gericht van Nederinen tuschen Aelbert die Swart aen die zuijden sijde
ende Belij Heinrics aen die noirden zijde / Aernt Hellen als kercmeester der tymmeringen der
kercken van Nederinen .....
....
.... alle jair ewelicken
uutreijken ende betalen sullen op sente Bartholomeus avont apostels {1} alst jairgetide wesen
sal Ghijsberts Kocs van Giffen Ghijsbertsz voirsz ...
1. 23 augustus
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 95-96)
13-12-1476. Schepenen: Derick de Roever van Tuijll en Henrick van Tuijll
Wij Derick de Roever van Tuijll ende Henrick van Tuijll scepen
in Tuijll tuijghen dat voir ons comen is Arent Heijnrix
soen ende gheloeft Gerit Scoeck ...
...
... op sunte Lucien dach virginis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 46-47)
1477. Arend Pieck en Derick van Tuijl schepen in Tuijl tuijgen dat Willem van Thiel etc.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
06-01-1477. Schepenen: Sweder van Weerdenborch en Heynrick van Tuyl
       Copia
Wij Sweder van Weerdenborch en Heynrick van Tuyl scepen in Tuyl tugen dat Wilhem Arntsoin heeft geloift joffer Ysabeel cloosterjoffer tot Zenwijnen dordenhalven rijnssche gulden twintich bourgonsche witte stuvers genge ende geve gerekent voor elcken gulden vuerscr. off ander guet payement dairvoir in gelijker weerden erffelicx thijns alle jaer eweliken op den heiligen darthiendach te betalen ende te boeren uyt een huyss ende een hoffstat mit allen hairen tymmeringen poetingen ende toebehoiren bynnen- ende butendijx gelegen in den gericht van Hemert ain deen sijde Wilhem van Beest ende ain die ander sijde die gemeyn straet welck thijns vurscr. weert saicke dat die alle jair eewelicken op den voirscr. dach der betalingen nyet betailt en weer dan soe sall dair alle daige dairnaest volgende een maent lanck duerende een peen van dardenhalven boddreger genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gain welcke peen tegader mitten thijns voirscr. joffer Ysabeel uyt den guede voirscr. verhalen sall ende mach wanneer sijs nyet langer beyden en wille. Ende Wilhem Arntssen voirscr. heeft geloift joffer Ysabeel voirscr. den thijns vurscr. ewelicken te waeren tegen alle diegene die ten recht komen willen uyt den guede voirscr. welcke maint als die omleden weer ende den thijns ende die peen voirscr. nyet betailt en weren dan soe soude Wilhem Arntssen vurscr. dairentheijnden vervallen wesen sonder ennich wederseggen van allen recht ende toeseggen dat hij hedde ain den guede vurscr. tot behoiff joffer Ysabeel vurscr. erffelicke te besitten beheltlic nochtant joffer Ysabeel vurscr. hoerre vurwairden vurscr. Mit vurwairden toegedain dat men voir den thijns vurscr. na doede joffer Ysabeel vurscr. jaerlix oly copen sall die men voir des heiligen Cruysautair in der kercken van Zenwijnen bornen sall. Voirt hebbe ick Heynric van Tuyll vurscr. vertegen op desen tijns vurscr. tot behoiff joffer Ysabeels vurscr. erffelicke te besitten. Ende ick geloiffden oick van mijnre wegen alle voirplicht aff te doin van denselven dats te weten dat ick noch nyemant van mijnen wegen nu noch tot egheenre tijt joffer Ysabeel vurscr. kret {1} noch hynder doin en sal in dit huyss hoffstat ende tymmeringhe gelijck ende soe dat all boven gescreven ende bepaile steet. Die superscripte "joffer" loeven wij guet. In orkonde onser litteren . Gegeven in den jair ons Heren dusent vierhondert soeven ende tsoeventich op den heiligen darthiendach.
       Accordeert mette originale brieven. Quod attestor
                 G. Ruys
1. typefout: krot?
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 249 (Pag. 268)
10-04-1477. Schepenen: Sweder van Weerdenborch en Heynrick van Tuyl Gijsbertssoen
         Copye
Wij Sweder van Weerdenborch ende Heynrick van Tuyll Gijsbertssoen schepen in Tuyl tugen dat voor ons comen is Margriet van Drongelen mit hoeren gecoeren momber ende heeft vertegen op den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doergesteken is ende alle tgehaut dises brieffs als daerinne geschreven steet tot behoeff joffer Ysabeel van Opwijck cloosterjoffer tot Zenwijnen hoer leven lanck te besitten ende te gebruycken mit vurwairden toegedaen dat men jaerlicx nae doode joffer Ysabeel voirscr. harinck sal coopen voor den thijns gescreven ende begrepen in den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doorgesteken is ende die sal die coster van Zenwijnen in der tijdt jaerlicx ende alle jaer ewelicken op den Witten Donresdach den arrnen omme Goidtzwill geven ende deylen. In oirconde onser letteren. Gegeven in den jaere ons Heeren dusent vierhondert soven ende tzeventich des donresdaeghs na den heyligen Paeschdach.
             Quoad copiam notarius
                   H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 12 (van de kopieën)
Transfix.
Hangt aan: 23-04-1462
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 235-2 (Pag. 269)
28-10-1477. Akte waarbij de kinderen van Gijsbert de Kock Gijsbertsz. aan hun tante Beatris Koc een huis en hofstad te Nederynen overdragen, 1477. Met een oudere brief van 1470.
Wij Johan van Vanderick ende Heijnrick van Tuijll Gijsbertsz scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen sijn Gijsbert Heijnrick ende Joffer Fije mit horen gekoren momber kijnderen Gijsberts die Kock Gijsbertsz ende hebben vercoft ende opgedragen voir vijfftich pont gever penningen .... den brieff dair desen tegenwordigen brieff doirgesteken is ... Joffer Beatris Kocx hoerrs moijen erffelicken te besitten Ende Gijsbert Heijnrick ende Joffer Fije ... vertegen op den brieff .... Gegeven inden jair ons heren dusent vierhondert soeven ende tsoeventich op sente Sijmon ende Juden dach apostelen.
Transfix bij de akte op 30-1-1470
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 562-2
27-12-1477. Akte van transport voor schepenen in Tuil door Arnt Johan Heynrixss.soin aan heer Walraven van Haifften, ridder, van een stuk land in de nederste Oplage en aan beide zijden grenzend aan land van Walraven voornoemd, strekkende van de "Nyerstegen" in het gericht van Haaften tot in het midden van de stroom, voor de som van 100 pond.
St. Johansdag evangelist in den korsheiligendagen.
Wij Wilhem van Haiften en Wilhem Ersten soin scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Arnt Johan Heijn-
rixss soin ende heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont gever penningen die hij giede dat hem betailt
sijn een stuck lants soe groet en cleyn als dat gelegen is inden gericht van Haifften in die nederste Oplage
heren Walraven van Haifften ritter ain beyden sijden naist lantgelegen streckende van der Nijer Stegen totten
diepen van den stroem toe / heren Walraven van Haifften ritter vursz in enen eijgendom sonder thijns ende mit
dijck ommetrint vijff roijen dijcx soe groet ende soe cleyn als die gelegen sijn inder Oplagen vursz tusschen
heren Walraven vursz ain beijden eijnden naist dijckgelegen erffelicken te besitten Ende Arnt vursz verteech
op dit lant vursz hij geloiffden dair op doin te vertijen alle die gene die mit recht dair op vertijen sullen hij
geloiffden oic te waren heren Walraven vursz dit lant vursz jair ende dach alst recht is tegen alle die gene
die ten recht komen willen ende alle voirplicht aff te doin vanden selven In orkonde onsen litteren Gegeven
inden jair ons heren dusent vierhondert achtendetsoeventich op sente Johans dach ewangelist inden
korsheiligen dagen
Met beide zegels.
Op 6-4-1478 treedt Henrica van Varik op als weduwe van Walraven van Haeften, dus het correcte jaartal van deze akte is 1477. De acte gebruikt de Kerststijl voor datering.
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 242
10-02-1478. Schepenen: Heynrick Scoeck en Willem Erstensz
Wij Heynrick Scoeck ende Willem Erstensz ...
... meijster Adriaen Scoeck priester als kerckmeijster der kercken van Nederinen
ende heeft bescoijt {?} enen mergen lants gelegen inden ghericht van Hier op Kukelre-
berch ...
... Jan Tegnagel ain dander sijde welc lant ...
... gecoft heeft tegen Roelof van Groensbeeck ...
... des dinxdaechs naden sonnendaech invocavit
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 11)
10-02-1478. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Wilhem Erstensz
Wij Heijnrick Scoeck ende Wilhem Erstensz scepen in Tuel tuijgen dat voir
ons komen is meijster Adriaen {Scoeck} priester als kercmeijster der kercken van Nederij-
nen ende heeft bestoirt enen mergen lants gelegen inden gericht van Hijer
op Kukelreberch tuschen lant sente Johans autair inder kercken van
Oppijnen aen deen sijde ende Jan Tegnagell aen dander sijde / welck lant vur-
screven die kerckmeijster van Nederijnen vurs. gecoft heeft tegen Roeloff van
Groensbeeck gelijck die scepenbrieve van Tuijll dat vorder begrijpen ende in-
houden die dair van gemaickt siin Inne oirkonde onser litteren gegeven inden
jair ons heren Mº CCCCº achtendesoiventich des dynxdages dae den sonnen-
dach Invocavit
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 121)
21-02-1478. Schepenen: Heinrick Scoeck en Willem Erstensz
Wij Heinrick Scoeck ende Willem Erstensz scepen in Tuel tugen dat Gherit Hol Sammelsz
heeft gheloeft meijster Adriaen Scoeck priester als kercmeijster der tymmeringen d’kercken
van Nederinen ...
... inden gericht
van Nederinen ....
ende Adriaen vanden Oever Goessensz aen die noirden sijde ...
...
... in jairgetide Gherit Hol Sammelsz vo-
irsz ende Yden sijnre huijsvrauwen zeliger gedachten ...
....
... op sente Peters avont apostels ad cathedram
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 129-130)
06-04-1478. Gelijktijdig afschrift gewaarmerkt door notaris Mathias Alberti, van een akte van 6 april 1478 waarbij Willem van Haiften en Alairt van Haeften, schepenen te Tuyll, oorkonden, dat Johan van Haeften en vrouwe Henrick van Vairrick, weduwe van heer Walraven van Haeften, ridder, overgedragen hebben aan heer Gerit van Vloedorp, enige stukken uiterwaard, griend en inlaagdijk in het gericht van Haiften,vanwege een rente van 25 rijnse guldens, die niet waren uitgereikt aan wijlen Johan, heer tot Weerdenborch, erfhofmeester van Gelre, als huwelijksgift voor zijn echtegenote, thans gehuwd met heer Gerit van Vloedorp, en verder onder lijftocht voor haar en voor Ermgart, vrouw van Thomas Collart.
Datering: Gegeven in den jair ons Heren dusent vierhondert achtentsoeventich des Manendages na Sinte Ambrosius' dach.
Maakt deel uit van: Afschriften van brieven uit 1478-1485 betreffende de inlaagdijk en een uiterwaard onder Haaften, welke toebehoorden aan het Regulierenconvent., 1478-1485, 1 katern.
Was regest 64 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-580
06-04-1478. Akte van transport voor schepenen van Tuil door Johan van Haifften en vrouw Heynrick van Vaurick, vroeger echtgenote van heer Walraven van Haifften, ridder, met haar gekozen momber aan heer Gerrit van Vloedrop, ridder, van een stuk uiterwaard in "die Oplaghe" in het gericht van Haaften met de aanwas, waaraan de vrouwe voornoemd levenslang blijft gelijftocht, en van een griendje wilgen binnendijks van de "Nyersteghe" tot de dijk, waaraan juffer Ermgart, echtgenote van Thomas Collart, levenslang blijft gelijftocht, voorts van de erfrenten van 25 rijnse gulden jaarlijks die krachtens huwelijkse voorwaarden tussen wijlen Johan, heer tot Weerdenborch, erfhofmeester van Gelre, en zijn echtgenote thans gehuwd met de heer van Vloedrop voornoemd als medegave waren gemaakt en nog niet zijn uitgekeerd, en tevens van 5, 7, 8 en 5 nader omschreven roeden dijk in de oplage voornoemd, voor de som van 400 pond.
Maandag na St. Ambrosiusdag.
Wij Wilhem van Haifften ende Alairt van Haifften scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen sijn Johan van Haifften ende vrouwe Heijnrick van
van {sic!} Vaurick wittige wijff was heren Walraven van Haifften ritters ende hebben vercoft ende opgedragen voer vier hondert pont gever penningen
die sij giede dat hem betailt sijn alsulcke stucken uijterweerden als gelegen sijn inden gericht van Haifften in Die Oplage streckende
vanden dijck totten diepen vanden stroem mit allen aenvallen ende vanden Crop nederwairts tot der Helluscher zijwijn toe Item noch
een cleijn grientken willigen aldair bynnen dijcx gelegen beneden erffenisse heren Gadert Neven priester streckende vander Nijer Stegen
totten dijck toe heren Gerit van Vloedorp ritter in enen eijgendom sonder thijns mit vijff roeden dijcx die gekomen sijn van Arnt Jan
Heijnrixsz gelegen tegen meijster Gaertsz grient vursz baven bepailt aen erven Arnts van Haifften beneden dijc die Otte die bastairt
plach te wesen Item noch mit soeven roeden dijcks hijr beneden aen bepailt / die plagen te wesen Otten den bastairt Item noch
theijnden desen dijck vursz gelegen acht roeden dijcx die gekomen sijn van Clais Hubertsz Item noch vijff roeden dijcx beneden
gelegen in dese oplage / bepailt baven erven Arnts van Haifften beneden erven heren Johans Offraensz priester off Rutger van
Dijck off wie mit recht all omme aen dese dijcken gelegen sijn erffelicke te besitten Ende Johan van Haifften ende vrauwe Heijnrick
van Vaurick mit horen gekoren momber vertegen op die uijterweerden ende den grient vursz sij geloiffden dair op doen te vertijen alle
die ghene die mit recht dair op vertijen sullen sij geloifden oick te waren heren Gerit van Vloedorp ritter vursz die uijterweerden ende
den grient vursz jair ende dach alst recht is tegen alle die gene die ten recht komen willen ende alle voerplicht aff te doen vanden
selven mit vurwairden toegedain dat vrouwe Heijnrick van Vaurick vursz die uijterweerden vursz soe lange als sij leeft ge-
bruijcken sall in rechter lijfftochten ende nijet langer / Oick sijnt vurwairden dat joffer Ermgart echte huijsvrauwe Thomas
Collart den grijent vursz soe lange als sij leeft ende nijet langer gebruijcken sall in rechter lijfftochten Te weten dat desen
grijent ende die vursz uijterweerden opgedragen sijn als vursz is voir alsulcke vijffendetwintich Rijnssche gulden jairlixscher
erffrenthen als zelige Johan heren tot Weerdenborch erffhaiffmeyster der landen van Gelre / noch nijet bewijst noch uijtge-
reijckt en waren in mede gaven ende hijlixvurwarden sijnre huijsvrauwen / te hants echte wijff is heren Gerits van Vloedorp vursz
In orkonde onser litteren Gegeven inden jair ons heren dusent vierhondert achtendetsoeventich des manendages na sente Ambrosius dach
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 239
18-06-1478. Schepenen: Johan van Vauderick en Heynrick van Tuyl Gijsbertsen
          Copie
Wij Johan van Vaurick en de Heynrick van Tuyl Gijsbertssen schepen in Tuyll tughen dat Rutger Noyensoen heeft gelooft joffer Ysebell van Opwijck cloosterjoffer tot Zenwinen thien bourgonsche witte stuyvers genge ende geve off ander guet payment daervoor in gelijcker weerden erffelych thijns alle jaer ewelycken op Sinte-Martijnsdach bisschops in den wynter te betaelen ende te boeren uyt een huys ende een hoffstadt mit allen sijnen tymmeringen poetingen ende toebehoeren gelegen in den gerichte van Hemert op die Boeninghen wilner Weyndel Sweeren aen d'een zijde ende wilner Heynrick die Wijse aen dander zijde Welck thijns voirscr. weert saecke dat die alle jaer ewelicken op den voirscr. dach der betalingen nyet betaelt en were dan soo sal daer alle daege daernaest volgende acht ende twintich daghe lanck duerende een peen van enen auden vleemschen groeten genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen. Welcke peen tegader mitten thijns voirscr. joffrauwe Isebeel voirscr. uyt den guede voirscr. verhalen sal ende mach wanneer sijs nyet langer beyden en wille. Ende Rutger voirscr. heeft gelooft joncfrouwe Isebeel voirscr. den thijns voirscr. ten eeuwigen daegen te waeren tegen alle diegene die te recht commen willen uyt den goede voirscr. welcke acht ende twintich daegen voirscr. als die omleden weren ende den thijns ende die peen voirscr. nyet betaelt en weeren dan soo soude Rutger Noyensen voirscr. daerenteynden vervallen wesen sonder yemants wederseggen van allen recht ende toeseggen dat hij hadde aen den guede voirscr. tot behoeff joffrouwe Isabeel voirscr. erffelick te hebben ende te besitten behoudelicken nochtans joffrauwe Ysebeel voirscr. alle hoerre vurwairden voirscr. Die superscripci ''enen'' loeven wij guit. In orkonde onser letteren. Gegeven in den jaere ons Heeren dusent vierhondert achtendetzeventich des donresdaeghs nae Sinte-Odulphusdach.
       Accordeert mit sijnen originaelen besegelden brieff.
       Quod attestor
             H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 27 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 247 (Pag. 270)
23-02-1479. Schepenen: Heynrick Scoeck en Willem Erstensoin
Wij Heynrick Scoeck ende Willem Erstensoin ...
...
... des dinxdages naden heijligen sonnendach
Esto michi
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 11-12)
23-02-1479. Schepenen: Heijnrick Scoick en Wilhem Erstensoin
Wij Heijnrick Scoick ende Wilhem Erstensoin scepen in Tuijll tuijgen dat
wij dair over geweest hebben / dair meijster Adriaen Scoick prijester pastoer tot
Nederijnen ....
.... enen
mergen lants gelegen inden gericht van Hijer tuschen lant sente Johans
autair tot Oppijnen ende wilner Heijnrick Tegnagell welck lant Roelof
van Groesbeeck vercoft heeft ....
... des dynxdages naden heilighen sonnendach Esto michi
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 122)
03-05-1479. Schepenen van Tuil oorkonden dat Joest van den Elst verkocht heeft aan Ghijsbert Morinck een huis en hofstad in Haaften binnendijks, waarna Ghijsbert dit in erfcijns teruggaf aan Joest voor 4 rijnsgulden.
Wij Wilhem van Haifften ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voer ons comen is Joest van der Elst ende
heeft vercoft ...
huijs ende hoffstat mit alle hoerre tymmeringen poetingen ende toebehoeren ...
... inden gericht van Haifften .... tusschen die gemeijnt van Haifften ende Arnt Janssoen. Ghijsbert
Morinck in enen eijgendom ...
Met het geschonden schepenzegel van Wilhem van Haifften en het schepenzegel van Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 172 (Reg. 447)
04-05-1479. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ghijsbert Morinck verkocht heeft aan Gerit van Strijn, broeder tot Soevenbergen, als echtgenoot van vrouwe Alyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Wilhem van Haifften ende Derick van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voer ons comen is Ghijsbert Morinck ....
Met de geschonden schepenzegels van Wilhem van Haifften en Derick van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 172 (Reg. 448)
11-07-1479. Schepenen: Heijnrick Schoeck en Wilhem Erstensz
Wij Heijnrick Schoeck ende Wilhem Erstensz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen sijn vrouwe Lijsbeth van Vloedorp van wegen
Gerits van Weerdenberchs hoers soens als collatoers tot Nederijnen meijster Andriaen Schoeck priester ende Arnt Helle als
kerckmeijsters tot Nederijnen ende van wegen der tymmeringen der kercken ende der armer van Nederijnen ende hebben uijtge-
geven een huijss ende een hoffstat mit alle sijnre tymmeringe poetinge ende toebehoeren soe groet ende soe cleijn als sij gelegen
is inder gericht van Est tusschen Derick Gerit Baumans soen geheiten Derick Melisz aen deen sijde / ende die gemeijn strait
voert all om ain dander sijde / Valck Janssoin in enen jairlixschen erfftijns te besitten ....
....
.... dusent vierhondert negen
ende tsoeventich opten elfften dach van der maent Julio
Afschrift in Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 36-37).
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1272-2
11-07-1479. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Willem Erstensz
Wij Heijnrick Scoeck ende Willem Erstensz scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen
sijn vrauwe Lijsbeth van Vloedorp van wegen Gerits van Weerdenberchs hoirs soens ...
.... meijster Adriaens Scoeck priester ende Aernt Helle als kerck-
meijsters ...
... inden gericht van Est tuschen
Derick Gerit Baumans soen geheijten Derick Melisz aen deen sijde ...
.... Valck Jansz in enen jairlixschen erfthijns te besitten ...
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 36-37)
22-07-1479. Schepenen: Heynrick Schoeck en Wilhem Eerstensen
        Copia
Wij Heynrick Schoeck ende Wilhem Erstensen scepen in Tuyll tugen dat Derick die Wilde heeft geloift Jan Wilhemsen tot behoiff joffer Ysenbeel van Opwijck cloesterjoffer tot Zenwijnen thijns enen rijnssche gulden twintich witte stuvers genge ende geve gerekent voer elcken gulden off ander guet payement dairvoir in gelijker weerden alle jaer ewelicken op Sente-Marien-Magdalenendach te betalen ende te boeren uyt een huyss ende een hofstat gelegen in den gericht van Hemert Valck Janssoin aen deen zijde ende Martijn Hoeffkenssen aen dander zijde welck thijns vurscr. weert saick dat die alle jair ewelicken opten vurscr. dach der betalingen nyet betailt en were dan soo sal dair alle dage dairnaist komende een maent lanck duerende een peen van enen auden cleyken genge ende geve opten vurscr. thijns wassen ende gain welcke peen tegader mitten thijns vurscr. joffer Ysenbeel vurscr. uyt den guede voirscr. verhalen sall ende mach wanneer sijs nyet langer beyden en wille. Welcke maent als die omleden were ende den thijns ende die peen vurscr. nyet betaelt en weren dan soe soude Derick die Wilde vurscr. dairentheynden vervallen wesen van allen recht ende toeseggen dat hij hedde aen den guede voirscr. tot behoiff joffer Ysenbeel vurscr. erffelicke te besitten sonder yemants wederseggen. Ende Derick die Wilde voirscr. heeft geloift Johan Wilhemsen vurscr. den thijns vurscr. ten ewigen dagen te waren tegen alle diegene die ten recht komen willen uyt den guede voirscr. tot behoeff joffer Ysenbeel vurscr. beheltelycken nochtant joffer Ysenbeel vurscr. alle hoerre vurwairden vurscreven. Inne orkonde onser litteren. Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende tsoeventich op Sente-Marien-Magdalenendach.
    D'accoirdt van deser copye metten originalen brieff attesteert
    Gerlingh Ruys als oipenaer geadmitteert notaris. Toirconde
                 G. Ruys

(in dorso) nr. 39 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 258 (Pag. 271)
21-03-1480. Schepenen: Derick van Tuijll en Gherit die Ruwe
Wij Derick van Tuijll ende Gherit die Ruwe scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is meister Andriaen
Schoeck priester pastoir tot Nederijnen ...
... welcke
.... Wilhem Harmensz vercoft heeft ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-2
11-04-1480. Transport van goederen ten behoeve van de fabrieq van de kerk van Neerijnen. Arent Pieck en Hendrik van Thuijl schepenen van Thuijll.
1480, dinsdag na St Ambrosius.
Deze acte is (nog) niet teruggevonden in het archief van Huizen Waardenburg en Neerijnen.
NB. misschien is het jaartal onjuist genoteerd. St. Ambrosius valt in 1480 op dinsdag 4 april, dus ofwel het jaar is onjuist ofwel de acte is van precies een week later.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
18-05-1480. Schepenen: Arnt Pijeck Bartholomeusz en Dirck van Tuijll
Wij Arnt Pijeck Bartholomeusz ende Dirck van Tuijll
scepen in Tuijll ...
Arent van den Eijnde ....
...
.... tusschen erffenisse des heren van Weerdenborch ...
ende Henrick Scoeck ...
.... heren Arnt vanden Kerckhove prijester ....
.... dusent vyer hondert
ende tachtentich opten achtijenden dach inden maent Meije
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1218 (f. 7)
1481. Schepenen: Willem die Koc en Henric van Tuyl
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1481. Schepenen: Heynrick Scoeck, Philips van Haeften.
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
03-07-1481. Johan die Kock en Heynrich van Tuyll, schepenen in Tuyll, oorkonden dat Gerit die Joede heeft verkocht en overgedragen voor 200 pond 2 morgen land onder Hemert op 't Sant aan Johan Nerinck, te lossen met 100 rijnse gulden 20 witte stuivers hollands (binnen 7 jaren?).
Wij Johan die Kock ende Heijnric van Tuyll scepen in Tuyll tugen dat voor ons komen is Gerit die Joede ende heeft
vercoft ende opgedragen voir twee hondert pont gever penningen die hij giede dat hem betailt sijn twee margen
lants gelegen inden gericht van Hemert opt Sant tusschen Johan Nerinck boven ende die papelicke
proevent van Hemert beneden noirtwaart die gemeijn strait ende zuytwaart erffgenamen Wilhems van
Hornen Johan Nerinck vurss. in enen eijgendom sonder thijns ende sonder dijck erffelick te besitten ende Gerit
die Joede vurss. verteech op dit lant vurss. hij geloiffden dair op doin te vertijen alle die gene die met recht
dair op vertijen sullen hij geloiffden oic te waeren Johan Nerinck vurss. dit lant vurss. jair ende dach alst
recht is tegen alle die gene die ten recht komen willen ende alle voirplicht aff te doin vanden selven
mit vurwairden toegedain dat Gerit die Joede vurss. dit lant vurss. sall moogen loessen op den Heiligen
paischdach naest komende ende soeven jaer dair na alle jair der jaeren vurss. op den Heiligen paisch
dach mit hondert rijnsche gulden twintich witte stuvers hollansch payement in tijt der betalingen genge
ende geve gerekent voir elcken gulden off ander guet payement dair voer in gelijker weerden Johan
Nerinck vurss. voir die loesse des lants vurscr. te betalen. In orkonde onser litteren. Gegeven inden jaer ons Heren
dusent vierhonderdt een ende tachtentich des dynxdagen na ons liever vrauwen dach visitacio.
Met de geschonden zegels van beide oorkonders.

datering: onze lieve vrouwen dag visitatio = 2 juli. In 1481 viel dat op op een maandag.
De disndag daarna is dus 3 juli.
Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1396-10
17-07-1481. Voor schepen van Myll [Tuyll] verleent Gerrit Van Strijn, broeder tot Zevenbergen, kwijtschelding aan de Kartuizers van Vucht van 150 [250] Rijnse gulden op zijn leven.
Wij Johan die Kock ende Alairt van Haifften scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Gerit van Strijn brueder tot Soevenbergen ende heeft
qwijtgeschouwen den eirsamen brueder Heijnrick die Vroede prioer des gestichts ende convents van Constantinobel carthuijsers
berden? buten der stat van Shertogenbosch in die prochye van Vucht tot behoiff des convents vursz. all alsulcke geloifften het sij
in scepenenbrieven off in ander brieven als brueder Thyman Kroeck prioer ende brueder Thomas van Driell procuratoer off ennige
een van hem beijden besonder van wegen hoers cloesters ende convents vursz. den vursz. Gerit van Strijn brueder tot Soevenbergen
na doede vrauwe Alijtten Piecx sijnre huijssvrauwen ten lijve des vursz. Gerits geloift hebben gelijck dat dat die scepen
brieve ende ander brieve dair aff gemaict dat vorder inhauden ende begrijpen ruerende van dardehalff hondert Rijnsche
gulden des jairs lijffpensije ten lijve Gerits vursz. die sij hem inden naem des cloesters vursz geloift hadden uijt te reijcken?
jairlix ende te betalen in allen formen ende manieren als die scepenbrieve off ander brieve dair aff ende op gemaict vorder
bescheijdelicker dat inhauden ende begrijpen. In orkonde onsen litteren gegeven Inden jaer ons heren dusent vierhondert een? ende
tachtentich des dynxdaighs na sente Margrieten dach joffer.
Bron:
Felixarchief Antwerpen
Kerkelijke en caritatieve instellingen [“Kerken en kloosters”]
Inv. nr. KK#1559

N.B. Plaatselijk is de tekst vaag. Het regest bevat fouten.
Bron: Overigen
31-07-1481. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Philips van Haeften
Wij Heijnrick Scoeck ende Philips van Haeften scepen in Tuijll tugen
.... Erst Willemsz ...
....
.... des dynxdaghes nae
sunte Jacops dach apostels
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 15-16)
14-08-1481. Schepenen van Tuil oorkonden dat Gerit Jacopssoen verkocht heeft aan Hubert Holle Geritssoin de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Alairt van Haiften ende Clais Pauwe scepenen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Gerit Jacopsz ende heeft vercoft ....
... Hubert Holle Gerits soin erffe-
licken te besitten ...
Met het geschonden schepenzegel van Alairt van Haiften en het schepenzegel van Clais Pauwe.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 274 (Reg. 458)
14-09-1481. Schepenen: Willem die Koc en Heinrick van Tuijl
Wij Willem die Koc ende Heinrick van Tuijl tugen dat voir ons comen is Erst Willemsz
ende heeft vercoft ...
...
op des heiligen
cruijs avont exaltatio
Transfix bij 3-5-1468.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 52)
14-09-1481. Schepenen: Willem die Kock en Heijnrick van Tuijl
Wij Willem die Kock ende Heijnrick van Tuijl scepen in Tuijll tugen dat voir
ons komen is Eerst Wilhemsz ende heeft vercoft ende opgedragen voir hon-
dert pont gever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff
dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteecken is ....
..... Adriaen Scoeck priester tot behoef
der kercken van Nederijnen ... ...
... op des heijlighen cruijs avont exaltatio
Transfix bij 3-5-1468
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 99-100)
18-09-1481. Schepenen: Philips van Haefften en Henrick Schoeck
Wij Philips van Haefften ende Henrick Schoeck scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is die gesworen bode...
.... gemaent heefft van wegen Jacop Tengnagels Adriaen van den
Over? {Oever?} off soe wie dat mit recht ...
.... inden gericht van Nederijnen ...
.... tusschen die gemeyn stege ende wilner Gijsbert Hacken ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-3
19-09-1481. Schepenen: Philips van Haefften en Henrick Schoeck
Wij Philips van Haefften ende Henrick Schoeck scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is
Thonis Wautersz ende heefft vercofft ende opgedragen ....
... den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doersteken is ...
.... tot be-
hoeff Jacop Tengnagels ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-4
02-10-1481. Schepenen: Philips van Haefften en Henrick Scoeck
Wij Philips van Haefften ende Henrick Scoeck scepen in Tuijll tugen dat wij dair over? ge-
weest hebben daer nae onsen vonnisse Jacop Tengnagell nae ingehaut sijnre scepen
gericht ende coepbrieven overmits den gesworen richter ....

... inden gericht van Nederijnen geheijten Die Weije tusschen die gemeijn stege ende
wilner Gijsbert Hacken aen die een sijde zuijtwaert ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-5
27-11-1481. Schepenen: Wilhem die Kock en Heynrick van Tuyll
        Copia
Wij Wilhem die Kock ende Heynrick van Tuyll scepen in Tuyl tugen dat Martijn Hoeffkensen heeft geloift joffer Mechtelt van Vaurick cloesterjoffer tot Zenwijnen enen rijnsche gulden twintich stuvers current in tijt der betalingen genge ende geve gerekent voir den rijns gulden vurscr. off ander guit payement daervoer in gelijker weerden erffthijns alle jaer ewelicken op Sente-Catherinen-dach joffer te betaelen ende te boeren uyt thien hont lants gelegen in den gericht van Hemert geheiten die Eymerick boven naist lantgelegen Johan van Weerdenborch ende beneden Rutger Nuen. Item noch uyt een huyss ende een hoffstadt mit allen hoeren toebehoeren dair Martijn vurscr. woont gelegen in den gericht voirscr. tusschen Heynrick van Beest ende Gaert Rutgerssen welck thijns vurscr. weert saick dat die alle jair ewelicken opten vurscr. dach der betaelingen nyet betaelt en weer dan soe sall dair alle daege daernaist volgende eenen peen van eenen auden cleyckengenge ende geve opten vurscr. thijns wassen ende gain welcke peen tegader mitten thijns vurscr. joffer Mechtelt vurscr. uyt den lande ende guede vurscr. verhalen sal ende mach wanneer sijs nyet langer beyden en willen. Ende Martijn vurscr. heeft geloift joffer Mechtelt vurscr. den thijns vurscr. ten ewigen daigen te waeren tegen alle diegene die ten recht komen willen uyt den lande ende guede vurscr. Inne orkonde onser litteren. Gegeven in den jaer ons Heeren dusent vierhondert een ende tachtentich des dynxdaige nae Sente-Katherynendach.
    Gecollationeert ende bevonden concorderende deze copie mette origi-
    nale brieven bij mij ondergescreven oipenbaer geadmitteert notaris
    tsHertogenbossche residerende. Toirconde
                      G. Ruys

(in dorso) nr. 40 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 259 (Pag. 272)
1482. Schepenen: Henrick Scoeck en Claes Pauwe.
Bron: Schepenen van het oude Thule nu Tuil in de jaren 1336-1482
1482. Hendrick Schoick en Claes Paeuwe schepenen in Thuijl verklaren dat Jacob Tengnagel een tins te Thuijl heeft. Zegels gaaf.
Deze akte zou in AHWN moeten voorkomen, maar de combinatie van namen komt daarin niet voor. Vermoedelijk is dit een verschrijving.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
1482. Philip van Haeften en Hendrick Schoick schepenen in Thuil etc. Jacob Tengnagel koopt goederen.
3e van 3 transfixen die blijkens een + voor de aantekening vernietigd zijn. Zie ook 1448 en 1465.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
1482. Zweder van Waerdenborg en Zander Ottenzoon schepenen in Tuijl getuigen, dat Gerrit Holl priester en Gerrit van Tuijll als kerkmeester van Tuil een stuk land verkopen aan Jacob Tengnagell.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
03-02-1482. Schepenen van Tuil oorkonden dat Mechtelt Jan Bruystenssoens dochter beloofd heeft aan Kathelijn, weduwe van Johan Danyelssoen, een erfcijns van 1 rijnsgulden uit een huis en hofstad in Hellouw.
Wij Wilhem van Tuijll emde Derick van Hemert scepen in Tuijll tugen dat Mechtelt Jan Bruijstensz dochter
mit horen gekoren momber heeft geloift Kathelijn die wijff was Johan Danyelsz enen rijnsche gulden
twentich stuvers genge ende geven gerekent voer elcken gulden ...
... te betalen ende te boeren uijt een
huijss ende een hoffstat .... inden gericht van
Hellu Andriaen Maesz aen die overste zijde naist gelegen ende Wilhem Mathijsz aen die nederste zijde ...
Met het zegel van Wilhem van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 271 (Reg. 461)
25-06-1482. Schepenen: Willem van Tuijll en Philips van Haefften
Wij Willem van Tuijll ende Philips van Haefften scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Fij Peters dochter van Ham mit horen
gekoren momber ende heefft vercofft ... acht
hont lants gelegen inden gericht van Tuijll op den Eng ...
... noch drie hont lants gelegen inden selven gericht opt Startken tusschen den Esch aen die
een sijde ende die gemeijnstege aen dander sijde ...
Jacop Tengnagell in enen eijgendom mit dordalff roij dijckx gelegen inden gericht van Hier tusschen den heer van Weer-
denborch ... dusent vierhondert twe ende tach-
tentich des dijnsdachs nae sente Johans baptisten dach nativitas
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1913
08-09-1482. Schepenen: Heinrick Scoeck en Claes Pauwe
Wij Heinrick Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuijl tugen dat Johanna die wijf
was Derick Jansz {1}...
...
... te boeren uut tien hont lants ...
... inden gericht van Nederinen opten Endenbeck tuschen lant des cureijts van Ne-
derinen an deen sijde oestwairt ende Rolof Hubertsz aen die westen side streckende mitten
noirden eijnde vander Tyewael stege totter gemeinre straten toe ...
...
... Ende hier voir sijn heer Gerijt Hol Diricksz priester, Willem die Ridder
ende Alijt Dircx dochter mit horen gecoren momber wairborgen onghescheiden inne aldusda-
niger voirwairden ende maniren als ....
....
... opten
jairgetide Dirck Jansz Johanna sijn wijf voirsz ende hoer kinderen welc jairgetide men hau-
den sal na doede Johanna voirsz altoes op horen jairlixschen sterfdach ....
...
... voir zie-
len Dirck Jansz Johanna sijnre huijsvrowe ende hoirre kinderen voirsz ...
... op onser liever vrouwen nativitas
1. Zie 3-5-1468.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 53-54)
10-12-1482. Schepenen: Dierick van Hemert en Gijsbert van Tuijll
Wij Dierick van Hemert en Gijsbert van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen sijn Johan Jacopsz ende Aernt Jacopsz
ende hebben vercofft .... die een helfft van
vier mergen lants gelegen inden gericht van Tuijll in Tuijlrebroeck ...
.... Jacop Tengnagell in enen eijgendom ...
.... gelegen inden gericht
van Tuijll affter Claes Paeuwen tusschen Claes Paeuwen voirsz aen dat een eijnde boven ende erffgenamen de jofferen van Holt-
husen aen dat ander eijnde beneden ...
... dusent vierhondert twe ende tachtentich des dijndages nae sente Nijcolaes dach
bisscopi
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1911-1
22-02-1483. Schepenen: Sweder van Weerdenborch en Sander Ottenssen
         Copie
Wij Sweder van Weerdenborch ende Sander Ottenssen schepen in Tuyll tugen dat Arnt Janssoen heeft gelooft joffrauwen Hylwer Hollen cloosterjoffer tot Zenwijnen enen auden schilt dertich stuvers genge en geve gerekent voor elcken auden schilt off ander guet payment daer voor in geliker weerden erffelich thijns alle jaer ewelicken op Sinte-Petersdach apostels ad Cathedram te betaelen ende te boeren uyt een huyss ende een hoffstadt mit allen hoeren toebehoeren gelegen in den gericht van Hemert tusschen die gemeyn straet boven ende Willem Geritssen beneden Welck thijns voirscr. weert saec dat die alle jaer ewelicken opten voirscr. dach der betalinge nyet betaelt en weer dan soo sal daer alle daeghe een maent na den voirscr. taeldach volgende een peen van enen auden vleemschen grooten genge ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen welcke peen tegader mitten thijns voirscr. joffer Hylwer Hollen voirscr. uyt den goede voirscr. verhaelen sal ende mach wanneer sijs nyet langer beyden en wille. Ende Arnt Janssoen voirscr. heeft gelooft joffer Hilwer Hollen voirscr. den thijns voirscr. ten ewigen dagen te waeren tegen allen diegene die ten recht commen willen uyt die goede voirscr. Die superscripte "dage" loeven wij guet. Inne orkonde onse letteren. Gegeven in den jaer ons Heeren dusent vierhondert drye ende tachtentich op Sinte-Petersdach apostels ad Cathedram.
       D'accordt deser copye mitten originaelen besegelden brieff
       attestere ick notaris onder~geschreven
                 H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 21 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 246 (Pag. 273)
05-03-1483. Schepenen van Tuil oorkonden dat Adriaen die Cock als rentmeester van jonker Gerit van Soevenbergen en de vrouwe van Herlair, wegens wanbetaling door Aelbert van de Veen van 25 rijnsgulden diens goederen in de Eninge van Tuil in Herwijnen opgewonnen heeft en dat Thonis Wauterssoin ze gekocht heeft.
Wij Gijsbert van Tuijll ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is die gesworen bode ons heren van
Gelre in Tielreweert ende heeft gegiet dat hij gemaent heefft van wegen Adriaens die Cock als rentmeister ionck.
Gerits van Soevenbergen ende die vrauwen van Herlair Aelbert van den Veen van vijffende twentich rijnsche gulden
...
Met fragment van het schepenzegel van Sander Ottenssoin.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 243 (Reg. 470)
06-03-1483. Schepenen van Tuil oorkonden dat Thonis Wauterssoin verkocht heeft aan Adriaen die Cock als rentmeester van jonker Gerit van Soevenbergen en de vrouwe van Herlair de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Gijsbert van Tuijll ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Thonis Wautersz ende heefft ver-
coft ...
Met fragment van het schepenzegel van Gijsbert van Tuyll.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 243 (Reg. 471)
18-03-1483. Schepenen: Gijsbert van Tuijll en Sander Ottensz
Wij Gijsbert van Tuijll ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Johan van Auwrijn met wille ende consent Agnesen sijnre huijsvrouwen ende heeft
vercoft ...elve ende sertich Rijnsche gulden erffelix thijns jairlix ..
... uut alle erffenissen Jacops van Drakenborch gelegen inden gericht van Herwijnen .... Item drie Rijnsche gulden ... uut drie mergen lants .... in Roloffs Hoeve .... erffgenamen Rutger Bruijstensz boven naest lantgelegen ende beneden Johan die Heelt {=Holt?} Item ....
.... boven naest lantgelegen Johan Steeskensz ende beneden Laurens Hermansz. Item noch uut thien hont lants
gelegen inden gericht voirsz ... Roloff Lambertsz boven naest lantgelegen ende beneden Jo-
han van Herwijnen. Item noch ...
... inden gericht van Haeften tusschen Willem Krijns soens erffgenamen aen die een zijde ende erffgenamen Andries Petersz aen die ander zijde
streckende ... Item noch uut een hoffstat ...
... tusschen Derick Jansz aen die een zijde ende Engel Dirck Egens dochter aen dander zijde
Item ... uut een huijs ende hoffstat mit alle oere tymmeringen ende
poetinge gelegen inden gericht van Tuijll tusschen Aernt Pieck aen die een zijde ende Bruijsten Celisz? mit zijnre kijnderen aen dander zijde ...
... inden gericht van Vauderick opten Honswijnckell tus-
schen Henrick van Vauderick aen die een sijde ende Gerit van Roije aen die ander zijde ....
.... erffgenamen Goessen Gijsbertsz boven naest langelegen ende Henrick Geritsz beneden. Item ...
... tusschen Philips Lotthemssoen aen die een sijde ende Jan Lambertssoen aen die ander sijde. Item ...
... Item alle ghelden ende schulden diemen Johan Auwrijn ende sijn-
re huijsvrauwen voirsz enichsyns schuldich is inder eninge van Tuijll Hubert Auwrijn die een helfte vanden gueden voirsz ende Gheman Scho-
nen die ander helfft vanden gueden voirsz in enen eijgendom erffelik te hebben ende te besitten ....
....
.... hij geloefde oeck te waren Hubert Auwrijn ende Gheman Schonen voirsz dese gueden voirsz jaer ende dach ...
...
... alle wittelicke schulden die Johan van Auwrijn ende sijn huijsvrouwe voirsz enichsyns wittelick sculdich sullen sijn ...
.... Hubert Auwrijn ende Gheman Schonen voirsz oock in gheEerfft heeft...
...
.... alsulke testament als Agnese voirsz be..rt ende gemaect heefft voer her Johan van Bosinchem priester als notaris / in der?
manieren als dat bescreven steet ...
heren Dirck Auwrijn priester / alsoe veel ghelts als dat testament Agnesen voirsz...
...
....dusent drie ende tachtentich opten achtienden dach in meerte
N.B. Lange tekst.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1876
22-04-1483. Akte waarbij Hubert Auwrijn overdraagt aan zijn broeder Johan Auwrijn een rente van 8 rijnse guldens, gaande uit 6 morgen land te Hier in het Broeck, gend. de Benhem, 1488. Met een oudere brief van 1483.
Wij Gijsbert van Tuijll ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat Gijsbert Schoeck heeft geloeft Johan Auwrijn tot behoeff heren
Dirck Auwrijns sijns broeder priester ...
2 charters
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1670-1
27-04-1483. Schepenen: Sweder van Weerdenborch en Sander Ottenssen
        Copie
Wij Sweder van Weerdenborch ende Sander Ottensen schepen in Tuyl tugen dat Rutger Noyensen heeft gelooft joffer Ysenbeel van Opwijck cloosterjoncfrou to Zenwijnen thijns enen rijnsche gulden twentich stuver current in tijdt der betalinge geng ende geve voor den gulden gerekent off ander goet payment daervoor in geliker weerden alle jaer ewelycken op Sinte-Martens-dach in de wynter te betaelen ende te boeren uut een huys ende hoffstadt mit alle sijne tymmeringe potinge ende toebehoeren ende mit vier hont lants daeraen. gelegen in den gerichte van Hemert op die Bomingen tusschen wilner Weyndels Veren aen die een zijde ende wilner Henrick die Wijse aen die ander zijde off tusschen dieghene die daer allomme mit recht lantgelegen sijn Welck tijns weert sake dat die alle jaer ewelicken opten voirn. termijn der betalinge nyet betaelt en were dan soe sal daer alle dage daernaestvolgende een maent lanck duerende een peen van enen alde cleycken goet ende geve opten tijns voirscr. wassen ende gaen welck peen tegader mitten tijns voirscr. joffer Ysenbeel voirscr. uten goede voirscr. verhalen sal ende mach wanneer sij nyet langer beyden en wille. Ende Rutger Noyens voorscr. heeft geloeft joffer Ysenbeel voirscr. den tijns voorscr. ewelicken te waeren voor alle diegenedie ten recht commen willen uten goede voirscr. welcke maent voirscr. als sij omleden were ende den tijns ende pene voirscr. nyet betaelt en weren soe soude Rutger Noyensoen voirscr. daerenteynden vervallen wesen sonder ennich wederseggen van allen recht ende toeseggen dat hij hadde aen die goede voirscr. tot behoeff joffer Ysenbelen voirscr. erffelick te hebben ende te besitten beheltelick nochtans joffer Ysenbeel voirscr. alle hoerre voorwaerden voirscr. Inne orkonde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert drye ende tachtentich des sonnedaiges nae Sinte-Marcus-dach evangelist.
          Quoad copiam cum originali notarius
                   H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 18 (van de copieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 243 (Pag. 274)
22-07-1483. Gelijktijdig afschrift, gewaarmerkt door notaris Mathias Alberti, van een akte van 22 juli 1483 waarbij Ghijsbert van Tuyll en Sander Ottensz., schepenen te Tuyll, oorkonden, dat Elizabeth, weduwe van Gerith van Vloedorp, ridder, overgedragen heeft aan heer Andriaen van Hoesden, prior van het Augustijnerklooster buiten Zautboemell op Sente Peters Wiell, ten behoeve van dat klooster, een stuk land in het gericht van Haefften, geheeten die Oplage.
Datering: Gegeven indt jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tachtentich op Sente Marien Magdalenen dach.
Maakt deel uit van: Afschriften van brieven uit 1478-1485 betreffende de inlaagdijk en een uiterwaard onder Haaften, welke toebehoorden aan het Regulierenconvent., 1478-1485, 1 katern.
Was regest 68 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-580
22-07-1483. Akte van transport voor schepenen in Tuil door vrouwe Elisabeth, echtgenote van heer Gerit van Vloedrop, ridder, met haar gekozen momber aan heer Adriaen van Hoesden, de prior van het Convent van de Augustijnen op St. Pieterswiel buiten Zaltbommel, van een stuk land "die Oplaghe" in het gericht van Haaften, tijnsvrij met dijkplicht, ten behoeve van het klooster voornoemd voor de som van 1.000 gulden.
St. Marienmagdalenendag.
Wij Gijsbert van Tuijll ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is vrauwe Elizabeth wittige wijff
was heren Gerits van Vloedorp ritter mit horen gekoren momber ende heeft vercoft ende opgedragen voer dusent pont gever
penningen die sij giede dat hoer betailt sijn een stuck lants gelegen inden gericht van Haiften geheijten die Oplage
beneden naist lantgelegen die Hellusche zijwijn ende boven aen meijster Goirt Neve priester Staes Claisz ende Griet
Arnts streckende mytten enen eijnde op die gemeijn stege ende mitten anderen eijnde totten dyepen toe vanden Waell
heren Andriaen van Hoesden prioer des cloesters van sente Augustijns oerden binnen der stat van Zautbomel gelegen
op sente Peters Wyell tot behoiff des cloesters ende des gemeijn convents vurscr. in enen eygendom sonder thijns
mit dijck die dair mit recht toehoert erffelick te besitten Ende vrauwe Elizabeth mit horen momber vursz verteech
op dat lant ....
... Die rasuer Griet loeven wij guit Inne orkonde onser litteren Gegeven inden jaer ons heren dusent vierhondert
drie ende tachtentich op sente Marien Magdalenen dach
Met twee schepenzegels, zie ook Wapenalbum Bommelerwaard door Peter van de Zalm (tuyl/2843 en otte/2209)
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 233
16-12-1483. Akte van transport voor schepenen in Tuil door Rutger van Dyck aan Philips van Haeften ten behoeve van vrouwe Elisabeth van Haeften van een stuk uiterwaard in het gericht van Haaften, tijnsvrij en met een dijkplicht, voor de som van 50 pond.
Dinsdag na St. Luciendag maagd.
Wij Willem die Cock ende Gijsbert van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Rutger van Dijck ende heefft
vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont gever penninge die hij ghiede dat hem betaelt sijn een stuck uterwaerts ge-
legen inden gericht van Haefften tusschen vrouwe Elisabeth van Haefften weduwe wilneer heren Gherits van Vlo-
dorp rittere aen beijden sijden streckende vander stege dwarss over den dijck totten diepen vanden stroem toe / Philips
van Haefften tot behoeff vrouwe Elisabetten van Haefften weduwe voirss in enen eijgendom sonder tijns ende mit
dijck die daer mit recht toebehoert erffelicken te besitten Ende Rutger van Dijck voirsz verteech op dit vercoffte goet
...
... Inne orkonde onser litteren Gegeven int iaer ons heren dusent vier-
hondert drie ende tachtentich des dijnsdages nae sente Lucien dach maghet
Zie ook Wapenalbum Bommelerwaard, door Peter van de Zalm (cock/ 575)
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 166
1484. Schepenen: Wouter Hermanss., Claes Pauwe
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
22-03-1484. Schepenen: Airnt van Tuyll Wynaltsen en Jan die Raet
Wij Airnt van Tuyll Wynaltsen ende Jan die Raet scepen in Tuyll tugen dat voir ons comen is Jan van Hemert ende heeft vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont gever pennynge dye hy giede dat hem betaelt sijn enen graeff gelegen in den gericht van Wadenoyen boven naest gelegen Jan van Hemert voirscr. ende beneden naest gelegen Jan van Zuerichoven; item noch enen waterganck die gain sal doir Jans heerlicheyt van Wadenoiyen vurscr. joffer van Rutenborch cloesterjoffer tot Zenwenden tot behoiff des cloesters van Zenwenden ende den gemeynen geërffden ende naburen Ende Jan van Hemert vurscr. heefft geloefft joffer van Rutenborch tot behoeff des cloesters van Zenwenden ende die gemeyn geërffden ende naburen van Zendewinen voirscr. desen voirscr. graeff ende waterganck voirscr. te waren jair ende dach als recht is ende ten ewigen dagen voir alle diegene die des ten rechten comen willen ende alle voirplicht aff te doin van denselven. In orkonde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vyerhondert vyer ende tachtentich des manendages na sunte-Geertruydendach.

(in dorso)
van dat recht dat die ghemeynt van Zenwynen hebben om horen
waterganck doir Wadenoyen van Zenwenden te hebben ende te besitten
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 174 (Pag. 276)
04-05-1484. Gelijktijdig afschrift, gewaarmerkt door notaris Mathias Alberti, van een akte van 4 mei 1484 waarbij Willem die Cock en Wauter Hermansz., schepenen te Tuyll, oorkonden, dat meester Godert Neve, priester, overgedragen heeft om niet en ter wille van zijn zaligheid aan Jan Meynart, ten behoeve van het Regulierenklooster bij Sente Peters Wiell buiten Boemell, een stuk land in het gericht van Haeften, buitendijks, geheeten die Oplage.
Datering: Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tachtentich des Dynsdaghes nae den Sonnendach als men singt in der heyliger kercken Misericordia Domini.
Maakt deel uit van: Afschriften van brieven uit 1478-1485 betreffende de inlaagdijk en een uiterwaard onder Haaften, welke toebehoorden aan het Regulierenconvent., 1478-1485, 1 katern.
Was regest 69 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-580
04-05-1484. Akte van schenking voor schepenen in Tuil door meester Godert Neve, priester, voor Jan Meynart namens de prior en het Convent van de Regulieren bij St. Pieterswiel van een stuk binnen- en buitendijks land, "die Oplage", in het gerecht van Haaften. Dinsdag na zondag misericordia domini.
Wij Willem die Cock ende Wauter Hermansz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is meister Godert Neve priester
ende heefft gegeven ende overgedragen puerlick om goids wille ende om sijnre sielen salicheit wille een stuck lants
bynnen ende buyten dijckx gelegen inden gericht van Haefften geheiten die Oplage tusschen Franck Jansz ende
ende {sic} Jan Gijsbertsz erffgenamen aen die een sijde ende dat cloester vanden Regulieren buyten Boemell ende Staes
Claesz aen die ander sijde streckende vander Nijerstege totten diepen vanden stroem toe Jan Meijnart
tot behoeff des prioers ende gemeyn convents des cloesters vanden Regulieren voirsz bij sente Peters Wyell gele-
gen in enen eijgendom sonder tijns ende mit dijck ...
...
... In orkonde onser litteren gegeven int
jaer ons heren dusent vierhondert vier ende tachtentich des dijnsdages nae den sonnendach alsmen singt inder hei-
liger kercken Mesericordia domini
Zie ook Wapenalbum Bommelerwaard door Peter van de Zalm (cock/ 575, herm/ 1408)
Willem de Cock zegelt met drie hamers in het schildhoofd (de Cock van Neerijnen). Wouter Hermansz zegelt met een dubbel gekanteelde dwarsbalk [een stormbalk]; het randschrift is onduidelijk.
Het wapen van Wouter Hermansz is wellicht onvolledig beschreven want het lijkt een schildhoofd met een figuur te hebben.
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 35
01-06-1484. Akte van koop voor schepenen in Tuil door Dierick van Hemert en zijn zoon Arnt van de prior en het Convent van de Regulieren in het gericht van Zaltbommel van het onderhoud van een dijkvak dat het convent bezit in en zal verkrijgen in het gericht van Haaften "in die Oplage", omtrent 9 roeden die behoren aan meester Godert Neve, priester, omtrent 9 roeden waarvan de ene helft toebehoorde aan de erfgenamen van de weduwe Margriet Arts, en de andere helft Staes Claess. ongescheiden, omtrent 30 roeden beneden in de oplage beneden de griend van meester Godert voornoemd, ten laste van al hun goederen in de eninge van Tuil, met vrijwaring door de comparanten, onder voorwaarden dat zij en hun erfgenamen aarde mogen halen van het binnendijkse land van het convent voornoemd aldaar gelegen, en hun pootsel vanaf de griend van meester Godert voornoemd tot de Hellusche zijdewinde binnendijks zal blijven, terwijl hun wilgen buitendijks gepoot en geknot zullen worden binnen de dijkkavelingen wel 8 voet van boven de dijk "aengemeten voert nederwaerts", voor de som van 200 pond, met verklaring in rechte door de eerste comparant van zijn onroerend goed in de eninge van Tuil in het gerecht van Haaften.
Dinsdag na ons heren hemelvaartsdag.
Wij Gijsbert van Tuijll ende Wouter Hermansz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen sijn Dierick van Hemert ende Arnt van Hemert
sijn soen ende hebben voer twe hondert pont gever penninge die sij ghieden dat oren betaelt sijn voir nu ende ten ewigen dagen aff-
genomen den ewigen prior ende gemeijnen convent des cloesters vanden Regulieren inden gericht van Zautboemell gelegen alle al-
sulcken dijck als die prior ende gemeijnen convent des cloesters voirss nu ter tijt hebben ende namaels noch vercrijgen mogen inden gericht van
Haefften in die Oplage nementlick dese dijcken hier nabescr. Inden yersten omtrent negen roden dijcx in die voirss. Oplage gelegen
tusschen erffgenamen Jan Gijsbertsz boven ende Staes Claesz beneden welcken dijck voirsz pleech toe te hoeren meister Godert Neve
priester tot sijnre Oplage. Item daer teijnden aen gelegen noch omtrent negen roeden dijcx daer die een helfft aff toe plach te hoeren
den erffgenamen Margriet Arts wedue, ende die ander helfft Staes Claesz ongesceiden. Item noch beneden inder selven Op-
lage tegen des voirg. meister Godert Neven grient, van denselven grient aen te meten voert nederwaerts omtrent dertich
roeden dijcx tusschen erffgenamen Gijsberts van Haefften nu ter tijt Willem van Tuijll boven naest dijckgelegen ende Jan van
Haefften beneden, off tusschen die ghene die den dijcken voirsz. all omme mit recht naest dijckgelegen sijn Welcke dijcken
voirss. Dierick van Hemert ende Arnt sijn soen voirss. ontfangen ende genomen hebben op oren ende op alle oere goeden die sij nu
ter tijt hebben ende hier namaels noch vercrijgen mogen inder enynge van Tuijll gelegen Voert so hebben Dierick van Hemert ende
Arnt sijn soen voirss. geloefft Thonis Woutersz tot behoeff des ewigen prioers ende gemeijn convents des cloosters voirss. alle die
dijcken voirss. ten ewigen dagen als oeren eijgen dijck te halden ende also te bewaren dat den selven prior ende gemeijn convent des
cloesters voirss. daer tot gheenre toecomender tijt schade, commer off last aff comen sall mit alsulcker voirwarden toegedaen
weert saeck dat die ewige prior ende gemeijn convent des cloosters voirss. in enniger toecomendertijt
ennigerhande commer, hijnder,
last off schade kregen mit ennigerleij manieren van recht, herkomende van ennich vanden dijcken voirss. alle den commer, hijnder,
last ende schade voirgeruert, hebben Dierick van Hemert ende Arnt sijn soen voirss. sementlick ende ongesceiden geloefft Tho-
nis Woutersz voirss. tot behoeff des ewigen priors ende gemeijn convents des cloosters voirss. ewelicken tot oeren wille te beta-
len ende te verrichten. Voirt soe sijnt voirwarde offt geboerden datmen aen ennich vanden dijcken voirss. tot enniger tijt sold
moeten dijcken so sullen Dierick van Hemert ende Arnt sijn soen voirss. ende oeren erffgenamen ten mynsten schade eerd mo-
gen nemen ende halen vanden lande des prioers ende gemeijn convents voirss. aldaer binnen dijcx gelegen sonder ijmants be-
cronen off wederseggen. Noch sijnt voirwarde dat Dierick van Hemert ende Arnt sijn soen voirss. ende oeren erffgenamen
aldaer binnen dijcx blijven sullen tot die potinge die meister Godert Neve priester voirss. aldaer heefft doen poeten teijn-
den sijnen grient ende den dijck alsoe dat sij daer binnen ten dijckwaert, voert totter Helluscher zijwende toe sullen mo-
gen poeten ende knoeten ende nyet vorder. Ende buijten dijcx sullen sij die willigen hebben ende mogen poeten ende knoeten binnen
die dijckavelinge to weten acht voet van boven den dijck aengemeten voert nederwaerts ende vorder nijet. Voert soe
tugen wij scepenen voirss. dat Dierick van Hemert voirss. voer ons bekant ende gegiet heefft als dat hij op huden dato des
brieffs heefft ende besittet inder enynge van Tuijll liggende dese erffenissen ende goeden hier nabescr. Inden yersten een
hoffstat geheiten Celisacker inden gericht van Hellu mit twe mergen lants daer aen gelegen tusschen Ot Claesz boven
ende erffgenamen Gerits Papen beneden streckende vander straten totten Corengraeff toe. Item anderhalven mergen lants inden
Bochorst gelegen mit erffgenamen Gheman Schonen besijden die Nijstege op Hellu int Broeck. Item acht mergen lants ge-
heiten die Acht Mergen inden gericht voirss. gelegen tusschen dat Capittell van Haefften boven ende Jan van Vauderick
beneden. Item omtrent fijfftenhalven mergen lants inden selven gericht over den Corengraeff gelegen tusschen der nonnen
lant van Boemell aen beijden sijden. Item een huijs ende hoffstat mit alle oerer tymmeringe potinge ende toebehoeren haldende te
samen omtrent twelff mergen in groetten inden gericht voirss. oeck gelegen streckende vanden diepen vanden stroom tot-
ten Corengraeff toe tusschen des Capittels tijnsgoet van Haefften boven ende Ot Otten bastert soens erffgenamen beneden.
Item thien mergen lants geheiten Negenacker inden selven gericht gelegen tusschen erffgenamen Ot Otten bastert soens voirss.
boven ende Dierick van Hemert voirss. beneden. Item noch hier besijden nederwaerts aen gelegen seven mergen lants streckende
van der stegen totten Corengraeff toe. Item noch aldaer besijden nederwaerts een hoffstat mit ses mergen lants daer aen gele-
gen inden selven gericht streckende vander straten totten Corengraeff toe. Item noch daer besijden nederwaerts inden selven
gericht een hoffstat mit drie mergen lants daer beneden naest lantgelegen Ghijsbert van Dalem streckende vander straten
totten affterlant toe. Item noch een stuck uterweerts inden gericht voirss. gelegen buijten dijcx tusschen den dijck ende die
Kille boven naest lantgelegen Ott Claesz voirss. ende beneden Gijsbert van Dalem voirss. off tusschen dieghene die den erffe-
nissen voirss. al omme mit recht naest lantgelegen sijn. Die superscripti die loven wij goet. In orconde onser litteren gegeven int jaer ons heren .... {1484} des dijnsdages nae ons heren hemelvaertsdach
Met 2 schepenzegels.
Zie ook Wapenalbum Bommelerwaard door Peter van de Zalm, herm/ 1408; het wapen van Wouter Hermansz is wellicht onvolledig beschreven want het lijkt een schildhoofd met een figuur te hebben.
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 326
22-06-1484. Schepenen: Willem die Cock en Wauter Hermansz
Wij Willem die Cock ende Wauter Hermansz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is Gielis Hermansz ende heeft
vercofft ende opgedragen voer twentich gouden gulden ...
... Johan Hermansz sijnen broeder erffelicken te besitten ...
... des dinsdaches nae des heiligen sacraments dach
Transfix.
Hangt aan: 10-03-1465
Aanhangend: 28-04-1538
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1769-2
22-06-1484. Schepenen: Willem die Cock en Wouter Hermansz
      Copia
Wij Willem die Cock ende Wouter Hermansz schepenen in Tuijl, tuijgen dat voir ons coomen is Gillis Hermansz ende heeft vercoft ....
Johan Hermansz sijnen broider erffelick te besitten ...
Inne oirconde onser letteren, gegeven int jaer ons heeren dusent vier hondert vier en tachtentich des dijnsdaechs nae des heijliger sacraments dach, ende was besegelt met twee segelen in groenen wassche uijthangende aen dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 10-03-1465
Aanhangend: 28-04-1538
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 12v)
13-07-1484. Gelijktijdig afschrift, gewaarmerkt door notaris Mathias Alberti, van een akte van 13 juli 1484 waarbij Johan die Cock en Gijsbert van Tuyll, schepenen te Tuyll, oorkonden, dat Walraven Segersz. als momber van zijn echtgenoote, Adelis, weduwe van wilneer [1] Dierick Henrixz, overgedragen heeft aan meester Godert Neve, priester, ten behoeve van het klooster van de Regulieren bij Sente Peters Wyell buiten Boemell, een stuk uiterwaard in het gericht van Haefften buitendijks, benevens de helft van acht roeden in de inlaagdijk.
Datering: Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tachtentich op Sente Margrieten dach maghet.
Maakt deel uit van: Afschriften van brieven uit 1478-1485 betreffende de inlaagdijk en een uiterwaard onder Haaften, welke toebehoorden aan het Regulierenconvent., 1478-1485, 1 katern.
Voor het origineel zie inventarisnummer 20/579.
Was regest 70 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
1. wilneer = wijlen.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-580
13-07-1484. Akte waarbij Johan die Cock en Gijsbert van Tuyll, schepenen te Tuyll, oorkonden, dat Walraven Segersz. als momber van zijn echtgenote, Adelis, weduwe van wilneer [1] Dierick Henrixz, overgedragen heeft aan meester Godert Neve, priester, ten behoeve van het klooster van de Regulieren bij Sente Peters Wyell buiten Boemell, een stuk uiterwaard in het gericht van Haefften buitendijks, benevens de helft van acht roeden in de inlaagdijk., 13 juli 1484, 1 charter
NB. Datering: Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tachtentich op Sente Margrieten dach maghet.
Met de geschonden zegels van de oorkonders in groene was.
Wij Johan die Cock ende Gijsbert van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is Walraven
Segersz als momber Adelissen sijns wijffs weduwe wilneer Dierick Henrixsz ende heefft vercofft ende
opgedragen voer vijfftich pont penninge die hij ghiede dat hem betaelt sijn Een stuck
uterweerts alsoe groet ende alsoe cleijn als dat gelegen is inden gericht van Haefften buijten
dijckx tusschen erfenisse des cloesters van den Regulieren bij Sente Peters Wyell buijten Boemell
gelegen aen die een sijde ende erffgenamen Jan Gijsbertsz aen die ander sijde streckende van den
dijck totten diepen van den stroom toe Meijster Godert Neve priester tot behoeff des prioers
ende gemeijnen convents des cloesters van den Regulieren voirsz in enen eijgendom sonder tijns ende
mitter helfften van omtrent acht roeden dijckx in die Oplage gelegen tusschen die Regulieren
voirsz boven ende erffgenamen Aernts van Haefften beneden erffelick te besitten ende Walraven
voirsz als momber sijns wijffs voirsz. verteech op dit vercoffte goet voirsz ende geloeffde daer op doen
te vertijen alle die ghene die van sijner wegen daer mit recht op vertijen sullen ende geloeffde
oeck van sijnen wegen te waren meister Goder Neve priester voirsz. tot behoeff des prioers
ende gemeijnen convents des cloesters van den Regulieren voirsz dit vercoffte goet voirsz jaer
ende dach als recht is voir alle die ghene die ten recht komen willen ende van sijnen wegen
alle voirplicht aff te doen van den selven Voirt soe heefft Walraven voirsz geloefft meister
Godert Neven voirsz tot behoeffe des prioers ende gemeijne convents des cloesters van den Regulieren
voirsz dat Dirck onmundige kijnt Dirck Dirck Henrixsz voirsz op dit goet voirsz tot behoeff des cloes-
ters van den Regulieren voirsz vertijen sall also gheringe alst tot sijnen mundigen jaren gekomen
is Inne orkonde onser litteren gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert vier ende tachtentich
op sente Margrieten dach maghet
Voor een gelijktijdig afschrift zie inventarisnummer 20/580.
Aantekening op de achterzijde: Van ons oplage.
Was regest 70 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Het wapen van Johan de Cock wordt beschreven in het Wapenalbum, nr. cock/ 568. Het schildhoofd bevat een uitkomende leeuw.
1. wilneer = wijlen.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-579
28-08-1484. Schepenen: Willem die Kock en Ghijsbert van Tuyll
        Copia
Wij Willem die Kock ende Ghijsbert van Tuyll scepen in Tuyl tugen dat voir ons komen is Henrick die Wijs ende heefft vercofft ende opgedragen voer hondert pont geve penninge die hij ghiede dat hem betaelt sijn een huyss ende hoffstat mitten lande daeraen liggende alsoe groet ende alsoe cleyn als dat gelegen is in den gericht van Ophemert beneden Sente-Lambertskerck buytendijckx daerboven naest lantgelegen is Jan Rutger Goeyenssen ende beneden allomme die gemeynt joffer Aernt Borchgreve cloesterjonfrou tot Zenwijnen in enen eygendom sonder tijns ende sonder dijck erffelicken te besitten. Ende Henrick die Wijs voirscr. verteech op dit vercofte goet voirscr. ende geloeffde daerop doen te vertijen alle dieghene die daer mit recht op vertijen sullen ende geloeffde oick te waren joffer Aernt Borchgreve cloesterjonfrou voirscr. dit vercoffte goet voirscr. jaer ende dach als recht is voor alle dieghene die ten recht comen willen ende alle voorplicht aff te doen van denselven. Doe dit gesciet was joffer Aernt Borchgreve cloesterjonfrou voirscr. mit hoeren gekoeren momber gaff weder Henrick die Wijs voirscreven dit vercoffte goet voirscr. in enen jaerlicxschen erfftijns te besitten voer dordalven rijnsche gulden elcken gulden voirscr. gerekent voer twentich stuver current in tijt der betalinge geng ende geve off ander goet payment daervoor in gelijcker weerden alle jaer ewelicken op Sente-Lebuynsdach in den soemer tot eenen tijnsrecht te betaelen welck tijns voirscr. weert saeck dat hij alle jaer ewelicken opten voirgen. termijn der betalinge nyet betaelt en were dan soe sall daer alle dage daernaest komende een maent langh duerende een peen van eenen gouden vlemsche groeten goet ende geve opten tijns voirscr. wassen ende gaen welcke peen tegader mitten tijns voirscr. joffer Aernt cloesterjonfrou voirscr. uyten goede voirscr. verhalen sall ende mach wanneer sij nyet langer beyden en wille welcke maent voirscr. als sij omleden weere ende den tijns ende pene voirscr. nyet betaelt en weren alsdan soe soude Henrick die Wijs voirscr. daerenteynden vervallen wesen sonder ennich wederseggen van allen recht ende toeseggen dat hij hedde aen den goeden voirscr. tot behoeff joffer Aernt cloesterjonfrou voirscr. erffelicken te hebben ende te besitten beheltelijck nochtant joffer Aernt cloesterjonfrou voirscr. alle haere voerwaerden voirscr. Inne orconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert vier ende tachtentich op Sente-Johansavont Decollationis.
      Deze copie accordeert mette originale brieven quod attestor als
oipenbaer geadmitteert notaris
                  G Ruys

(in dorso) nr. 47 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 268 (Pag. 277)
29-08-1484. Schepenen: Willem die Cock en Gijsbert van Tuyll
         Kopie
Wij Willem die Cock ende Gijsbert van Tuyll schepen in Tuyl tughen dat Rutgher die Wilde heeft geloeft joffer Hilwer Hollen cloosterjoncfrouwe tot Zenwijnen tijns enen rijnschen gulden den gulden voirscr. gerekent voor twentich stuver current in tijdt der betalinge geng ende geve off ander goet payment daervoer in gelijcker weerde op Sinte-Johansdach Decollationis naestcommende ende daernae alle jaer ewelicken tijns enen rijnsche gulden als voirscr. is off payment daervoor als voirscr. steet jaerlicx op Sente-Johansdach Decollationis te betaelen ende te bueren uut een huys ende hoffstadt gelegen in den gericht van Zenwijnen tusschen Dierick Ottenssens erve aen die een zijde ende die gemeyn straet aen die ander zijde welck tijns voirscr. weert sake dat hij alle jaer ewelycken opten voirgen. termijn der betalinge nyet betaelt en were dan soo sal daer alle daege daernaest commende een peen van enen stuver payments voirscr. op ten tijns voirscr. wassen ende gaen welcke peen tegader mitten tijns voirscr. joncfrouw Hilwer cloosterjoncfrou voirscr . uten goede voirscr. verhalen sal ende mach wanneer sij nyet langer beyden en wille. Ende Rutger die Wilde voirscr. heeft gelooft joffer Hilwer cloosterjoncfrou voirscr. den tijns voirscr. ewelycken te waren voor alle dieghene die ten recht comen willen uten goede voirscr. In oirkonde onser letteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert vier ende tachtentich op Sinte-Johansdach Decollationis.
      Accordeert mit sijnen originaelen besegelden brieff quod attestor
      H. van Zoerendoncq notaris 1615

(in dorso) nr. 2 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 226 (Pag. 278)
08-09-1484. Schepenen: Willem die Cock en Wouter Hermansz
Wij Willem die Cock ende Wouter Hermansz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen sijn joffer Reijner van Hellu en
joffer Margriet van Hellu hoer dochter ende hebben mit horen gecoren momber vercofft...
... den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doersteken is ...
... heren Aernt die Cock canonick der kercken van Haefften erffelick te besit-
ten ....
... dusent vierhondert vier ende tachtentich op ons lieve
vrouwen dach nativitatis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1865-2
28-10-1484. Schepenen: Claes Paeuwe en Wouter Hermansz
Wij Claes Paeuwe ende Wouter Hermansz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is heren Aernt die Cock canonick der
kercken van Haefften ...
... Henrick ende Aernt natuerlicke kijnderen heren Aernts die Cock voirsz erffeliken te besitten ...
... dusent vierhondert ende tachtentich op sente Symon ende Juden dach der heiliger
apostels
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1865-3
04-11-1484. Schepenen: Wouter Hermansz en Claes Pauwe
Wij Wouter Hermansz ende Claes Pauwe scepen in Tuill
tugen dat Marij die wittighen wijff was Gijsbert
Scoecken mit horen ghekoren momber ende Johan Scoeck als mom-
ber Gherits ende Agnesen onmundighe kinderen Ghijsberts Scoecken
voirsz. hebben geloeft Gherbrant Hermansz thijns ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 20)
12-11-1484. Willem die Kock en Gijsbert van Thuill schepenen in Tuil getuigen dat hij Willem Kock een tijns, groot 10 rijnse gulden, gaande uit 7 morgen land te Neerijnen, schuldig is aan juffer Alaert van Eck priorin in’t convent van Zennewijnen.
Wij Willem die Cock ende Gijsbert van Tuijll scpene in Tuijll tugen dat ick Willem die Cock voirsz heb ge-
loefft joffer Alaert van Eck priorinne inder tijt des cloesters ende gemeynen convent der jonfrouwen van
Zenwijnen tot behoefff der ewiger priorinnen ende des gemeynen convents ....
.... thien Rijnsche gulden ...
...
... uut soeven mergen lants gelegen inden gericht van Nederijnen tusschen
mij Willem die Cock voirsz aen die een sijde ende lant toebehorende sente Peters altaer inder kercken van
Nederijnen aen dander sijde, ende ick Willem die Cock voirsz heb geloefft joffer Alaert van Eck priorinne ...
...
... int jaer ons heren dusent vierhondert vier ende tachtentich des
anderen dages nae sente Mertens dach inden wijnter
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1772
01-02-1485. Gelijktijdig afschrift, gewaarmerkt door notaris Mathias Alberti, van een akte van 1 februari 1485 waarbij Henrick van Tuyll en Sander Ottensz., schepenen te Tuyll, oorkonden dat Arnt Arntsz. overgedragen heeft aan broeder Aernt die Vier, ten behoeve van het Regulierenklooster buiten Zautboemell, de helft van een stuk uiterwaard en de helft van negen roeden dijks in het gericht van Haeften.
Datering: Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende tachtentich op Onser Liever Vrouwen avont Purificationis.
NB. Deze landerijen behoorden na de Reformatie aan het weeshuis te Zaltbommel.
Maakt deel uit van: Afschriften van brieven uit 1478-1485 betreffende de inlaagdijk en een uiterwaard onder Haaften, welke toebehoorden aan het Regulierenconvent., 1478-1485, 1 katern.
Was regest 71 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-580
01-02-1485. Akte van transport voor schepenen in Tuil door Arnt Arntss. aan broeder Aernt die Veer [1] ten behoeve van de Regulieren buiten Zaltbommel van de helft van een stuk uiterwaard in het gericht van Haaften, in "die Oplaghe", buiten dijks ongescheiden met Staes Claess., bezwaard met de helft van omtrent 9 roeden dijk in die oplage, eveneens ongescheiden met Staes voornoemd, voor de som van 50 pond.
O.l. vrouwe-avond purificatio.
Wij Henrick van Tuijll ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is Arnt Arntsz ende heefft vercofft ende opgedragen voer vijfftich pont gever penninge die hij ghiede dat hem betaelt sijn die een helfft van een
stuck uterweerts gelegen inden gericht van Haefften in die Oplage buijten dijcx ongesceiden mit Staes Claesz
tusschen meister Godert Neve priester aen die een sijde ende die Regulieren buijten der stat van Zautboemell gelegen
aen die ander sijde streckende vanden dijck totten diepen vanden stroem toe off tusschen die ghene die daer aen beij-
den sijden mit recht lantgelegen sijn. Broeder Aernt die Veer tot behoeff des prioers ende gemeijnen convents
des cloesters vanden Regulieren voirss. in enen eijgendom sonder tijns ende mit die helfft van omtrent negen
roeden dijcx gelegen in die Oplage voirss. tusschen meister Godert voirss. off die Regulieren voirss. boven naest
dijckgelegen ende erffgenamen Aernts van Haefften beneden, erfflicken te besitten. Ende Aernt Arntsz voirss. verteech
op dit vercoffte goet ... ... ...
... In orconde onser litteren gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert
vijff ende tachtentich op onser lieven vrouwen avont purificatione
1. Het regest noemde hem 'die Vier' maar dat is onjuist.
Met twee schepenzegels, zie ook Wapenalbum Bommelerwaard door Peter van de Zalm (tuyl/2845 en otte/2209)
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 267
28-05-1485. Schepenen: Wouter Hermansz en Sander Ottensz
Wij Wouter Hermansz ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is Henrick Jansz als
momber Margariten sijnre huijsvrouwen Jan Peters dochter van Ham ende heefft vercofft ...
... Jacop
Tengnagell erffelicken te besitten ...
... dusent vierhondert vijff ende tachtentich
des saterdachs na den heiligen pinxtdach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1864-3
11-10-1485. Schepenen: Claes Paeuwe en Wouter Hermansz
Wij Claes Paeuwe ende Wouter Hermansz scepen in Tuijll tugen dat Goris Jacopsz ende Goris Lodewichsz hebben geloefft
Jacop Tengnagell ende Aelbert van Nyewaell ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-5
06-12-1485. Schepenen: Johan van Haefften en Dierick van Hemert
Wij Johan van Haefften ende Dierick van Hemert scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is Claes van
Haefften ende heeft vercofft ende opgedragen voor hondert pont gever penninge ...
... die een helfft van vier mergen lants gelegen inden gericht van Tuijll in Tuijlrebroeck...
... Jacop Tengnagell in ene eijgendom
.... gelegen inden gericht van Tuijll affter Claes
Paeuwen tusschen Claes Paeuwen voirsz aen dat een eijnde boven ende erffgenamen der jofferen van Holt-
husen aen dat ander eijnde beneden ...
.... dusen vierhondert vijff ende tachtentich op sente Nicolaes
dach bisscopi
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1911-2
12-12-1485. Schepenen: Sweder van Werdenborch en Johan van Wije
     Copia
Wij Sweder van Werdenborch ende Johan van Wije scepen in Tuyl tugen dat voer ons komen is Johan Lambertsen ende heefft geloefft Claes Arntssen tot behoeff joffer Ysenbeel van Opwijck cloesterjonfrou tot Zenwijnen tijns dordalven rijnsche gulden twentich stuver current voer elcken gulden voirscr. gerekent geng ende geve off ander goet payment daervoer in gelijcker weerden op Sente-Thomasdach apostel naestkomende over een jaer ende daernae voert alle jaer ewelicken tijns dordalven rijnsche gulden als voirscr. sijn off payment daervoor als voirscr. is jaerlicx altoes op Sente-Thomasdach apostell te betalen ende te boeren uut eenre hoffstat mit alle hoerre tymmeringe ende potinghe als daer nu ter tijt op getymmert ende gepoet steet ende hier namaels noch op getymmert ende gepoet mach werden gelegen in den gericht van Vauderick tusschen die grote straet aen die een sijde ende Rombout Henricxsen aen dander zijde streckende mitten eenen eynde aen den gemeynen dijck ende mitten anderen eynde aen Jan Coppensen welck tijns voirscr. weert saeck dat hij alle jaer ewelicken opten voirgen. termijn der betalinge nyet betaelt en were dan soe sall daer alle dage daernaest komende een maent lang duerende een peen van dordalven stuver payments voirscr. opten tijns voirscr. wassen ende gaen. Welcke peen tegader mitten tijns voirscr. joffer Ysenbeel cloesterjonfrou voirscr. uten goeden voirscr. verhalen sall ende mach wanneer zij nyet langer beyden en wille. Ende Johan Lambertssen voirscr. heefft geloefft Claes Arntssen voirscr. tot behoeff joffer Ysenbeell cloesterjonfrou voirscr. den tijns voirscr. ten ewigen dagen te waren voor alle dieghene die ten recht comen willen uten goeden voirscr. Hieraff soe is Willem Janssen die Kuyter een waerburge. Welcke maent voirscr. als die omleden were ende den tijns ende pene voirscr. nyet betaelt en weren soe soude Johan Lambertssen voirscr. daerenteynden vervallen wesen van allen recht ende toeseggen dat hij hedde aen den goeden voirscr. tot behoeff joffer Ysenbelen cloesterjonfrou voirscr. erffelicken te hebben ende te besitten beheltelicken nochtant joffer Ysenbeel cloesterjonfrou voirscr. hoerre voirwarden voirscr. In orconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert vijff ende tachtentich op Sente-Lucienavont der heiliger maget.
         Accordeert mette originale brieven quod attestor als no-
         taris G. Ruys

(in dorso) nr. 42 (van de kopieën)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 261 (Pag. 279)
14-02-1486. Schepenen van Tuil oorkonden dat Roeloff, weduwe van Hubert Hollen Geritssoin, en Gijsbert Holl Geritssoin als voogd van haar kinderen verkocht hebben aan Claes van Haeften de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Henrick Schoeck ende Sander Ottensz scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen sijn Roeloff wittige wijff was
Hubert Hollen Geritsz mit horen gecoren momber ende Gijsbert Holl Geritsz als momber der kijnderen Hubert
Hollen voirsz ende hebben vercofft ....
.... Claes van Haefften erffelick te besitten ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 274 (Reg. 485)
14-03-1486. Schepenen: Sweder van Werdenborch en Johan van Haefften
Wij Sweder van Werdenborch ende Johan van Haefften scepen in Tuijll tugen dat voer ons ko-
men is Jacop van Malborch ende heefft vercoft ende opgedragen ....
... een huijss ende hoffstat ...gelegen inden gericht van Haefften tusschen Dirck Jansz aen
die een sijde ende Egbert die Ruijter aen dander sijde ...
.... Claes van Haefften in enen eijgendom ...
... dusent vierhondert ses ende tachtentich
des dijnsdages nae den sonnendach alsmen singt inder heiliger kerken Judica
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1865-4
18-07-1486. Schepenen: Henrick van Tuijll en Henrick Scoeck
Wij Henrick van Tuijll ende Henrick Scoeck scepen in Tuijll tugen dat Marij wittige wijff was Gerits Hollen mit
oeren gecoren momber heefft geloefft Ian Gerit Hollensoen tot behoeff der kercken tymmeringe van Nederijnen
...
.... dusent vierhondert
ses ende tachtentich des dijnsdages nae sente mergrieten dach der heiliger maget.
Afschrift in Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 134-135).
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1273
18-07-1486. Schepenen: Henrick van Tuel en Heinrick Scoeck
Wij Henrick van Tuel ende Heinrick Scoeck scepen in Tuel tugen dat Marij wittige wijf
was Gerits Hollen mit horen gecoren momber heeft geloeft Jan Gherit Hollen soin tot bheof der
kercken tymmeringe van Nederinen ....
... inden ghericht van Hier opten zanthovel tuschen den heer van Weerdenberch sen die een
sijde end Aernt Hel ende die pastorij van Nederinen aen die ander sijde ...
...
.... des dinsdages nae sente Margrieten dach der
heiliger maghet
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 134-135)
17-01-1487. Schepenen: Sweder van Werdenborch en Johan van Wije
      Copia
Wij Sweder van Werdenborch ende Johan van Wije scepen in Tuyll tugen dat Willem Jacopssen heeft geloefft joffer Ysenbeel van Opwijck cloes­ter joufrou tot Zenwijnen tijns twee rijnsche gulden twentich stuver current voer elcken gulden voirscr. gerekent geng ende geve off ander goet payment daervoer in gelijcker weerden op Sente-Agnietendach maget naestkomende ende daernae voert alle jaer ewelicken tijns twee rijnsgulden als voirscr. sijn off payment daervoer als voirscr. is jaerlicx altoes op Sente-Agnietendach maget te betalen ende te boeren uut achtalff hont lants gelegen in den gericht van Vauderick geheiten den Honts Wynckel daerboven naest lantgelegen is Henrick Geritsen ende Claes Arntsen beneden welck tijns voirscr. weert dat hij alle jair ewelicken opten voirgen. termijn der betalinge niet betaelt en were dan zoe zall daer alle dage daernaest komende een maent langh duerende opten tijns voirscr. wassen ende gaen een peen van twee stuver payments voirscr. welcke peen tegader mitten tijns voirscr. joffer Ysenbeel cloesterjonffrou voirscr. uten lande voirscr. verhalen sall ende mach wanneer zij nyet langer beyden en wille. Ende Willem Jacopssen voirscr. heefft geloefft joffer Ysenbeel cloesterjonfrou voirscr. den tijns voirscr. ten ewigen dagen te waren voir alle dieghene die ten recht comen willen uten lande voirscr. welcke maent voirscr. als die omleden were ende den tijns ende pene voirscr. nyet betaelt en weren soe soude Willem Jacopssen voirscr. daerenteynden vervallen wesen van allen recht ende toeseggen dat hij hedde aen den lande voirscr. tot behoeff joffer Ysenbeelen cloesterjonfrou voirscr. erffelicken te hebben ende te besitten beheltelicken nochtant joffer Ysenbeel cloesterjonfrou voirscr. hoerre voirwairden voirscr. Die rasuer ''een peen'' loven wij goet. In orconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert soeven ende tachtentich op Sente- Anthonisdach abdt.
     Accordeert mette originale brieven quod attestor
                  G. Ruys
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 264 (Pag. 283)
03-04-1487. Schepenen van Tuil oorkonden dat Claes van Haefften verkocht heeft aan Dierick van Hemert de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Sweder van Weerdenborch ende Alart van Haefften scepen in Tuijll tugen dat voer ons comen is Claes
van Haefften ende heefft vercoft ...
.... Dierick van Hemert erffelick te besitten ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 274 (Reg. 495)
01-10-1487. Schepenen: Dirck die Rover van Tuijll en Claes Pauwe
Ot van Haefften Hoesden qd Koen Jansz cum tutor vendidit literas et contenta den enen haldende in ...and..? Wij Dirck die Rover van Tuijll ind Claes Pauwe schepen in Tuijll tugen dat voir ons comen is Dirck van Aelst{?} et vendidit et optulit ten data aº Lxxxvij epifanie{?} Remigij {1-10-1487}, den anderen Wij Ot van Malburch ind Jan Schoick schepen in Tuijll qd Henrick Petersz promisit Philips van Haefften ij {1,5} ... g. ten data aº iij purificationis Marie {2-2-1503}, et renunciavit cum warandia de parte ad.. eadem vendidit et renunciavit op alle erff ind goet binnen ind buten brieff als oir aengecomen is van Philips van Haefften oir oem et renunciavit cum warandia de parte. Actum Mathei {21-9-1544}. Peter Egbertsz possidendam.
Bron: Hoge Bank van Tuil (ORA), inv. 1240 (f. 97)
06-11-1487. Schepenen van Tuil oorkonden dat Dierick van Hemert verkocht heeft aan broeder Ciriaco van Alcmaer, procurator van de kartuizers te Vught, ten behoeve van prior en convent de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Dierick die Roever van Tuijll ende Claes Pauwe scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is Die-
rick van Hemert ende heefft vercofft ...
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 274 (Reg. 498)
1488. Schepenen: Dierick die Roever van Tuyll, Claes Pauwe.
Bron: De Schepenbank van Tuil in de Neder-Betuwe
17-01-1488. Hendrick van Tuijll en Claes Paeuwe schepenen in Tuil getuigen dat Elisabeth weduwe van Hendrick Hacke cedeert de goederen haar aanbestorven door de dood van haar moeder Agnes tot behoef van Johan Auwrijn.
Wij Henrick van Tuijll ende Claes Paeuwe scepen in Tuijll tugen dat voer ons comen is Elisabet wittige wijff was
Henrick Hacken mit oiren gecoren momber ende heefft vertegen op alle erffenissen ende goeden rede ende onrede ...
.... als oer overmits dode Agnesen hoerre moeder enichsijns mit recht aenbestorven mogen sijn inder enin-
ge van Tuijll gelegen tot behoeff Johan Auwrijns erffelicken te besitten ....
.... Gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert
acht ende tachtentich op sente Anthonis dach abdt
Transfix bij een charter voor de Bank van Zaltbommel dd. 13-4-1485.
Vermeld in de Collectie van Spaen, Archieven Neerijnen, nr. 162.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 640-2
15-04-1488. Schepenen: Dierick die Roever van Tuijll en Claes Pauwe
Wij Dierick die Roever van Tuijll ende Claes Pauwe scepen
in Tuijll ... Gherbrant Hermansz ...
... meijster Johan Jans die bastaerts
soen van Weerdenborch als kerckmeijster inder tijt der kercken
van Hijer ...
... des dijnsdaechs nae belooken paesdach
Transfix bij 4-11-1484
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 21)
06-05-1488. Schepenen: Henrick van Tuijll en Dierick die Roever van Tuijll.
Wij Henrick van Tuijll ende Dierick die Roever van Tuijll scepen in Tuijll tugen dat voir
ons komen is Danijell Claes Heijn Weertsz. ende heefft vercofft ende opgedragen voir twentich
pont geve penninge die hij giede dat hem betailt sijn een hoffstat haldende in breyden
oest ende west to meten vijff roeden ende in lengden voer vander gemeijne strate voirt
ten zuijden waert to meten ewenich meer dan acht roeden lants gelegen inden gerecht van
Tuyll tusschen Dirck Hugensz. aen die een sijde oestwairt ende Jacop Ghijsbertssz. aen die
ander sijde off tussche die gene die allomme naestlantgelegen sijn heren Aelbert Posthouwer
priester ende Johan Auwrijn als heyligeestmeijsters inder tijt der tafelen des heyligen
geests van Zautbomell ende tot behoeff der tafelen des heyligen geests voirss. In enen
eijgendom sonder thijns ende sonder dijck erffelicken te besitten. Ende Daniell voirss. ver-
teech op die hoffstat voirss. ende geloeffde daer op doen te vertijen alle die gene die dair
met recht op vertijen sullen. Ende geloeffde oick te waren heren Aelbert Posthouwer ende
Johan Auwrijn als heyligeestmeijsters voirss. ende tot behoeff der tafelen des heijligen
geests voirss. die hoffstat voirss., jaer ende dach als recht is tegen alle die gene die ten
recht komen willem ende alle voirplicht aff te doen vanden selven. Hier aff soe is Dirck
Hugenssz. voirss. een wairburge dat dit geschiet was. heren Aelbert Posthouwer ende
Johan Auwrijn als heijligeestmeijsters voirss. ende inden name ende van wegen der tafelen
des heiligen geests voirss. gaven weder Daniell voirss. die hoffstat voirss. in enen
jairlixschen erffthijns, te besitten voer vijfftien witte stuuver current in tijt der beta-
linge geng ende geve off ander guet payment daer voer in gelijcker weerde alle jaer
ewelicken op Sente Lamberts dach Biscops der tafelen des heyligen geests voirss. tot
enenn thijns recht te betalen. Welcken thijns voirss. weert saeck dat hij alle jair ewelicke
opten voirg. tering der betalinge nijet betaalt en were soe sall alle weken daer
naestcomende een peen van enen alden cleijken goet ende geve opten thijns voirss. was-
sen ende gaen. Welcke peen te gader mitten thijns voirss. die heyligeestmeesters der
der tafelen des heyligen geests voirss. altoes inder tijt wesende tot behoeff der tafelen
des heijligen geests voirss. uter hoffstat voirss. ende uut alle tymmeringe ende potinge
die op die selve hoffstat nu ther tijt getymmert ende gepoet is, ende hiernamaels noch op
getymmert ende gepoet sall worden verhalen sullen ende mogen wanneer sij nyet langer
beijden en willen. In orkonden onser letteren Gegeven int jair ons heren dusent vier-
hondert acht ende tachtentich des dijnsdages nae den sonnendach alsmen singt inder
heiliger kercken cantate.
Klik om een foto of scan te zien: Microfilm  
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (Pag. 227)
02-11-1488. Akte waarbij Hubert Auwrijn overdraagt aan zijn broeder Johan Auwrijn een rente van 8 rijnse guldens, gaande uit 6 morgen land te Hier in het Broeck, gend. de Benhem, 1488. Met een oudere brief van 1483.
Wij Dierick die Roever van Tuijll ende Claes Paeuwe scepen in Tuijll tugen dat ...
2 charters
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1670-2
04-02-1489. Schepenen: Henrick van Tuijll en Dierik van Hemert
Wij Henrick van Tuijll ende Dierik van Hemert scepen in Tuijll tugen dat Jan van Asperen van Vuern heeft geloeft heren Huijg-
man uijten Weert priester kanonynck der kercken van Zautbomell thijns ...
...
... gegeven indeniaer ons heren dusent vier hondert negen
endetachtentich des woensdachs nae onser liever vrouwen lichtmis dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-7-1 (10)
27-07-1489. Henrick van Tuyll en Dierick van Hemert, schepenen v. Tuyll. Johan van Haefften verkoopt een uiterwaard, deels in Herwijnen, deels in Hellu, voor 1000 pond aan Aelbert van der Hove, ten behoeve van het Regulierenklooster "ons Heren Lichaems" te Keulen, waarna Thomas van den Wall, als prior van het klooster, aan J.v.d.H. diens uiterwaard in erfpacht geeft voor 50 Rijnsche guldens.
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende tachtentich des manendages nae sunte Jacops dach apostell
Met een transfix van 18 juni 1490, (Nr. 655).
Beide akten notarieele copie van Gerardus de Oever
NB. aan deze oorkonde wordt gerefereerd in ORA Tuil, dingsignaat, inv. 15, op 17 augustus 1661.
Bron: Nijmeegse Broederschappen, 1330-1820, inv. 652
28-07-1489. Schepenen: Henrick Schoeck en Wouter Hermensz
Wij Otto van Haefften ind Reyniers? van den ... schepen in Tuijll tuijgen dat wij gesien ind geleesen hebben enen schepen brieff van Tuijll met drie transfixe brieffen
doir den selffen brieff doirgesteken ..... van worde to worde als hier nae volcht Wij Ghijsbert die Kock inde
Wouter Hack ...
....
.... Inde dit is die ...evoir? vanden dorden
transfix brieff Wij Henrick Schoeck ind Wouter Hermensz schepen in Tuijll tugen dat voir ons comen is Wylhem die Cock van Nerijnen ind heeft vercofft .....
... ende
joffer Art dochter Wylhems vursz cloester jonfroue tot Zenwijnen erfflichen the besitten ....
.... Wylhem
die Kockx vursz besitter des huijss gelegen to Nerijnen bij die kerck geheiten Clynnelenborch die superscriptie is loeven wij goet In orconde onser letter gegeven inden jair ons heren duijsent vier
hondert negenindetachtentich des dynsedages nae Sunte Jacops dach apostels {28-7-1489}. Ind wij Otto van Haeften ins Reijner van den Beern? schepen in Tuijll ...
... op
sunt Matheus avont apostels
Onderdeel van een serie afschriften.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1747-4
27-12-1489. Schepenen: Wouter Hermansz en Claes Paeuwe
Wij Wouter Hermansz ende Claes Paeuwe scepen in Tuijll tugen dat vor ons komen is Claes van Haeften ende
heeft vercoft ende opgedragen .... den brieff
daer desen tegenwoerdigen brieff doersteken is ....
Walraven Zegersz erffeliken te besitten Ende Claes van Haeften voersz verteech opten brieff ...
... dusent vier hondert
en tnegentich op sunte Johans dach evangelist
Datum: aanvankelijk foutief gedateerd in 1490, maar vanwege het gebruik van de Kerststijl moet het een jaar eerder zijn.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1865-5
1490. Nicolas Paeuw, échevin de Tuijll (Tuil), 1490: même écu que Johannes, 1342 [trois pals de vair; au chef chargé d'un paon, a la queue fermée]. L. : S Claes Pau Othen son (Geld.).
Bron: Sceaux armories des Pays-Bas et des pays avoisinants (Deel 3, pag. 106)
06-01-1490. Schepenen: Henrick Schoeck en Wouter Hermansz
Wij Henrick Schoeck inde Wouter Hermansz scepen in Tuijll tugen dat Henrick van Doern heeft geloeft Jan die Kock Willemsz ende Willem die
bastardt als dat Jan ende Willem voirsz samentlicken ende elck bijsonder sullen mogen lossen thijns elff rijnsche gulden opten heiligen
darthiendach naest komende ...
... dusent vier hondert ende tnegentich op ten heilige
darthien dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1917
12-01-1490. Schepenen van Tuil oorkonden dat Ott van Vuern Herberenszoen beloofd heeft aan Dierck Aerntszoen 5 rijnsgulden erfcijns uit 6 morgen land in Herwijnen.
Wij Ghijsbert van Herwijnen ende Jan die Starck scepen in Tuijll tugen dat Ot van Vuern Herberensz heeft geloeft Dierck Aerntsz thijns
... uijt sess mergen lants ... inden gericht van Herwijnen Bruijsten
Jansz aen die een sijde boven ... ende Arien van Aken ain die ander sijde beneden ...
Met het geschonden schepenzegel van Ghijsbert van Herwijnen en het schepenzegel van Jan die Starck.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 276 (Reg. 508)
13-01-1490. Schepenen van Tuil oorkonden dat Dierck Aerntszoen verkocht heeft aan broeder Cyrianus , priester, kloosterling en procurator van het nieuwe klooster van Sint- Sophia in Vught, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
Wij Ghijsbert van Herwijnen ende Jan die Starck scepen in Tuijll tugen ...
Met de geschonden schepenzegels van Ghijsbert van Herwijnen en Jan die Starck.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 276 (Reg. 509)
10-02-1490. Schepenen: Heynrick Starck [Scoeck ?] en Wouter Hermanssen
Wij Heynrick Starck {1} ende Wouter Hermanssen scepen in Tuyl tugen dat voir ons komen is Arnt van Malborch ende heeft geloeft joffer Dirick van Malborch sijnre suster thijns tien rijnsche gulden elcke rijnsche gulden voirscr. gerekent voir twentich stuvers current geng ende geve off ander goet payment dairvoir in geliker weerden opten heiligen Kersdach naestkomende ende dairnae alle jair eweliken thijns tien rijnsche gulden als voirscr. sijn off payment dairvoir als voirscr. is jairlix opten heiligen Kersdach te betalen ende te boeren uyt enen uyterweert geheiten den Crop soe groet ende soe cleyn als die gelegen is in den gericht van Haeften butendijcks tusschen dengenen die dair alom met recht naest lantgelegen sijn welcken thijns vorscr. weert saeck dat hi alle jair ewelike opten vorscr. termijn der betalinge niet betaelt en weer dan soe sal dair alle dage dairnaest komende opten vorscr. tijns wassen ende gaen tot eenre rechter penen enen halven stuver geng ende geve welcke peen tegader metten tijns vorscr. joffer Dirick vorscr. uyter vorscr. guede verhalen sal ende mach wanneer si niet langer beiden en wille. Ende Arnt van Malborch vorscr. heeft geloeft joffer Dirick vorscr. den tijns vorscr. ten ewigen dagen te wairen teghen alle diegheen die then recht komen willen uyter guede vorscr. Die superscripsi "joffer" loven wij guet. In orkonde onser litteren ghegeven int jair ons Heren dusent vierhondert ende tnegentich den tienden dach in der maent februario.

(in dorso) nr. 192
Joffer Dirck van Malborch            tijns
1. Scoeck ?
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 176 (Pag. 284)
18-05-1490. Schepenen: Zweder van Weerdenborch en Claes Paewe
Wij Zweder van Weerdenborch ende Claes Paewe scepen in Tuijll tugen dat voir ons comen is heren Goessen van Rossem commandeur vanden
Duijtschen Huijs tot Tijell inden name ende van wegen ...
.... op dat sant buijten dijcks inden gericht van Hemert gelegen is ick Zweder van
Weerdenborch voirss. aen beijden sijde naest gelegen Hubert Henriickss tot behoeff Diercks van Weerdenborchs soen mijn Zweders van
Weerdenborch voirss. in eenen eijgendom ...
...
... dusent vier hondert ende tnegentich dess dijnsdachs nae den sonnendach Vocem jocunditatis
Klik om een foto of scan te zien: Foto  
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1897-7
18-05-1490. Pachtbrief van een hofstede in het gerecht van Hemert.
Wij Zweder van Weerdenborch ende Claes Paeuwe scepen in Tuijll tuijgen dat voer ons komen is heren Goisen? van ...
vanden Duijtschen Huijse tot Tijell ...
twee zegels
de rechterzijde is vrijwel onleesbaar
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2859
18-06-1490. Wouter Herman'sz. en Claes Pauwe, schepenen van Tuyll. Aalbert van der Hove draagt den uiterwaard, deels in Herwijnen, deels in Hellu, hem opgedragen door Thomas van den Wall, als prior van 't Regulieren-klooster "onss Heren Lichams" (corpus Christi) te Keulen, over aan Jan Berndt'sz., als meester, en Gerit Gheerlaecks'sz., als broeder van het Heilige Kruis-gilde te Nijm.
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende tnegentich des vrydages nae sunte Vitus ende Modestus dach
Met een transfix van 27 juli 1489, (Nr. 652).
Bron: Nijmeegse Broederschappen, 1330-1820, inv. 655
03-08-1490. Schepenen: Henrick Schoeck en Claes Pauwe
Wij Henrick Schoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is Willem die Kock mit wille ende consent
ioffer Iohanne sijnre huijsvrouwe ende heeft vercoft ende opgedragen voir twee hondert pont gever pennyngen die hij giede
dat hem betaelt sijn alle rede goede die hij nu ter tijt in die enynge van Tuijll heeft en hier namaels enichsyns hebben ende
verkrijgen mach meister Adriaen Schoick priester in eenen eijgendom te hebben ende te besitten Ende Willem die Kock voersz
mit wille ende consent sijnre huijsvrouwe voersz verteech op dese rede goede voersz ende geloeffden daer op doen te vertijen ....
... inden iaer ons heren dusent vierhondert
en tnegentich die dorden dach vander oestmaent
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1906-1
03-08-1490. Schepenen: Henrick Scoeck en Claes Pauwe
Wij Henrick Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Willem die
Kock van Nederinen ende heeft gegeven ende opgedragen puerlick om gods wil voir sijn ziel ende voir
joffer Johanne sijnre huijsvrouwen siel sestalf hont lants alsoe groet ende soe cleijn als dat gelegen
is inden gericht van Nederinen opt roelant{?} tusschen Lodewijck Heinricksz aen beijde naest gelegen ...
... Aent die Koc sinen soen ...
.... den
dorden dach vanden oest maent
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 74-75)
31-05-1491. Een thijnsbrief op een stuk land onder Heesselt, voor Claes Paeuwe en Jan Die Starck, Schepenen van Tuyl, ten behoeve van het Klooster, gepasseerd in het jaar 1491; en waaruit blijkt dat Meester Staes destijds Procurator en Conventuaal van het Klooster was.
Wij Claes Paeuwe en Jan die Starck scepenen in Tuijl tugen dat heer Mathijs Hermansz priester heeft geloeft heeren Staes procurator inder tijt ende conventuaell dess Regulieren Cloester buijten Boemell op Sinte Peters wielle gelegen tot behoeff dess prioers ende gemeynen convents dess Regulieren Cloesters voirschr. thijns anderhalve rijnschen gulden twentich stuvers current in tijt der betalinge geng en geve voer eenen rijnschen gulden voerschr. gerekent off ander goet paiement daer voer in gelijcker weerdden alle jair ewelijcken nae dode heeren Mathijs voerschr. opten paesdach te betalen ende te boeren vuyt acht hont lants gelegen in den gericht van Heesselt in den Hoeijacker van Herman meister Jansz aen die een sijde ende Gerit Staell Aerntsz aen die ander sijde off tusschen die ghene die daer all omme met recht naest lant gelegen sijn welck thijns voers. weert saeck dat hij alle jaer ewelijcken opten voerges, termijn der betalinge nijet betaelt en weer dan soe sall alle dage daer naestkomende een peen van enen alden rhyken (cleijken?) geng en geven opten voers. thijns wassen en gaen welcke peen te gader metten thijns voers. die procurator in der tijt dess cloesters voers. uijten lande voers. verhalen sal en mach waneer hij nijet langer beiden en will. Ende heer Mathys voers. heeft geloeft heeren Staes voers. tot behoeff des prioers ende gemeijn convents dess Cloesters voers. den thijns voers. in maete als voers. steet ten ewigen dagen te waren voer allen die ghene die ten recht komen willen uijten lande voers. met allsulcker voerwaerden toegedaen dat nae dode heeren Mathijsz voers. sijn erffgenaemen desen thijns voers. alle jaer ewelijcke sullen mogen lossen jaerlix opten paesdach wanneer henluyden dat believen sall in deser manyeren. Inden yersten met anderhalven rijnschen gulden als voersch. steet off payement daer voer als voers. is voer den thijns voers. Ende nae met vijffentwentich rijnsche gulden als voers. sijn off paiement daer voer als voers. is voer die losse dess thijns voers. den prioer en gemeijnen convent dess Cloesters voers. opten paesdach te betalen. In orconde onser littere gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert een en tnegentich den laesten dach van der maent Meije.
Zegel, volgens B.V.: Jan die Starck: fasce, in het bovenveld eene blije[?]
[Heraldisch rechtsboven staat een figuurtje, misschien een ster]
(1) Het zegel van Claes Paeuwe ontbreekt.
Transcriptie van Beckering Vinckers.
Origineel: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-584
Gepubliceerd in:
Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland, Volume 16
[betreft Klooster bij St Pieters Wiel bij Bommel]
Bron: Overigen
31-05-1491. Akte waarbij Claes Pauwe en Jan die Starck, schepen te Tuyll, oorkonden, dat heer Mathijs Hermansz., priester, toegezegd heeft aan heer Staes, procurator van het Regulierenklooster op Sinte Peters Wielle buiten Boemell, ten behoeve van dat klooster, een tijns van anderhalven rijnschen gulden per jaar, gaande uit acht hont land, gelegen in het gericht van Heessell in de Hoeyacker, 31 mei 1491, 1 charter
NB. Met licht geschonden zegel van de tweede oorkonder in groene was. Het zegel van de eerste oorkonder is verloren gegaan.
Datering: Gegeven in den jair ons Heren dusent vierhondert een ende tnegentich den laesten dach van der maent Meye.
Wij Claes Paeuwe ende Jan die Starck scepen in Tuijl tugen dat heren Mathijs Hermansz priester heeft geloeft heeren
Staes procurator inder tijt ende conventuaell dess regulieren cloesters buijten Boemell op sunte Peters Wielle gelegen
tot behoeff dess prioers ende gemeijn convents dess regulieren cloesters voirsz. thijns anderhalven rijnschen gulden twen-
tich stuvers current in tijt der betalinge geng ende geve voer eenen rijnschen gulden voersz gerekent off ander goet
paiement daer voer in gelijcker weerden alle jaer ewelijcken nae dode heren Mathijs voersz opten paesdach te betalen
ende te boeren uijt acht hont lants gelegen inden gericht van Heessell inden Hoeijacker Jan Herman meister Jansz ain
die een sijde ende Gerit Staell Aerntsz aen die ander sijde off tusschen die ghene die daer all omme met recht naest
lant gelegen sijn Wellck thijns voersz. weert saeck dat hij alle jaer ewelijcken opten voerg. terminen der betalinge
nijet betaelt en were dan soe sall daer alle dage daer naest komende een peen van eenen alden cleyken geng
ende geve opten voersz thijns wassen ende gaen Wellcke peen te gader metten thijns voersz die procurator inder
tijt dess cloesters voersz uijten lande voersz verhalen sall ende mach wanneer hij nijet langer beiden en will Ende
heren Mathijs voersz heeft geloeft heren Staes voersz tot behoeff dess prioers ende gemeijn convents dess cloesters
voersz. den thijns voersz in maeten als voersz. steet ten ewigen dagen te waren voer allen die ghene die ten recht komen willen
uijten lande voersz. met alsulcker voerwaerden toegedaen dat nae dode heren Mathijs voersz. sijn erffgenaemen desen
thijns voersz alle jaer ewelicken mogen lossen jaerlix open paesdach wanneer hem luijden dat believen sall in
deser manijeren Inden yersten met anderhalven rijnschen gulden als voersz. steet off paijement daer voir als voersz is
voer den thijns voersz. Ende nae met vijff ende twentich rijnsche gulden als voersz. sijn off paiement daer voir
als voersz is voir die losse dess thijns voersz. den prioer ende gemeijn convent dess cloesters voersz. opten paesdach te
betalen In orkonde onder litteren gegeven inden jaer ons heren dusent vier hondert een ende tnegentich den laesten dach
van der maent meije
Gedrukt: Nederlandsch archief voor kerkelijke geschiedenis, deel V (1845), blz. 255.
Was regest 76 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 20-584
30-08-1491. Schepenen: Heinrick van Tuijl en Claes Pauwe
Wij Heinrick van Tuijl ende Claes Pauwe scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen is die
gesworen bode ons here van Gelre in Tielreweert ...
Andries Vosse als een kercmeister ...
twentich hont lants gelegen inden gericht van Nederinen opten Endenbeck ...
... des dijnsdaechs nae sunte Jans
dach decollationis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 55)
30-08-1491. Schepenen: Heinrick van Tuijl en Claes Pauwe
Wij Heinrick van Tuijl ende Claes Pauwe scepen in Tuijl tugen dat wi dair over
geweest hebben daer ons vonnisse Thoenis Woutersz ...
...
.... tot allen recht in twentich hont lants gelegen inden gericht van Nede-
rinen opten Endenbeck ...
... dijnsdachs na sinte Jans dach decollationis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 56-57)
31-08-1491. Schepenen: Heinrick van Tuijl en Claes Pauwe
Wij Heinrick van Tuijl ende Claes Pauwe scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen
is Thoenis Woutersz ende heeft vercoft ...
... Andries Vosse ...
.... des woensdaechs nae sint Jans dach decollationis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 56)
31-08-1491. Schepenen: Heinrick van Tuijl en Claes Pauwe
Wij Heinrick van Tuijl ende Claes Pauwe scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen is
Thoenis Woutersz ende heeft vercoft ...
... dusent vierhondert een ende tnegentich des woensdachs nae sint
Jans dach decollationis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 57)
18-10-1491. Schepenen: Dierck van Hemert en Claes Paeuwe
Wij Dierck van Hemert ende Claes Paeuwe scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is Henrick Aerntsz als erffgenaem
Jutte die wittestige wijff was Marcelis Willemsz inde heeft vercoft ende opgedragen voer tsoeventich pont gever
pennyngen die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff daer desen tegenwoerigen brieff doersteken is ende allet
tgehaut dess brieffs als daer ingescreven steet heren Henrick Jan Olifiersz priester erffelijcken te besitten ...
...
... inden iaer ons heren dusent vier hondert een ende tnegentich op sunte lucas dach evangelist
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1223-2
18-10-1491. Dirck van Hemert en Claes Paeuwe, schepenen in Tuil, etc
Uit AHWN, inv. 1223.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
13-03-1492. Schepenen Goesen van Vauderich en Henrick Schoeck
Wij Goesen van Vauderich ende Henrick Schoeck scepen in Tuijll tugen dat voer ons komen is meister Adriaen Schoeck
priester ende heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pont gever pennyngen .... den
brieff daer desen tegenwoerdigen brieff doersteken is ... ioffer
Iohanne die wittestige wijff was Willems Kock erffelijcken te besitten ...
... dusent vier hondert twee ende tnegentych dess dijnsdachs nae den sonnendach invocavit
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1906-2
20-03-1492. Schepenen: Jan van Vuern en Henrick Scoeck
Wij Jan van Vuern ende Henrick Scoeck scepen in Tuijll tugen dat ick Jan van Vuern voerss als momber ende wittich man
joffer Belije dochter Jan van Weerdenberch hebbe vercoft ende opgedragen ....
...
... Zweder van Weerdenberch erffeliken te besitten. Ende ick Jan van Vuern ...
...
... int jaer ons heren dusent vier hondert ende twee ende tnegentich dess
dijnsdachs nae den sonnendach reminiscere
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-6-3 (9)
20-03-1492. Schepenen: Jan van Vueren en Heynrick Staeck [Scoeck ?]
Wy Jan van Vueren ende Heynrick Staeck {1} scepen in Tuil tugen dat ick Jan van Vueren voirscr. heb vercoft ende opgedragen voir vyerhondert pont gever penningen die ick giede dat my betaelt sijn vyer mergen ende twe hont lants op d'Eymerick in den gericht van Hemert gelegen tusschen die nonnen van Zenwynen aen die een side ende Metten Hoefkensen aen die ander side; noch een dardendeel in eenre weyen in den gericht van Zenwinen gelegen buitendijcks tusschen Sweder van Weerdenborch naest gelegen aen beyden siden Sweder van Weerdenborch voirscr. in enen eygendom myt dijck die dair mit recht toe behoert ende sander tijns in enen eygendom erfliken te besitten. Ende ick Johan van Vueren voirscr. vertye op dit vercoft goet voirscr. ende gelove dairop doen te vertyen alle diegene die dair mit recht op vertyen sullen ende geloeve oick te waeren Zweder van Weerdenborch voirscr. dit lant voirscr. jair ende dach als recht is tegen alle diegene die ten recht comen willen ende alle voirplicht af te doen van denselven. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich des dijnsdaechs na den sonnendach Reminiscere.

(in dorso) nr. 168
1. Scoeck ?
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 177 (Pag. 285)
19-11-1493. Schepenen: Ghijsbert van Tuel en Philips van Haeften
Wij Ghijsbert van Tuel ende Philips van Haeften scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
die gesworen bode van Gelre in Tielreweert ende heeft gegiedt ...
.... heren Huigman uijter Weerde priester canonick ....
...
... int jair ons heren dusent vierhondert
drie ende tnegentich op sunte Elisabets dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-9-1 (15)
20-11-1493. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Claes Pauwe
Wij Heijnrick Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Wijllem Ghijsbertsz ende heeft vercoft ...
...
... int jair ons heren
dusent vierhondert drienende tnegentich des andere dages na sunte Elisabets dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-9-2 (16)
20-11-1493. Schepenen: Henrick Scoeck en Claes Pauwe
Wij Henrick Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuel tugen dat...
.... heren Huigman uijter Weerde priester canonick ...
...
.... Hemert ...
...
... int jair ons heren dusent vier hondert drie ende tnegentich des anderen
dages nae sunte Elisabets dach der heijligen vrouwe?
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-10-1 (19)
30-11-1493. Schepenen: Jan van Heerler en Heijnrick Scoeck.
Wij Jan van Heerler ende Heijnrick Scoeck scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is
Jan Boshuis ende heeft geloeft Art die Kock Willemsz ende Ghijsbert die Kock Wyllemsz
dat sij mogen lossen tijns vijf rijnsche gulden ....
... te betalen vuijt
tyen mergen lants geheiten die Meuwen? / Nieuwen? in den ghericht van Nederinen gelegen tusschen
Willem Hack Dircksz ende die gemeyn stege ....
.... op sunte andries dach apostel
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1771
1494. Johan Scoock en Claes Pauwe schepenen in Tuil getuigen dat Arnt? Pieck een goed in Tuil verkoopt aen Gerrit die Kleijn.
Zou afkomstig zijn uit AHWN maar de herkomst is nog niet gevonden.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
03-06-1494. Schepenen: Dirck van Hemert en Jan Scoeck
Wij Dirck van Hemert ende Jan Scoeck scepen in Tuijll
.... heren Arnt vanden Kerckhoeff prijester ....
.... meijster Jan Jans bass-
terss. van Weerdenborch ende Andrijes Vos Heijnricksz ...
...
... dusent vyer hondert vyer ende tnegentich des dor-
den dages in Junio
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1218 (f. 7)
06-09-1494. Schepenen: Jan Scoeck en Claes Pauwe
Wij Jan Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuijll tugen dat voir ons comen sijn Arnt die Cock van Delwinen der alde
als wittige man ende momber joffrouwe Janne Cocks naegelaten wilneer wedue Wilhems Cocks van Nederijnen ende
Arnt die Cock van Nederijnen Willemsz ende hebben vercofte ende opgedragen ...
.... vijff scaren weijen gelegen inden gericht van Nederijnen gelegen op enen uijterweert
geheiten sunte kiliaens weert / streckende metter eenre sijden aen uijterweerden Jans Cocks van Opijnen meisters? Heijn-
rixs Heijnric? ende Arnt Feijen ende aen die ander sijde totten diepen vander Walen toe streckende Heijnrick van Dorn tot
behoeff joffer Lubbrecht van Dorn sijn suster in enen eijgendom erffeliken te besitten ....
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1729-3
07-11-1494. Schepenen: Jan Scoeck en Claes Pau
Wij Jan Scoeck ende Claes Pau scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen is heer Willem
Hack priester ende heeft gegeven ende opgedragen om gods wil en om salicheids sijnre ziele soeven
hont lants gelegen inden gericht van Nederinen opten Tijewalen die arm van Nederinen aen die
oesten zijd ende Goesen Willemsz aen die westen zijd meijster Olivier van Beesd tot behoef der
kercmeijsteren der tymmeringen der kercken van Nederinen die altoes inder tijt sij in een eijgendom
...
...op sente Willeboerds dach confess.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 75)
09-11-1494. Schepenen: Jan Scoeck en Claes Pauwe
Wij Jan Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuijl tugen dat voir ons komen is heer Huijchman uijter
Weerd priester ...
...
int jair ons heren dusent vierhondert vier ende tnegentich ...dags nae sunte Willebrorto dach
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-7-2 (11)
09-11-1494. Schepenen: Jan Scoeck en Claes Pauwe
Wij Jan Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuijll tugen dat voir ons comen is heer Huijchman uijten
Weert priester ...
....
Jan van Wije ...
....
... dusent vierhondert vier ende tne-
gentich? ... sonnendagh nae sunte Willebrorts dach heiligen bisscope
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-9-3 (17)
09-11-1494. Schepenen: Jan Scoeck en Claes Pauwe
Wij Jan Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuijll tugen dat voir ons komen is heer Huijchman uijter
Weerde priester canonijck ...
....
Jan van Wije ...
...
... int jair ons heren vier hondert vier ende tnegentich des sonnendages nae sunte Wil-
lebrort ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-10-2 (20)
09-11-1494. Schepenen: Jan Scoeck en Claes Pauwe
Wij Jan Scoeck ende Claes Pauwe scepen in Tuijl tugen dat wij dair over? geweest hebben Jan
van Wije nae ...
...
dat Grote Rosendaell gelegen inden gericht van Hemert wilneer? tusschen Ariaen Hubertss?
aen die een side ende die abt van sunte Pouwels tUtrecht aen die ander side ...
....
.... heer Huijchman uter
Weerd priester ...
...
int jair ons heren dusent vier hondert vier ende tnegentich des sonnendages nae sunte
Willebrorts dach die heiligen bisscops
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-11-1 (22)
06-12-1494. Schepenen: Ghijsbert van Herwinen en Diirck van Hemert
Wij Ghijsbert van Herwinen ende Diirck van Hemert scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen
is Jan van Wije ende heeft vercoft ...
.... Zweder van Weerdenberch erffeliken te besitten
...
... int jair ons heren dusent vierhondert vier ende tnegen-
tich op sunte Nycolaes dach des heijlige bisscops
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-7-3 (12)
06-12-1494. Schepenen: Ghijsbert van Herwinen en Dirick van Hemert
Wij Ghijsbert van Herwinen ende Dirick van Hemert scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen is Jan
van Wije ende heeft vercoft ...
...
... Zweder van Weerdenberch erffeliken te besitten ...
...
... int jair ons heren dusent vierhondert vier ende tnegentich op
sunte Nycolaes dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-9-4 (18)
06-12-1494. Schepenen: Ghijsbert van Herwinen en Dirick van Hemert
Wij Ghijsbert van Herwinen ende Dirick van Hemert scepen in Tuijl ...
... Jan van Wije ...
...
... Zweder van Weerdenberch erffeliken te besitten ...
...
ons heren dusent vier hondert vier ende tnegentich op sunte Nycolaes dach des heiligen bisscops
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-10-3 (21)
06-12-1494. Ghijsbert van Herwinen en Dirick van Hemert
Wij Ghijsbert van Herwinen ende Dirick van Hemert scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen is Jan van
Wije ......
....
... Zwerder van Weerdenborch erffeliken te besitten ...
...
... geg. int jair ons heren dusent vier hondert vier enden tne-
gentich op sunte Nicolaes dach des heiligen bisscops
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1898-11-2 (23)
26-01-1496. Schepenen: Jan die Kocke van Opijnen en Heijnrick van Tuel
Wij Jan die Kocke van Opijnen ende Heijnrick van Tuel scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Ghijsbert?
Hack Willems soin ende heeft vercoft ende opgedragen ...
.... Dirck
Heijnrics soin in enen eijgendom ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1739-1
1497. Schepen: Nicolaas Ottensz Pauw
Volgens De Navorscher, 1861, pag. 119.
Bron: Overigen
1497. Dirck van Hemert en Claes Pauwe schepenen in Tuil getuigen dat Arend Pieck Arendszoon een rente beloofd aen Jacob Tengnagell.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
16-03-1497. Schepenen: Dirick van Hemert en Henrick Stoeck [Scoeck]
Wij Dirick van Hemert ende Henrick Stoeck {1} scepenen in Tuyl tugen dat voir ons gekomen sijn Ot Pieck van Beesde wilneer echte man joncfrouwe Janne van Vianen Arnt Pieck Henrick Pieck gebroeders joncfrouwe Wilhem ende joncfrouwe Agnees gesusteren mit haeren gekoeren momberen ende alle wittige kinderen Otte Piecke voirscr. ende hebben vercoft ende opgedragen voir twehondert pont gever penningen dien sij giede dat hem betaelt sijn den brieff dair dessen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle 't ghaut des briefs als dairin gescreven steet Ghijsbert nagelate weedue Wilhems Zeelenss erffeliken te besitten ende Ot Pieck van Beesde Arnt Pieck Henrick Pieck gebrueders joncfrouwe Wilhem ende joncfrouwe Agnees gesusteren mit hoeren gecoeren momberen vorscr. vertegen upten brieff ende up 'tghaut des briefs vorscr. ende sij geloefden dairup doen te vertyen alle diegheen die dair van hoire weegen mit recht up vertyen sullen. Ende sij geloefden oeck van hoire weegen te waren den brieff ende 'tghaut des briefs vorscr. jair ende dach als recht is tegen allen diegheen die ten recht comen willen tot behoeff Ghijsberts nagelate weedue Wilhems Zeelenss vorscr. ende van hoire weegen alle voirplicht aff te doen van denselven behelrelike alsulke losse als van den tijns wolcke tijns vorscr. gescreven steet in den brieff dair dessen tegenwoirdigen vorscr. brieff doirsteken is dat die vorscr. losse in weerden weesen sal nae uitwijsinge der scepenenlossebrieve die dairup gegeven weere. In orkonde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tnegentich den vijfften dach nae Sunte-Gregoriusdach pauws.
1. Scoeck.
Uit het afschrift dd. 7-12-1621 blijkt dat Wilhems Zeelenss = Wilhem Mercelisz.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 179 (Pag. 287)
16-03-1497. Afschrift van actes uit 1468 en 1497
Scepen Velde Mesteecker Jan die Vael als mombaer offte
curatoir van Ghijsbertken Thonisdr innocent transpor-
teert literas hyreditaria censuales van twee gouden Wilhelmus Holl.
scilden, voir d’helfft noch? in? w...den geloeft per? Gerit Michielsz aen Ot Pieck
van Beest in dato 1468 des donredaechs post Petri et Pauli {30-6-1468} ende
opgedragen aen Ghijsbertken weduwe Wilhem Marcelisz in dato 1497
den vijfden dach post Gregorij {16-3-1497}. Jan Petersz van Straelen in allodio den 7
Decembris {7-12-1621}
Zie ook: Klooster Marienschoot te Zennewijnen, inv. 179 (Pag. 287).
Bron: Hoge Bank van Tuil (ORA), inv. 1247 (f. 67v)
28-06-1498. Acten van eigendomsoverdracht ten behoeve van de commanderij van Tiel van land in de eninge van Tuel onder Hemert, gerechtelijk verkocht wegens achterstallige schulden.
Wij Arnt Pieck Arntsz ende Jan Scoeck scepen in Tuijl tugen dat wij daer over gheweest hebben dair nae onsen vonnisse heren
Ghijsbert van Groenenberch priester als een rentmeister in tijt der Duijtscher heren van sunte Walburge toe Tiell overmits den gesworen richter ons
heren van Gelre in Tielreweert nae ingehaut horen? scepen brieve van Tuijll ingeset is tot allen recht in een hofstat met allen
hoere potinge ende toebehoeren houdende omtrent vier hont lants binnen dijcks met sinen erve dair teynden aen buten
dijcks inder eninge van Tuijll ende in den gericht van Hemert gelegen tusschen wilneer Anthonis Henricxsz aen die overste
sijde ende Alert Henricxsz aen die nederste sijde / wolcke lande ende goede voersz Cornelis Gheritsz vercoft heeft heren Ghijsbert
van Groenenberch voersz. als rentmeister ...
...
dusent vierhondert acht ende tnegentich des vijften dach nae sunte Jans
baptist
Met beide zegels.
Wordt opgevolgd door inv. 2874.0.15 (niet op deze website).
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2874-0.14
07-09-1498. Magescheid tussen Janne, vrouw van Arnt de Cock van Delwijnen, eerder weduwe van Willem de Cock van Neerynen, en haar oudste zoon Gijsbert de Cock van Neerynen, met toestemming van haar andere zoons Jan en Gijsbert
Wij Henric van Tuyll Ghijsbertsz ende Jan Scoec scepen in Tuyl tugen dat voor ons gekomen sijn heer Wilhem die Cock van Nederinen Willemsz gheeslicke, wilneer die wedue Gherits van Emskerck, Willem die Cock van Nederinen bastart Willemsz ende Wilhem Wilhemsz ende hebben getuycht ende op haer eet {…} als dat sij gemaect hebben ende wtgesproken een ghesceit tusschen joncfrouwe Janne huysvrouwe ind ter tijt Arnts die Cock van Delwine wilneer echte huysvrouwe van Willems die Cock van Nederinen aen die een ende Ghijsbert die Cock van Nederinen als alste hoere soene die sij vercregen heeft bij den voirs. Wilhem die Cock van Nederinen ter ander sijde en dat met {…} joncvrouwe Janne ende Ghijsbert hare soene voirs. ende dat in nae bescreve manen ende voirweerden. In den ersten dat joncvrouwe Janne voirs. qwijt gescolden heeft Ghijsbert die Cock haren soen voirs. alle alsulcke pachten ende sculden als Ghijsbert die Cock voirs. joncvrouwe Janne voirs. sijnre moeder sculdich gewest mochte sijn totten {…} van seventachentich {…} op Sinte Agnete. Item ten tweden dat Ghijsbert die Cock voirs. heffen ende boeren sall alle pachten die niet van voirs. verscenene waeren tot Wadenoyen die haer toebehouden mochte met naemen voirs. dat hij sijn hant vur sinn aff {…} ende sijnre moeder voirs. in ghenicwijs van voren {…} off hijnder te doen met sijnre moeder voirs.. Item ten darden soe sall Ghijsbert die Cock voirs. dat huys met singel bongaert met veertien merge lants dair aen gelegen inden gerichte van Nederinen dit lant opte hoge weert inden gerichte van Hier met ses mergen neye lants aen den Broeckgreeff inden voirs. gerichte van Hier soe dat enige pachtinge {…} dair mochte doen. Item ten vierden soe sal joncvrouwe Janne voirs. Ghijsbert die Cock hare soen voirs. alle sijn brieve aen hem vermogens {…} ende gesintlick weesen {…} ende {…} dat sij dair van gebreck ofte after deell van crige mochte dair hij ende sijnre moeder voirs. voirwaerde enige last voir doen sal dair {…} te halden. Item ten seste dat joncvrouwe Janne voirs. seker lijfftocht mach {…} geheite tot Nederine {…} soude tgebruyck hare bongaert {…} Gegeve int jaer ons heren dusent vierhondert acht en tnegentich up onser lieven vrouwen avont nativitatis
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 563
14-09-1498. Schepenen: Art Pieck Artsz en Rolof van Oever Mathijsz
Meteren Celis quod Alith Morinckx cum tutore vendidit oir actie ind
recht aen elff mergen die oir met recht competerende soude off moyge
doir een besegelden losbrieff off coipbrieff welcke Goris Mo-
rinck oir alt oemhe? bij manier van testament gemaict heefft
luijdende wij Art Pieck Artsz ind Rolof van Oever Mathijsz schepenen
in Tuijl tugen dat voir ons comen is Goris Morinck ind heeft in
manier? ind form? van testament opgedragen vier mergen lants ind was
van datum vierhondert achtindtnegentich op des heilig crucys
dach exaltacionis {14-9-1498} Henrick Morinck oiren broder erfflich besitt. Actum den
negenthienden febr. {19-2-1558}
Bron: Hoge Bank van Tuil (ORA), inv. 1241 (f. 215)
22-04-1499. Schepenen: Ot van Malborch en Wouter Hermansz
Wij Ot van Malborch ende Wouter Hermansz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Wouter Hack ende heeft vercoft ...
.... vijf mergen lants gelegen inden gericht van Hijer ...
... aen die ene sijde naestgelegen ende Ghijsbert die wil-
neer wittige wijf was Willem Zelensz die ander sijde ...
.... Willem Willemsz als kerckmeijster indertijt ...
...
... alsmen houden salle jairgetijde Reijnaers Jansz ende Gosen Roelofs sijnre moeder
...
... rasura Goesen loeven wij guet ...
....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 26-27)
22-04-1499. Schepenen: Ot van Malborch en Wouter Hermansz
Wij Ot van Malborch ende Wouter Hermansz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen
is Wouter Hack ende heeft vercoft ...
.... tuschen erfgenamen Jans Hagestont {Hagestout?}
....
... alsmen jairgetide houden sal Reijnier Jansz
ende Gosen Roelofs sijnre moeder ...
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 27-28)
23-07-1499. Schepenen van Tuil verklaren dat akte waarmee deze akte getransfigeerd is, geschreven is door schrijver schepenbank van Tuil.
Wij Goessen van Wouderijck? {Vauderick ?} ende Sander Ottenssoen scepenen in Tuel tughen dat dessen principael hoefbrieff ...
Transfix.
Hangt aan: 18-09-1431
Bron: Klooster Het Hollandse Huis bij Geertruidenberg, inv. 2-f. 52 (2e deel, H 1)
20-12-1500. Schepenen: Arnt Pieck Arntsz en Henrick Scoeck
Wij Arnt Pieck Arntsz ende Henrick Scoeck scepen in Tuijl tugen dat voir ons gekomen sijn Peter Wilhems Merceliss soen Ghijs-
bert Naidensoen als momber Janne sijnre huijsvrouwe nagelate dochters ende erffgename Ghijsberden die wijff was Wilhems
Mercelisz voirsz ende Jacop Morinck als momber Celie sijnre huijsvrouwe oeck nagelate dochters ende erfgename der voirsz Ghijsber-
den ende hebben puerliken om gods wille ende oire salicheit der zielen Besselen die wittestige wijff was Peters Goerts soens
ende der vorsz Ghijsberden hoire dochters / opgedragen den brieff dair dessen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ...
... Jan Westerman tot behoeff der priorynnen ende des ge-
meijns convents van sunte Augustijns orde binnen der stat van Saltbommel ende oeck tot behoeff der gemeijne susteren van sunte Ag-
nite binnen der selven stat van Saltbommel erffeliken te besitten. Ende Peter Wilhems Merceliss soen / Ghijsbert Naiden soen als momber sijnre
huijsvrouwe voirsz / ende Jacop Morinck als momber sijnre huijsvrouwe vorsz vertegen opten brieff ...
... dusent vijffhondert op Sunte Thomas avont des heiligen apostels
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1855-2
1501. Acte van eigendomsoverdracht ten behoeve van de commanderij van Tiel van een hofstede, groot 4 hont land, onder Hemert, toebehorende aan Henrick Thoniss., gerechtelijk verkocht wegens het niet betalen van de jaarlijkse tins van 2 gouden rijnse guldens. 1501.
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2860
1501. Schepenen: Arnt Pieck Arntsz en Henrick Scoeck
Wij Arnt Pieck Arntsz ende Henrick Scoeck scepen in Tuell tugen dat voir ons komen is Dirck? vanden Polle ende heeft ...
datum onleesbaar
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2860-1
1501. Schepenen: Arnt Pieck Arntsz en Henrick Scoeck
Wij Arnt Pieck Arntsz ende Henrick Scoeck scepen in Tuell tugen dat voir ons komen die gesworen bode...
datum onleesbaar.
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2860-2
1501. Philips van Haeften en Hendrick Scoeck schepenen in Tuil getuigen dat Gijsbert die Kock schuldig een thins aen Dirk Peperkoorn.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Bron: Collectie van Spaen (Archieven Neerijnen)
23-03-1501. Schepenen: Robbert van Herlaer en Henrick Scoeck
Wij Robbert van Herlaer ende Henrick Scoeck scepen in Tuijll tugen dat voir ons gecomen sijn
Heijlwich naegelaten wedue Mercelis die Rijck met hoeren gecoren momber ende Zeger Jansz
ende hebben vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont geve penningen dien sij giede dat hem
betailt sijn sestalff hont lants soe groet ende cleijn als die dair gelegen sijn inden gerechte
van Tuijll op dat Hoensvelt lant gelegen aen die een sijde naest Aernt Pieck ende aen die
ander sijde lant des Heijligen Geests van Zaltboemell streckende metten enen eijnde aen den
haven dijck ende metten anderen eijnde aen die gemeijne straat off alsoe wie met recht dair
naest lant gelegen sijn. Heren Aelbert Posthouwer priester canonick der kercken van Zalt-
bomell als een Heijlich Geestmeijster in der tijt der tafele des heilige Geests van Zaltboemell
ende van wegen ende tot behoeff der selver tafele des Heijlige Geestes in enen eijgendom sonder
thijns erffelicken te besitten Ende Heijlwich, wedue Mercelis die Rijck met horen gecoren
momber ende Zeger Jansz voirss. vertegen op dit voirss. vercoffte lant ende sij geloeffden dair op
doen te vertijen allen die genen die daer met recht op vertijen sullen. Ende sij geloeffden oick
heren Aelbert Posthouwer voirss priester voirss. als een Heijlich Geestmeister in tijt des
tafele des Heilige Geests voirss. ende van wegen ende tot behoeff der selver tafele des Heij-
lige Geests voirss. te waren dit lant voirss. jair ende dach als recht is tegen allen die
genen die ten recht komen willen, ende alle voerplicht aff te doen vanden selven. Inne or-
konde onser letteren gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert ende een des dorden
dages nae sunte Benedictus dach.
marge: Op Hoensvelt, V 1/2 hont
Klik om een foto of scan te zien: Microfilm  
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (Pag. 232)
30-05-1501. Tynsbrief, groot 10 rijnse gulden, gaande uit het huis "Clynleborch" met 14 morgen land te Neerynen, van Ghijsbert die Cock van Nederynen voor jkr. Otto van Arckel, heer tot Hokelum, Weerdenborch en Ammerzoden. Gecancelleerd.
Wij Arnt Pieck Arntsz ende Henrick Scoeck scepen in Tuil tugen dat voir ons komen is Ghijsbert die Cock van Nederijnen ende heeft
geloeft Claes Jansz tot behoeff joncker Otten van Arkell heer tot Hokelum tot Weerdenberch ende tot Asperen tijns tien Rijnsche gulden ... etc ...
....
... te betalen uit een huijs ende hofstat met allen sijnre timmeringe potinge ende toebehoren geheiten Clynleborch met viertien
mergen lants dair aen ..... naest sente Peters al-
tair inder kercken van Nederijnen aen die een sijde aen die ander sijde erffgenamen Diericks Henricxsz ...
Klik om een foto of scan te zien: Scan  
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1773
06-07-1501. Stukken betreffende het financieel beheer van Gerrit en Herberen van Eemskerck, 1486-1508. 9 charters.
Wij .... Asperen van Vuren ende Aert Pieck scepen in Tuijl ... Gerit Roelofs ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 594-4
02-02-1503. Schepenen: Ot van Malburch en Jan Schoick
Ot van Haefften Hoesden qd Koen Jansz cum tutor vendidit literas et contenta den enen haldende in ...and..? Wij Dirck die Rover van Tuijll ind Claes Pauwe schepen in Tuijll tugen dat voir ons comen is Dirck van Aelst{?} et vendidit et optulit ten data aº Lxxxvij epifanie{?} Remigij {1-10-1487}, den anderen Wij Ot van Malburch ind Jan Schoick schepen in Tuijll qd Henrick Petersz promisit Philips van Haefften ij {1,5} ... g. ten data aº iij purificationis Marie {2-2-1503}, et renunciavit cum warandia de parte ad.. eadem vendidit et renunciavit op alle erff ind goet binnen ind buten brieff als oir aengecomen is van Philips van Haefften oir oem et renunciavit cum warandia de parte. Actum Mathei {21-9-1544}. Peter Egbertsz possidendam.
Bron: Hoge Bank van Tuil (ORA), inv. 1240 (f. 97)
17-10-1503. Schepenen: Jan Scoeck en Gielis Hermansz
Wij Jan Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuijl tugen dat voir ons comen is Herman van Delft als momber Al....
sijnre huisvrouwe wilneer echte dochter Dierixs Heinrixsz dien hij vercregen hadde bij Lije Willems Hacke dochter ende
heeft vercoft ende opgedragen voir hondert pont ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1739-2
03-01-1504. Schepenen: Ot van Malborch en Ghijsbert van Tuil
Wij Ot van Malborch ende Ghijsbert van Tuil scepen in Tuil tugen dat voir ons comen
is Ghijsbert de Cock Willemsz ende heeft vercofft ...
... ses mergen lants gelegen inden gericht van
Hijr in die Middelste Cuwairde tussen die heer van Werdenborch aen die een side
ende Goessen van Varick aen die ander side ...
.... Willem die bastairt in enen eijgendom ....
... dusent vijffhondert ende vier des derden daegs na jairs ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1685
06-03-1505. Schepenen: Robbert van Herlar en Henrick Scoeck
Wij Robbert van Herlar ende Henrick Scoeck scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is joncfrouwe Lubbrecht
van Dorn mit horen gecoren momber ...
.... dair in sgescreven steet tot behoeff Henrixs van Dorn Henricxsz hors neven
erffeliken te hebben ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1729-4
19-04-1506. Schepenen: Ghijsbert de Cock van Nederinen en Gielis Hermansz
Wij Ghijsbert de Cock van Nederinen ende Gielis Hermansz scepen in Tuel tugen dat voir ons co-
men is Ghijsbert de Cock Willemsz die Jonge ende heeft vercoft ....
.... soven mergen lants in ....
.... inden gerciht van Nederinen aldaer in die Merwe lantgelegen
naest aen die een sijde wilneer Willem Hack Dircksz ende erffgenamen Willems de Cock aen
die ander sijde ........ Willem de Cock bastairt
in enen eigendom sonder tijns ende dijck erffelick te besitten Ende Ghijsbert de Cock Willem-
sz voirsz verteech op dese lande ....
.... Int jair ons heren dusent vijffhondert ende ses opten heiligen beloecken paes
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1733-1
30-09-1506. Schepenen: Ghijsbert die Kock en Gielis Hermensz
Wij Ghijsbert die Kock ende Gielis Hermensz scepen in Tuijll tugen dat voir ons
komen sijn Dirck Arntsz ende Gijsbert Olifiersz ende hebben verkoft ende opgedragen
voir hondert pont gever penningen ...
brieve dair desen tegenwoerdigen brieff doersteken is ende allet tgehaut der
brieve als dair in gescreven steet Ghijsbert Storm erffeliken te besitten ...
...
... sij geloifden oock te
waren van hoerre wegen Ghijsbert Storm voirsz ...
... In orkonde onsen litteren gegeven Inden jair ons heren
dusen vijffhondert ende sess op sunte Remigius avont
Ghijsbert die Kock zegelt paalvair met hamers in schildhoofd.
Gielis Hermensz zegelt met 1 stormbalk en een vogeltje(?) bovenin.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1223-3
30-09-1506. Gijsbert die Kock en Gelis Hermans, schepenen in Tuil, etc
uit AHWN, inv. 1223.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
13-12-1508. 13 Dec. Verklaring van schout, burg. en raad der stad Zalt-Bommel, dat niemand wegens eene wereldlijke zaak voor den geestelijken regter kan worden betrokken.
13 Dec. Dezelfde verklaring van Rutgher van Dieden, officiaal en proost van Arnhem. Ged. Zaltbommel.
14 Dec. Dezelfde verklaring van Philips van Haeften, Aernt Pieck en Aernt Zelpen, schepenen te Teyl. [Tuil]
NB. Deze drie stukken, aangevoerd in de zaak van Jan de Coch van Opynen en Walraven van Haeften, zijn gecollationneerd naar het oorspronkelijke, door den kerkelijken notaris, Amoldus Selkart, geteekend.
Kroniek, Volumes 2-4 Door Historisch Genootschap (Utrecht, Netherlands)
Pag. 260:
Archief der vijf kapittelen. Vervolg van den Inventaris, door den heer A. M. C van Asch van Wijck.
Pag. 269:

Bron: Overigen
13-03-1510. Tinsbrief ten behoeve van de commandeur van Tiel, groot 3/4 rijnse guldens 's jaars gaande uit een hofstede en 1/2 hont land onder Ophemert in de Wouter (?).
Wij Goessen van Varick ende Wemmer van Cuick scepen in Tuil tugen dat Peter Dirck Hanricksz Jan
Dircksz Gerit Dircksz geloeft hebben heren Jan van der Empel ...
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 3024
20-04-1510. Schepenen: Wemmer van Cuijck en Gielis Hermansz
Wij Wemmer van Cuijck ende Gielis Hermansz scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is joffrou
Lubbrech van Doern met oeren gecoren momber ... Airt van Doern
....
... Airt Helle erfgenamen ...
.... Airt van Doern oeren neeff voersz ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1383
26-03-1514. Schepenen: Hanrick Scoeck en Jan soen Jans die bastaert van Wairdenborch
Wij Hanrick Scoeck ende Jan soen Jans die bastaert van Wairdenborch scepen in
Tuel .tugen dat voir ons comen is die gesworen boede ons heren van Gelre in Tielrewe-
ert ende heeft gegiet dat hi gemaent heeft van wegen Ghijsbert de Koc ende Gielis Her-
mansz als kerckmeesters ....
... jonc frou Geertruijt wedue Dirck de Koc of wie met
recht besitter is of besitters sijn ruerende van een huijs ende hoffstat mit allen hoire tym-
meringhe potinghe ende toebehoeren ghelegen inden gericht van Nederinen Ghijsbert die Koc
aen die een sijde ende die ghemeen straet aen die ander sijde ....
...
... Willem Willemsz voir den thijns ende peen voirsz te hebben ende te besitten
...
Transfix met 27-3-1514.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 93)
27-03-1514. Schepenen: Hanrick Scoeck ende Jan soen Jans die bastaert van Werdenborch
Wij Hanrick Scoeck ende Jan soen Jans die bastaert van Werdenborch scepen in Tuel tugen
dat voir ons comen is Willem Willemsz ende heeft vercoft ....
.... den brief dair dese tegenwoirdigen brief doirste-
ken is ... Ghijsbert de Cock tot behoef de
kercken ...
Transfix met 26-3-1514. Zie ook 28-3-1514
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 94)
28-03-1514. Schepenen: Hanrick Scoeck ende Jan soen Jans die bastart van Weerdenborch
Wij Hanrick Scoeck ende Jan soen Jans die bastart van Weerdenborch scepen in Tuel tugen dat
wi dair over gheweest hebben daer nae onse vonnisse overmits den ghesworen richter ons
heren van Gelre in Tielreweert Ghijsbert de Koc als kercmeijster inder tijt vander kercken
van Nedrinen ...
... ruerende een
huijs en hofstat...
... wilneer Ghijsbert de Koc aen die een side ende die gemeen stege aen die ander sijde
welc goet voirsz Willem Willemsz vercoft heeft Ghijsbert de Koc tot behoef der kercken
... ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 94)
29-03-1514. Schepenen: Hanrick Scoeck en Jan soen Jans die bastart van Weerdenborch
Wij Hanrick Scoeck ende Jan soen Jans die bastart van Weerdenborch scepen in Tuel tugen dat
voir ons comen is die gesworen boede ons heren van Gelre in Tielreweert ende heeft gegiet dat
hi die weet gedaen heeft die erfgenamen Dircks de Cok van wegen der kercken van Nederinen
....
.... van een huijs ende hofstat met elle sine toebehoren gelegen inden gericht
van Nederinen tuschen die ghemeen straet aen die een sijde ende den dijck aen dander sijde ....
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 95)
01-04-1514. Schepenen: Hanrick Scoeck en Jan soen Jans die bastaert van Werdenborch
Wij Hanrick Scoeck ende Jan soen Jans die bastaert van Werdenborch scepen in Tuel tugen
dat heer Jan die Raet priester ende pastoer inder kercken van Nederinen heeft geloeft Ghijsbert
de Cok als kercmeijster inder tijt tot Nederinen....
... uut huijs ende hofstat met allen
horen tymmeringen potingen ende toebehoeren gelegen inden dericht van Nederinen tuschen goet toe-
behoren Ghijsbert de Coc aen twee sijde ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 136)
14-09-1514. Akte van transport voor schepenen in Tuil door Ot Pieck Ghysbertsen aan Ghysbert Jan Steeskens van de helft van 3 en een halve morgen aan de "Gemeynstege" in het gericht van Herwijnen, tijnsvrij met dijkplicht, voor de som van 50 pond.
Heilige kruisdag exaltatio.
Wij Henrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is Ot Pieck Ghijsbertsoin
ende heeft vercoft ende opgedragen voir vijfftich pont gever pennigen die hij giede dat hem betaelt sijn een
helfft van vierdalve mergen lants gelegen inden gericht van Herwinen tusschen die gemenen stege
boven ende Bruijsten Ghijsbertsz beneden streckende metten enen einde op lant Dircks van Haefften off wie
dair al omme des alinge lants met recht naest lantgelegen sijn Ghijsbert Jan Steeskensoin in enen eigendom
sonder thijns ende met dijck die dair met recht to behoirt erffelic te besitten Ende Ot Pieck Ghijsbertsz
voirsz verteech ...
... In oirconde
onse litteren gegeven int jaer ons heren dusent vijffhondert ende veertien op heilighe cruijs dach exaltacio
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 192
22-09-1514. Schepenen: Henrick Scoeck en Gielis Hermansz
Wij Henrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuijl
tuijgen dat voir ons komen sijn Willem Scoeck
Aert dije Man als wittighe man ende momber sijner echte
huijsvrou Stijn Scoeck / Goess Henricksz als wittige man ende
momber sijnre echte huijsvrou Met? Scoeck ende Aleijt Scoeck
ende hebben puerlick om goeds wille ende om salicheijt Jan Scoeck
ende Jutte Jans bastairt dochter was van Weerdenborch hoere alders
ende Adriaen Scoeck hoir brueders zyelen gegeven ende opgebragt tijns
twe gouden overlenssche rijnssche gl. ende een vorde? deel van een gouden
....
... uut een huijs ende hoffstat met
allen horer tymmeringhe potinghe ende toebehoeren gelegen inden ghe-
richt van Hijer / bij dije stenen brug / dair Aert Henricksz wilneer op
plach te woenen / ....
.... op sunte Mauricius dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 2-4)
07-11-1514. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Gielis Hermansz
Wij Heijnrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is die gesworen
boede ons heren van Gelre in Tielreweert ende heeft gegiet dat hi gemaent heeft van wegen Gijsbert
de Koc als kercmeijster inder tijt der tymmeringen d’kercken van Nederinen ende van wegen der tymme-
ringen der kercken van Nederinen voirsz erfgenamen Wouter Hack of die gene die .mit recht besit-
ters sijn van enen huijse ende hofstat mit allen sijnen tymmeringen potingen ende toebehoeren ghelegen inden
gericht van Nederinen tuschen Gielis Hermansz .....
... op sente Willibrordus dach
Transfix met 8-11-1514.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 137)
08-11-1514. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Gielis Hermansz
Wij Heijnrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Willem
Willemsz ende heeft vercoft ....
.... des anderen daghes nae sinte Willi-
brordus dach
Transfix met 7-11-1514.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 138)
09-11-1514. Schepenen: Henrick Scoeck en Gielis Hermansz
Wij Henrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepenen in Tuel tugen dat wij dair over geweest hebben
dair nae onsen vonnisse Ghijsbert de Cock als kerckmeister inder tiit der timmeringe der ker-
cken van Nederinen ....
... tusschen Gielis Herman-
sz ende die gemenen straet al omme welck guet voirsz. Willem Willemsz vercoft heeft Ghijsbert
de Cock als een kerckmeister ...
... dusent vijffhondert ende veertien des dor-
den dagh na sunte Willibrordus dach
Met 2 zegels.
Afschrift in Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 138)
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen
09-11-1514. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Gielis Hermansz
Wij Heijnrick Scoeck ende Gielis Hermansz tugen dat wi dair over geweest hebben....
... des dorden daghes nae sente Willibrordus dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 138)
10-11-1514. Schepenen: Heijnrick Scoeck en Gielis Hermansz
Wij Heijnrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is die geswo-
ren bode ons heren van Gelre ....
... den vierden dach nae sente
Willibrordus dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 139)
1515. Gijsbert de / Cocq /: van Neerhijnen :/ en Hendrick Scoeck schepenen in Tuijl.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
De / betekent waarschijnlijk een vermoeden.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
25-04-1515. Schepenen: Ghijsbert die Cock en Henrick Scoeck
Wij Ghijsbert die Cock ende Henrick Scoeck scepen in Tuijll
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 22)
28-05-1515. Schepenen: Ghijsbert de Cock en Henrick Scoeck
Wij Ghijsbert de Cock ende Henrick Scoeck scepen in Tuil tugen dat ick Ghijsbert de Cock voirsz geloefft
hebbe suster Getruijt Spirinx professe tot behoeff des convents der susteren des huijs van
sunte Katherine binnen der stadt van Huesden opter Maesse gelegen tijns sestiendalve hollan-
sse gulden ...
.... the bueren vuit veertien mergen lants gelegen inden gericht van Ne-
derinen affter mijn huijs ende hofstat Ghijsberts de Cock voirsz tusschen lant tobeorende sunte Peters
altaer gesocht? inder kercke van Nederinen aen die een sijde ende die kerck van Nederinen aen
dander sijde ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1774
09-06-1515. Uitspraak door schepenen van Tuil, waarbij de pachters van land der commanderij van Tiel, niettegenstaande de oorlog, aan de commandeur de verschuldigde pacht moeten betalen.
Wij Goessen van Varick Ot van Vuern Dirck van Werdenborch Ghijsbert de Cock Aert van Haefften Henrick Scoeck Robbert van Herler ende Arien Jansz scepenen in Tuil tugen dat voir
den geswoeren richter ons heren van Gelre in Tielerwaert dair wij mede inder Ding? vanden?
to Tuil te geding? geseten waeren ende voir ons scepenen voirsz comen sijn heer Jan van Em-
pel? commelduer {sic!} van Tiel ter eenre ....
4 zegels zijn bewaard.
Datum onzeker: x9-06-1515.
De rechtermarge + enkele letters lijkt kwijt
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2819
19-06-1515. Schepenen: Goessen van Varick en Airt van Haefften
Wij Goessen van Varick ende Airt van Haefften scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is die ge-
sworen boede ons heren van Gelre in Tielreweert ende heefft gegiet dat hij gemaent heefft van we-
gen Matheus van Echtelt als volmechtich Peters Johans dochter van Echtelt Egen Wouters Ge-
rit Gorijsz Margariet Roloffs ende gemein convent der nonnen binnen Zautboemel gelegen ...
.... van alle alsulcke erfenisse ende guede als Goessen Helle mit
recht gehadt ende beseten heefft inder eninge van Tuil gelegen inden jair ons heren dusent vier
hondert vijff ende sestich ....
... als dat wilneer Goessen Helle voirsz geloefft heeft Jacop Tingnagel ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-7
20-06-1515. Schepenen: Goessen van Varick en Airt van Haefften
Wij Goessen van Varick ende Airt van Haefften scepen in Tuil tugen dat voir ons
comen is Jacop Jansz ende heefft vercofft ...
... den brieff dair desen tegenwo-
irdigen brieff doirsteken is ...
.... tot behoeff Matheus van Echtelt
als volmechtich sijnes suster Peters Jans dochter erffelick te besitten ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1738-8
02-04-1516. Pachtbrief van de Capelhoef en de boomgaard met de Duitse akker te Hemert.
Wij Walraven van Malborch ende Airt van Haefften Claesz scepen in Tuel tugen dat Gherit Hermansz in ...
... navolgende gepaxt? ende gehuert heeft ...... .... heer Johan van der Empel commelduijr
tot het .... Duijschen acker gelegen tot Hemert ...
...
.... dusent vijffhondert sestien ... anderen daechs inder maent april.
2 zegels
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2878-0.1
02-04-1516. Pachtbrief van de Hoge en Lage akker, groot 5 morgen, te Brungen (?).
Wij Walraven van Malborch ende Airt van Haeften Claesz scepen in Tuel tugen dat Peter Dircksz in manieren hijr na
volgende gepacht ende gehuert heeft tegen den eerberen heeren heer Jan van der Empel commelduer tot Tiel Duijtsches
Ordens den Hogen ende Legen Acker haldende ontrent vijff m.... lants to uru..... twelff .....? lants ....
.... 1512 ...
...etc...
.... Gegeven int jair ons heeren dusent vijffhon-
dert sestien des anderen daghes in der maent april
Bron: Ridderlijke Duitse Orde Charterverzameling, inv. 2826-0.1
03-08-1516. Schepenen: Wemmer van Cuick en Walraven van Malburch.
Wij Wemmer van Cuick ende Walraven van Malborch scepen in Tuil tugen dat voir
ons comen siin Jan Willemsz ende Steven Goertsz als mombaers hoir echte wive
nagelaten dochteren Willems de Cock bastairt ende hebben vercofft ....
... den
brieff dair desen tegenwoirdige brieff doirsteken is ....
.... Jan die Groet in enen eichendom ...
....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1733-2
1517. Akte van verhuur door Gherit Ottens. als schout, en Ariën Ariëns., Jan Herberens. en Wouter Rutgerts. als heemraden van Hellu, van St. Jorysstege aan Jan Ariëns voor de tijd van 16 jaar. Met een fragment van het zegel van Walraven van Malborch, schepen in Tuil; dat van de schepen Henrick Scoeck ontbreekt.
Bron: Familie Van Tuyll van Bulckestein, inv. 65
10-03-1517. Schepenen: Goesen van Varick en Henrick Scoeck
Wij Goesen van Varick ende Henrick Scoeck scepen in Tuel tugen dat joncker Walraven van Arckel
zoen tot Hoekulem ende heer tot Weerdenburch heeft overgegeven als dat die kercmeijsters inder tijt
der kercken van Nederinen sullen moghen ynnen ende winnen heffen ende bueren tot behoef der kercken voirsz ...
... thijns uut vier hofsteden gelegen inden ghe-
richt van Nederinen dair opte woenen plaghen Jan Holle Lijs van Stratsburch ende Jan van Ghijshen
ende Aert die Visser welcke thijns voirsz beloept dertiende halve stuver uut elcke hofstede ....
...
.... op
ten dinsdach nae Reminiscere
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 135)
03-07-1517. Schepenen: Walraven van Airckel en Wemmer van Cuick
Wij joncker Walraven van Airckel brueder tot Hoeckulom ende heer tot Weer-
denborch ende Wemmer van Cuick scepen in Tuil tugen dat voir ons comen sijn
joffrou Dirck van Ymmerseel nagelate wedue sellige Jans van Haefften mit
oren gecoren momber Walraven van Haeften ende Ot van Haefften oir zo-
nen ende hebben geloefft Walraven van Malborch ende Ot van Malborch ....
...
.... den eersamen meister Airt Selkairt canonick der
kercken van Zautboemel ....
Restant van zegel.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 614
03-07-1517. Jonker Walraven van Arckel brueder tot Heuckelom en heer tot Waerdenburg en Wemmer van Cuijck schepenen in Tuijl getuigen dat juffrouw Dirck van IJmerzeel weduwe van Jan van Haeften met haer zoons Walraven en Ott van Haeften heeft belooft Walraven van Malborg en Ott van Malborg gebroeders schadeloos te houden wegens een rente aen de kerk van Haeften.
Dit is uit AHWN inv. 614 dd. 3-7-1517.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
01-12-1517. Akte waarbij schepenen van Tuyll uitspraak doen in een geschil tussen de Commandeur te Tiell c.s. enerzijds en Reyner van Aeswijn c.s. anderzijds betreffende aangewassen grond in het gericht van Ophemert, 1 december 1517
NB. Afschrift (c. 1600) in inventarisnummer 20/1144, 2e ged., fol. 12 v°.
Datering: Datum anno M vijfhondert ende seventien op den eersten dach in Decembri.
Was regest 90 in de gedrukte inventaris van Van de Ven.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815
01-12-1517. Jonker Walraven van Arckel, broeder tot Hoecklom, heer tot Weerdenborch, Wemmer van Cuick, Walraven van Malburch, Henrick Schoick, Gerrit van Dieden, Gielis Hermansen en Cornelis Lottums, schepenen in Tuyl, oorkonden, dat voor den richter in Tylreweerdt en hen in het geschil tusschen den procureur van den commandeur van Tyl en Peter die Roever ter eenre, en den procureur van Reyner van Asewijn, Johan van Balveren en Goissen van Varick ter andere zijde over den aanwas in het gericht van Ophemert bepaald is, dat aan partijen volgens het waterrecht ter halve zijde en tot aan de laatste kil de aanwas toekomt.
Afschrift van omstreeks 1600
Bron: Oud archief Arnhem, inv. 4837 (Regest 1318)
18-05-1518. Vonnis voor schepenen van Tuil, waarbij Jan van Echteld in het bezit gehandhaaft wordt van 3 ½ morgen land onder Hiir in de Coewaerde
Wij Goessen van Varick Ot van Asperen ende van Vuern Dirck van der Horst Ot van
Malborch Airt van Haefften Henrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuel tugen dat
voir den gesworen richter ons heren van Gelre in Tielreweert daer wij mede inder
dingbanck tot Tuil te geding geseten waren ende voir ons scepen voirsz comen sijn Arnt
die Man ter eenre side ende Jan van Echtelt ter anderen side ende sonnen? ende liden? den
gesworen richter voirsz dat hij ons des vonnis vermanen soude weten? mit recht wes?
soude? van der aenspraeck Aerts die Man voirsz die hij gedaen hadde op ende over Jan
van Echtelt voirsz berurende dat hij hem den aenvanck hadde doen verboden? ...
.... aengesien dat hem dat lant mit recht nijet tobehoerde te weten vierde-
halven mergen lants gelegen inden gericht van Hijer in die Cuwaerde
...
... bij gevollich den scepenen van Deil na vragen des gesworen richter
ende brieve die die scepenen daer aff gesien ende gehoert hebben ten beide side ...
... dusent vijffhondert ende achtien den achtienden dach in meie
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1686
03-08-1518. Gerechtsbrief van Tuil inhoudend de verkoop van kapitteltienden te Hier c.a., te betalen aan de priester Mr. Jan Helmichsz
Wij Henrick Scoeck ende Gielis Hermansz scepen in Tuil tugen dat joncker Walraven van Airc-
kel brueder tot Hoeckelom ende heer tot Werdenborch heefft gecofft dese nabescreven tienden
inden gericht van Hijr gelegen te weten die Overste Snellevelt tiende die overste Wer-
tiende Item die Woirde Item die Peiairde die Overste Weij die Halffhornick die Middel-
ste Weij die Slim Weije die Nije Stege ende die Cuwairde voir een seker somme gelts nae
welwijsinge der tiende cedel die dair op gemaect is ende heefft geloefft die somme gelts
voirsz. meijster Jan Helmichsz priester tot behoeff der eerwerdigen heren deken ende ca-
pittel der kercke Sunte Jans tUtrecht Hijr aff sijn burge Henrick Willemsz Peter van Mal-
sen ende Jan Eernstensz Dair nae tugen wij scepen voirsz dat Peter Willemsz gecofft heeft den
Creilant tiende in groette soven mergen den mergen voir ander halven scildt ende
heefft geloefft oick die penningen voirsz. van elcken mergen voirsz. te betalen opten dagen vo-
irsz tot onssen lantrecht Hijr aff sijn burge Willem Claesz ende die Buijser Noch tugen wij sce-
penen voirsz. dat Sander Rolofsz gecofft heeft die Peckdal in groette achtalven mergen elc-
ken mergen voirsz. voir twe scildt ende een oirt scildts ende geloeffde die penningen voirsz. opten
dage voirsz. te betalen tot onssen lantrecht Item hijr aff sijn burge Jan Ghijsbertsz ende Willem
Hack Dircksz Item Goessen Jansz heefft gecofft die Waken..? in groette vierdalve mergen ende twe
hont elcke mergen voirsz. voir vierdalve scildt ende een oirt scildts ....
.... hijr aff is burge die Buijser
geheiten Wouter Item Jan Florisz heefft gecofft die Tyewelen in groette negendalve mer-
gen ende anderhalff hont .....
.... hijr aff sijn bu-
rgen Ewerit Hack ende Willem Ernstensz Item Willem Ernstensz heefft gecofft den Hogen
Kamp in groetten ses mergen ....
... hijr aff sijn burge
Wouter die Buijser ende Ewerit Hack Item Peter Willemsz heefft gecofft die Broecktiende
in groette vier mergen myn een hont ....
...
welcke geloefften voirsz meijster Jan Helmichsz voirsz ontfangen heefft tot behoeff der eerwer-
digen heren voirsz. Item Willem Claesz ende Wouter die Buijser hebben geloefft als burge voir
die Broecktiende voirsz. In oirconde onssen litteren. Gegeven int jair ons heren dusent vijff
hondert ende achtien den dorden dach in augusto.
Met 2 beschadigde zegels.
Bron: Kapittel van Sint Jan, inv. 289
21-10-1518. Schepenen: Ott van Malborch en Henrick Scoeck
         Testament meijster Thomas Henricksz
Wij Ott van Malborch ende Henrick Scoeck scepen in Tuijl tugen dat
voir ons comen is Agnees Henricks dochter mijt horen gecoren mombaer ende
heeft gheloeft meijster Thomas Heijnricksz priester tot behoef des ewigen
pastoens? inder tijt wesende altoes ende den v...ijs der kercken van Hijer
tijns enen gauden Overlentschen Rijns gulden ...
...
... gelegen inden
ghericht van Hijer op der Woerden tusschen den heer van Werdenborch
aen die een sijde ende Gherit Scoeck aen die ander sijde ...
...
... in orkonde onser letteren gegeven
int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende achtien opten
heijligen dach geheijten undecim millium virginum
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1217 (f. 52-52v)
21-10-1518. Schepenen: Ot van Malborch en Heijnrick Scoeck
Wij Ot van Malborch ende Heijnrick Scoeck scepen in Tuil
tughen dat voir ons comen is Agnees Heijnrix
dochter ....
...
.... opten
heijlighen dach geheijten undecim milium virginum
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 36-37)
14-11-1518. Schepenen: Dirick van der Horst en Cornelis Lottunsen [Lottums]
Wij Dirick van der Horst ende Cornelis Lottunsen scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is Goessen van Varick ende heeft geloefft heren Jacop van Esden proest tot Zenwinen tot behoeff des gemeijn convent tot Zenwinen ten ewigen dagen te waeren mit volre wairscappe als recht is enen camp lants geheiten den Liescamp gelegen in den gericht van Deil na uutwijsinge des vondenisbrieff tegen allen diegene die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen van denselven. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert en achtien des sonnendach na Sunte-Mertensdach in den wynter.

(in dorso) nr. 170
Zie ook ORA Deil, 20-5-1518.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 182 (Pag. 291)
15-11-1519. Schepenen: Wemmer van Cuick, Dirck van der Horst, Arnt de Cock van Opijnen, Ot van Malborch, Arnt van Haeften, Reiner van Tuil en Arnt Scoeck
Wij Wemmer van Cuick Dirck vander Horst Arnt de Cock van Opinen Ot van Mal-
borch Arnt van Haeften Reiner van Tuil ende Arnt Scoeck scepen in Tuil tugen
dat voren? den gesworen richter .. ... tot Tuil te
geseten ... ende voir ons scepen voirss ... Ot van Asperen en van Vuern
ter eenre ende Hugo Roloffsz ter andere side ...
....
... Int
jair ons heren duijsent vijffhondert negentien des dinsdach na sunte Mer-
tens dach
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 592-1
24-07-1520. Goossen van Varick en Aert Scoeck, schepenen van Tuijl, etc.
Vermoedelijk komt dit uit AHWN inv. 946 en daarop is de datum gebaseerd.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Huis Neerijnen)
22-11-1520. Gielis Hermansz. en Aert Scoeck, schepenen te Tuil, oorkonden, dat Henrick Scoeck een getuigenverklaring heeft afgelegd, inhoudende, dat hij van Mr. Gherit Folpaertsz. vernomen heeft, dat op den rechtsdag, die tusschen jonker Ot van Arckel, heer van Hoeckelom, Amerzoye en Werdenborch, en Willem van Aesswiin te Tiel gehouden was, alles gegaan was, zooals de getuigenisbrief inhoudt.
Met het eenigszins beschadigde zegel van Gielis Hermansz.; dat van Aert Scoeck is verloren.
Bron: Huis Ammerzoden, inv. 75
09-01-1521. Schepenen: Ot van Malborch en Willem van Herwinen
Wij Ot van Malborch ende Willem van Herwinen scepen in Tuil tugen dat voir ons comen sijn Ghijsbert Gheritsz als mombaer
sijns echte wijffs ende Marij Storm mit oeren gecoren mombair als sementlicke erfgenamen Ghijsberts Storm ende hebben vercofft ende
opgedragen voir twentich pont gever penningen die sij giede dat hem betaelt sijn die brieve dair desen tegenwoirdige brieff doir-
steken is ... .... meister Ghijsbert Ghijsbertsz pastoir tot Hijr in enen eigen-
dom erffelick te besitten ...
...
Ot van Malborch zegelt met 3 torens.
Willem van Herwijnen zegelt met 2 balken en bovenin een barensteel.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1223-4
09-01-1521. Ott van Malborgh en Willem van Herwinen, schepenen in Tuil, etc
Uit AHWN inv. 1223.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
09-03-1521. Akte van gelofte voor schepenen in Tuil door meester Ghijsbert Ghijsbertss., pastoor te Hier voor Henricksken Petersdochter met haar kinderen en hun nakomelingen, of indien er geen rechte erfgenaam is, voor de kinderen van Mayken en Ariken Goertkens en hun nakomelingen van een eeuwige tijns van 8 gouden overlandse rijnse gulden jaarlijks op St. Gregoriusdag [12 maart] vanaf het volgende jaar, gaande uit 5 morgen in het gericht van Est, "den Riaert", onder verband van al zijn bezittingen in het gericht van de eeninge van Tuil, de achterstal te manen met geestelijk of wereldlijk recht, losbaar met twee delen door comparant, het eerste met 4 gouden overlandse rijnse gulden en het andere met 50 van deze guldens. "Copye". Afschrift, z.d.
Wij Ot van Malborch ende Gielis Hermansz scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is meister Gijsbert Ghijsbertsz pastoir tot Hijr ende heefft geloeft Hendricksken Petersdochter ende hoiren kijnderen thijns acht gouwen overlensche rijnsche gulden goet van gouwe ende gerecht van gewicht off ander guet paijement daer voir in gelijcker weerden op sunte Gregorius dach naestcomende ...
Henricksken Petersdochter ende hoire kijnderen te betalen ende te bueren uut vijff mergen lants gelegen inden gericht van Est geheiten .... boven naest lantgelegen onser liever vrouwen altair tot Est ende beneden lant onser liever vrouwen altair tot Opinen voirt uut allen landen thijns ende gueden die meister Ghijsbert Ghijsbertsz voirss. nu ter tijt heefft of naemaels crigen mach inder eninge van Est gelegen ...
...
... off Henricksken ende hoiren kijnderen voirss. allen storven sonder blivende geboirt na hem levendich so sal desen thijnsbrieff ende tgehaut des tegenwoirdigen brieff voirss. erven ende voert versterven mit allen recht op Naiken ende Ariken Goirtkens kijnderen ende hoeren kijnderen. In oirconde onser letteren gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert een ende twentich den negenden dach in Marcio.
Transfix van 4 charters. Overige data: 9-3-1591, 21-1-1596 en 22-8-1605.
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 310 (nr. 555)
1522. Akte van schepenen van Tuil betreffende de betaling door de dorpen onder de bank van Tuil van hun aandeel in de 1000 gulden, uitgezet ter betaling van de waarden en waardinnen binnen Zaltbommel en Tiel, 1 stuk
Bron: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen , inv. 241 (II,26)
1522. Ott van Malborch en Herman van Steenhuis schepenen in Tuill getuigen dat Johan Pawe en Ott Pawe gebroeders verkoopen etc.
1e van 2 transfixen die blijkens een + voor de aantekening vernietigd zijn. Zie ook 1531.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
10-01-1522. Schepenen: Wemmer van Cuick en Henrick Scoick
Wij Wemmer van Cuick ende Henrick Scoick scepen in Tuijl tugen dat
voir ons comen sijn heren Johan die Raet pastor ende Gielis Hermansz als kerc-
meijsters inder tijt der kercken van Nederijnen ...
... bij will ende consent joncker Gerit van
Arkel ende joncker Walraven van Arckel ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 114-115)
29-03-1522. Schepenen: Wemmer van Cuick en Aert Scoeck
Wij Wemmer van Cuick ende Aert Scoeck scepen in Tuil tugen dat voir ons comen siin
Aelbert Ariensz ende Aertzant? Dircksz als erffgenamen Walraven Zegersz ende hebben
vercofft ....
... die brieven daer desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ...
... Ot van Malborch erffelick te besit-
ten Ende Aelbert Ariensz ende Aertzant? Dircksz als erffgenamen voirsz vertegen ...
... dusent vijffhondert twe ende tweintich ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1865-6
01-10-1522. Schepenen: Dirick van den Horst en Ot [van] Varick
Wij Dirck van den Horst ende Ot Varick scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is Henrick Jansen ende heeft vercofft ende opgedragen voir veertich pont gever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn enen mergen lants in alsulcke grootte als die mit recht gelegen is in den gericht van Zenwinen tussen lant der erffgenamen Gherits van Doern oestwairt ende joffrou van Welderen westwairt off wie alomme mit recht naestlantgelegen sijn Willem Top tot behoeff heren Jacop van Esden proest tot Zenwinen in enen eigendom sonder tijns ende sonder dijck erffelick te besitten. Ende Henrick Jansen voirscr. verteech op dit lant voirscr. ende geloeffde dairop doen te vertien allen diegenen die dair mit recht op vertien sullen. Ende hij geloeffde oick te waeren Willem Top tot behoeff heren Jacop van Esden voirscr. dit lant voirscr. jair ende dach als recht is tegen allen diegenen die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen van denselven. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert twe ende tweintich op Sunte-Remigiusdach.

(in dorso) nr. 86
NB. het afschrift staat in ORA Tuil, inv. 1238, f. 214.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 185 (Pag. 293)
10-04-1524. Schepenen: Ot van Malborch en Arnt Pieck scepen
Wij Ot van Malborch ende Arnt Pieck scepen in Tuil tugen dat voir ons comen sijn heren Ze-
ger Jacopsz pater des convents der nonne? binnen der stadt Zautboemel gelegen ende heren Gherit
van Hasselt pater des goetshuijs des susters binnen der stadt voirsz gelegen ende hebben inden
name ende van wegen ende als volmechtich elx sijn convents voirsz vercoft ...
... den brieff dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ...
dusent viifhondert ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1855-3
12-06-1524. Schepenen: Ot van Malborch en Herman van Steenhuis
Wij Ot van Malborch ende Herman van Steenhuis scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is
Gherit de Cock ende heefft vercofft ende opgedragen ...
... die brieve dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ...
.... Gheman Henricksz erffelick te besitten...
... dusent vijffhon-
dert vier ende twentich den twelfften dach in Junio
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1855-4
02-07-1524. Schepenen: Dirick van der Horst en Gherit van Dieden
Wij Dirick van der Horst ende Gherit van Dieden scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is Dirck van Beesde Henrickszn ende heefft vercofft ende opgedragen voir tweintich pont gever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn enen halven mergen lantz gelegen in den gericht van Zenwinen in die Maet naestlantgelegen dat convent van Zenwinen aen beide side off wie alomme mit recht naestlantgelegen sijn Airnt van Wees Arntsen in enen eigendom sonder tijns ende sonder dijck erffelick te besitten Ende Dirck van Beesde voirscr. verteech op dit lant voirscr. ende geloeffde dairop doen te vertien allen diegenen die dair mit recht op vertien sullen. Ende hij geloeffde oic te waeren Arnt van Wees voirscr. dit lant voirscr. jair ende dach als recht is tegen allen diegenen die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen van denselven. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert vier ende tweintich op Onser-Liever-Vrouendach Visitatio.

(in dorso) nr. 95
Transfix.
Aanhangend: 11-06-1532
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 186-1 (Pag. 294)
20-10-1524. Akten waarbij Gijsbert de Cock de jonge aan zijn zuster Katherina het vruchtgebruik zijner nalatenschap toekent.
Wij Ot van Malborch ende Arnt Pieck scepen in Tuil tugen dat voir ons co-
men is Ghijsbert die Cock die jonge ende heeft gegeven ende opgedragen in
cracht van sijne uterste wille alle alsulcke guedere als hem mit recht tobe-
hoeren inder eninge van Tuil gelegen na dode voirsz Ghisberts voirsz Joffrou Ka-
terina die Cock sijn suster horen leven lanck to besitten ....
...
... Int jair ons heren dusent vijffhondert vier
ende tueintich den tueintichsten dach in october
2 identieke charters
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 572
08-11-1524. Schepenen: Ot van Malborch en Willem van Herwinen
Wij Ot van Malborch ende Willem van Herwinen scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is Henrick
van Doern Henricksz ende heeft vercofft ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1729-5
27-12-1524. Dierck van der Horst ende Gherit van Dieden scepen in Tuil
Copia
Wij Dierck van der Horst ende Gherit van Dieden scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is Willem Goessen ende heefft geloefft heren Jacop van Esden proest van Zenwinen tot behoeff des convents van Zenwinen tijns vijff hertoch-philipsgulden geng ende geve vijff ende twentich brabantsche stuvers gemunt ende geslagen voir datum sbrieffs off ander guet payment daervoir in gelijcker weerden op Sinte-Nicolaesdach naestcomende ende daernae voirt alle jaer tijns vijff hertoch-philipsgulden als voirscr. is off paiment daervoir als voirscr. steet, jaerlicx op Sinte-Nicolaesdach te betaelen ende te leveren uut twee mergen lantz in alsulcker groete als die mit recht gelegen zijn in den gericht van Varick in Den Bolck tussen Arien Arntssen boven ende Dierck van der Horst beneden noch uut een hofftat mit allen oeren tymmeringe potinge ende toebehoeren gelegen in den gericht van Varick naestlantgelegen Arien Janssen oestwairt ende Henrick Goessen westwaert welcke tijns voirscr. weert saick dat hij alle jaer ewelick opten voirscr. termijn der betalinge niet betaelt en weere dan soe sall alle dage daernae volgende een peen van een out cleyken geng ende geve opten tijns voirscr. wassen ende gaen welcken peen tgader mitten tijns voirscr. dat convent der joffrouen van Zenwinen voirscr. uuten voirscr. lande ende guede verhalen zall ende mach wanneer nyet langer beyde en wille. Ende Willem Goessen voirscr. heefft geloefft heren Jacop van Esden voirscr. tot behoeff des convents van Zenwijnen voirscr. den tijns voirscr. ten ewigen dage te waeren tegen allen diegenen die ten recht comen willen uuten landeende guede voirscr. In oirconde onser litteren. Gegeven int jaer ons Heeren dusent vijffhondert vijff ende tweintich op Sinte-Jans-Evangelistedach. Deze copie accordeert mette originale brieven. Quod attestor G. Ruys
Datum: gedateerd in 1525, maar vanwege het gebruik van de Kerststijl valt het een jaar eerder.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 265 (Pag. 295)
08-05-1526. Vonnis voor de dingbank in Tuil in het proces tussen de erfgenamen van meester Goirt Neeff en de prior en procurator van het Convent van de Regulieren binnen Bommel, waarbij de eerstgenoemden worden veroordeeld geen aanspraak te kunnen maken op een stuk binnen- en buitendijks land "de Oplage" in het gericht van Tuil {1}.
Wij Goessen van Varick Walraven van Haefften Jan Scenck Wemmer van Cuick Arnt van Haefften Aert Pieck Herman van Steenhuss ende Airt Scoick scepen in Tuil tugen dat voir den gesworen richter ons heren van Gelre in Tielreweert dair wij mede inder dingbanck tot Tuil te gericht geseten waren ende voer ons scepen voirss. comen sijn die erffgenamen meister Goirt Neeff mitz oeren volmechtich ter eenre ende die prior ende procurator der Regulieren volmechtich des Cloesters der Regulieren binnen der stadt Zautboemel gelegen ter andere sidesonnen ende baden den gesworen richter voirss. dat hij ons scepen voirss. des vondenis vermanen soude wets mit recht wesen soude vander aenspraick der erffgenamen meister Goirt Neeff voirss. berurende van een stuck lants binnen ende buten dijcks gelegen inden gericht van Haefften geheiten die Oplage tussen Franck Jansz ende Jan Ghijsbertsz erffgenamen aen die een sijde ende dat cloester voirss der Regulieren binnen Boemel ende Stees Claesz aen d'ander side streckende vander Nijenstege totten diepen vanden stroem toe welcke stuck lants voirs. die erffgenaemen seede dat hem mit recht toebehoirde. Ende na antwort des priors ende procuratoirs volmechtich voirs. rurende dat dat stuck lants voirs. dat convent der Regulieren binnen Boemel gelegen mit recht tobehoirde na ingehaut oire zegelle ende brieve van Tuil die sij dair aff hadde gelijck als dat na aenspraick ende antwoirt der partien voirs. onder vonnis gecomen was wair aff wij scepen voirs. na vragen des geswoeren richter voirs. endrechtelick bij vondenis gewesen hebben bij gevollich den scepen van Deil na aenspraick ende antwoirt der partien voirs. Ende na cond wairheijt segel ende erffbrieff ende na luijt eens scepen brieff van Tuil dair die Regulieren prioer ende procuratoir voirs. mede bewijsen dat sij den dijck van den land voirs. aengevangen ende hem in besit gemaict hebben ende na luijt eens huercedel dair meister Goirt Neeff in bekent mit sijns selffs hant onderscreven dat hij dat lant voirs. in een huer besit ende den eijgendom overgegeven heefft in scepen brieven die des Regulieren prioer ende procuratoir als volmechtich voirs. den scepen daeraff getoent hebben dat Convent der Regulieren voers. bij dat stuck lants voirs. to bliven ende to besitten na ingehaut hoirer zegel ende brieven voirs. Ende dit ter tijt toe die scepen zagen betere zegel ende brieven dan sij noch gesien ende gehoirt hebben In oirconde ... ... ...
1. Het regest is abuis, de Oplage lag in Haaften.
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 110
05-06-1526. Schepenen: Aernt van Haefften en Aert Scoeck
Wij Aernt van Haefften ende Aert Scoeck scepen in Tuijl ...
....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 19)
10-06-1526. Schepenen: Arnt Pieck en Airt Scoeck
Wij Arnt Pieck ende Airt Scoeck scepen in Tuil tuijgen dat voir ons comen is Jan Willemsz ende
heefft geloefft Jan Ernstensz tijns ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1384
1527. Fotoreproductie van een akte waarin Airt van Haeften en Arnt Pieck, schepenen van Tuil oorkonden dat Gertruyt nat dr. van Gerit van Tuil overgedragen heeft aan Gerrit Jansz en Willem Jansz een huis in het gerecht van Tuil.
Wij Arnt van Haefften ende Arnt Pieck scepen in Tuil tughen dat Getruyt natuer-
licke dochter Gerit van Tuel heeft gegeven ende opgedragen om sunderlinge
...cke ende rede hoiren dair toe bewegen Een huijs ende hoffstat mit allen oeren
potinge timmeringe ende tobehoren gelegen inden gerichte van Tuil tussen den mo-
lenwerff van Tuil oestwairt ende die erffgenamen Jans die bastairt west-
wairt voirt allen rede ende onrede gueden die inden selve huijs voirss. ...
.... allen .... erffenissen ende lande die hoiren mit recht toe hoeren inden
gericht van Tuil gelegen na dode Getruyt voirss. Gerit Jansz ende Willem Jansz
in enen eigendom erffelick te besitten Ende Getruyt voirss verteech op allen
die gueden rede ende onrede erffenissen landen voirss ende geloeffde dair op doen
te vertien allen die genen die dair mit recht op vertien sullen Ende sij ge
loeffde oic van oeren wegen te waeren Gerit Jansz ende Willem Jansz voirss.
....
... so sal Henrick
Andries Vos dochter? hebbe een koe ende een bedde. In oirconde onsen litteren
gegeven int jaer ons heren dusent vijffhondert soven ende twentich op sunte
{onzichtbaar} dach
1527.
Regionaal Archief Rivierenland
Documentatie Geldermalsen e.o.
Signatuur: 2183-191
Bron: Overigen
16-10-1527. Dirck van der Horst en Reynier van Tuyl, schepenen in Tuyl, oorkonden, dat jonkvrouwe Jan Van Haeften met haar momber, Willem van Hees, Dirck van der Put, Henrick Willemss., Arnt Quekel, Jan van Hees en Henrick van Beesdt hebben beloofd aan Jan Schenck van Nijdeggen te betalen 270 gouden kronen, over een jaar, of anders een lostijns, met dit bedrag te lossen tegen de 15de penning 's jaars, waarvoor de buren verbinden al hun goederen binnen het rechtsgebied van de bank van Tuyl.
Afschrift (17de eeuw) door J.P. van Meteren.
In dorso: "Dit is den rentebrieff op het dorp van Ophemert van Heer Claes de Raet gecomen".

Het origineel, met de opvolgende transfixen, ligt in HUA, toegang 835, Familie De Geer van Jutphaas, inv. 835-2.
Bron: Het geslacht Mackay van Ophemert en aanverwante geslachten, 1370-1968 (1994), inv. 1203
25-10-1528. Acte van attestatie voor schepenen van Tuil over het wegvoeren van twee paarden door krijgsknechten naar het land van Buren. 1 stuk
Bron: Ambtenaren van het Centraal Bestuur, met betrekking tot de Noordelijke Gewesten, Eerste Helft 16e Eeuw, inv. 868
1530. Ott van Malburg en Arndt van Haeften schepenen in Thuil getuigen dat Peter Egbert belooft Dirk van Malburg schadeloos te houden.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
15-03-1530. Schepenen van Tuil oorkonden dat Cornelis Florisssen, Jan Dirckssen en Jacop Jan Cockzoen als voogden van hun vrouwen verkocht hebben aan broeder Mathijs Herberen ten behoeve van de kartuizers in Vught de akte waardoor deze akte gestoken is.
Wij Arnt van Haefften ende Arnt Pieck scepen in Tuil tugen dat voir ons comen sijn
Cornelis Florisz Jan Dericksz ende Jacop Jan Cockensz als momberen oiren huijsvroue ende
hebben vercofft ende opgedragen voor vijfftich pont gever penningen ...
... den brieff dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle tgehaut ...
... ... brueder Mathijs Herberensz tot behoeff der Car-
tuseren in Vucht ...
... int jair ons heren dusent
vijffhondert ende dertich den vijfftienden dach in mert
Met fragmenten van het schepenzegel van Aert van Haefften en het gave schepenzegel van Arnt Pieck.
Transfix bij nr. 127.
Bron: Klooster Sophiae Domus in Vught (1303) 1465-1641 (1653), inv. 279 (Reg. 581)
16-08-1530. Schepenen: Arnt Pieck en Arnt van Haeften
Wij Arnt Pyeck und Arnt van Haiftenn schepen in Tuijll, tugen dat
voir uns komen sijn Ott van Lexwerdt, ind joffer Anna sijn suster
ind hebben sich bedanckt, ind toe vreden geweest vander deyllonge
End vertech toe weten van oirs vaders versterf End des soe
heft Evert van Huedt hem luden verlaten ind qwitgeschuldenn
van alle uth vorleden pennongen die hij vorlacht heft, soe van
die guederen nyet koemen was, und heft hem luden vursz. gegeven
ther lyfenisse und frunschap, die helft van eyn huis ind hofstat
gelegen inden gericht van Haiften Ind verteghen dair up tot
behoeft Ott ind Anna vursz. erfflick toe besyttenn, In orkonde
unsser litteren Gegeven inden iair ons heren dusent vijfhondert
ind dertich des anderen dages nae unser lyever vrouwe dach assumptionis
Bron: Hof van Gelre, inv. 4916, civ. procesdossier 1548#40, scan 0464.
Bron: Overigen
1531. (Anf. 16. Jh.)
Wemmer van Cuick, Airt Pieck, Gerrit van Dieden, Willern van Heesen, Schöffen in Mil, und Sander Roloffs, Bote in Tiekelweert, bekunden, daß der Richter zu Nekelweert im Gericht zu Mil über Walrams van Haefften Eingriff in einen Zehnt des Dirck van Haefften verhandelt hat.
Perg., Nr. 40, stark beschädigt.
2 Siegel.
Bron: Rheinische Urkunden aus dem Gräflich Landsbergischen Archiv (Horst, Nr. 338)

NB: er is geen datum bekend, het jaartal is een benadering en moet nog nader worden bepaald.
Transcriptiefouten.
Bron: Overigen
1531. Dirck van Haeften en Arend Pieck schepenen in Tuil.
2e van 2 transfixen die blijkens een + voor de aantekening vernietigd zijn. Zie ook 1522.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
22-05-1531. Gerit van Dieden en Willem van Hees schepenen in Tuil
Wij Gerit van Dieden ende Willem van Hees scepen in Tuil tugen dat wij dairover geweest hebben dair na onsen vondenis Sander Roloffsen als volmechtich joffer van Dornick na intgehaut sijnre scepengerichts ende coepbrieven van Tuil overmitz den geswoeren richter ons gnedigen here van Gelre in Tielreweert ingeset is tot allen recht in enen mergen lantz gelegen in den gericht van Zenwinen op ten Aelst geheiten Den Breitacker tussen erffgenamen Jan Dircksen boven ende convent van Zenwinen beneden welcke mergen lantz voirscr. ick Gerit van Dieden voirscr. vercofft heb Sander Roloffsen als volmechtich voirscr. gelyck als die scepengerichtz coepbrieven van Tuil voirgeruert dat van der inhouden die dairop gemaict sijn ende die richter voirscr. verboet enenyegelick den aenvanck van den lande voirscr. bij sijn lijff ende bij sijne guede dat niemant dat lant voirscr. besitten off gebruycken en soude dan van wegen Sander Roloffsen als volmechtich voirscr. off hij en mochte dit doen mit enen bereid recht. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert een ende dertich den twe ende tweintichsten dach in meie.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 193 (Pag. 301)
18-06-1531. Wermer van Cuick en Airt Pieck schepenen in Tuil
Wij Wermer van Cuick ende Airt Pieck scepen in Tuil tugen dat wij dairover geweest hebben dair na onser vondenis Sander Roloffsen als volmachtich procuratoir der priorinne ende gemeynne convents der joffrouen van Zenwinen na intgehout sijnre scepenbrieff van Tuil inhoudende verval overmitz den geswoeren richter ons genedigen here van Gelre in Tielreweert ingeset is tot allen recht in acht mergen lants geheiten den Laitacker gelegen in den gericht van Est affter Ghijsberts van Tuil tussen Jan van Maeke aen die een side ende Ghijsbert van Tuil aen dander side; noch ses mergen lants gelegen in den gericht voirscr. in Esterbroick geheiten Henrix-Camp tussen Derick Ria van Estlant aen die een side ende lant geheiten Henrix-Camp aen dander side gelijck den scepen tijnsbrieff van Tuil dat volcomelick begrijpt die daerop gemaict is. Ende die richteren voirscr. verboet eeniegelick den aenvanck van den landen voirscr. bij sijn lijff ende bij sijn guet dat er iemant die landen voirscr. besitten off gebruycken en soude dan vanwegen des procuratoir ln den name en de van wegen der ewigen priorinne ende gemeyn convent der joffrouen van Zenwinen voirscr. off hij en mocht dat doen mit enen beteren recht. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heeren dusent vijffhondert een ende dertich den achtienden dach in junio.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 194 (pag. 302)
11-06-1532. Herberen die Cock en Jan Herberensen, schepenen in Tuil
Wij Herberen die Cock ende Jan Herberensen scepen in Tuil tugen dat voir ons comen is Dirck van Tiel als momber sijns wijffs ende heefft vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont gever penningen, die hij giede dat hem betaelt sijn den brieff dair desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle 'tghehaut des brieffs gelijck als dairin gescreven steet heren Jacop van Esden proest tot behoeff des gemeyn convent van Zenwinen te besitten. Ende Dirck van Tiel als momber voirscr. verteech opten brieff ende 'tgehaut des brieffs voirscr. ende geloeffde dairop doen te vertien allen diegenen die dair mit recht op vertien sullen. Ende hij geloeffde oic te waeren heren Jacop van Esden tot behoeff des gemeyn convent voirscr. den brieff ende 'tgehaut des brieffs voirscr. jair ende dach als recht is tegen allen diegenen die ten recht comen willen ende alle voirplicht aff te doen van denselven. In oirconde onser litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert twe ende dertich den elfften dach in junio.
Transfix.
Hangt aan: 02-07-1524
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 186-2 (pag. 304)
1533. Schepenen: Herberen die Cock en Aert Scoick
Wij Herberen die Cock ind Aert Scoick scepen in Tuijl
...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 37)
16-02-1533. Schepenen: Herbert die Cock en Aert Scoick
Wij Herbert die Cock ende Aert Scoick scepen in Tuell tugen dat voir
ons gecomen is Joncker Walraven van Arckel heer tot Weerdenburch van
sijnre wegen inde van sijns broeders wegen / den heren van Hoicklom als col-
latoir inde oevste {overste} kercmeijster d’kercken inde fabriken van Nederijnen inde
heeft verpacht ind in huerweren gegeven voir vierdenhalven gesalveerden
brabantz gulden twentich burgunss. brabantsche stuvers then Bosch gen-
ge ende geve .....
.... een huijs ind hofstat met tymmeronge potinge soe grooet inde
cleijn die dair gelegen is inden ghericht van Nederijnen dair suijtwert Jan
Ghijsbertsz den Corten naistgelant ende mitten noerden eijnd aen Adriaen Feije
lant ...
Met beschrijving van fruit- en nootbomen.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 118-119)
30-03-1533. Schepenen: Aert van Haeften en Aert Scoeck
Wij Aert van Haeften ende Aert Scoeck scepen in Tuijll
tuijghen dat voir ons gecomen is Goess Jansz ende
heeft geloeft ....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 45-46)
25-03-1535. Schepenen: Gosen Hendrixzen en Peter Willemzen
Wij Gosen Hendrixzen ende Peter Willemzen scepen in Werdenborch tugen dat voir ons comen
is Jan Henrixen ende hefft voir ons gestaefft eedts becant ....
...
dusent vijffhundert ind vijffendartich op den vijffentwintichsten dach van meert
Met beide zegels.
Een afschrift staat in inv. 1635 (Folio 5)
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 933-1
25-03-1535. Schepenen in Waardenburg: Goossen Henricxsz en Peeter Willemsz
      Copia
Wij Goossen Henricxsz ende Peeter Willemsz scheepenen in Weerdenburch tuijgen dat voor ons coomen is Jan Henricxsz ende heeft voor ons gestaeft eedts becant als dat het een tijt geleeden is dat Jan voorschreeven van Philips van Haeften rentmeester des hooff meesters saliger gedachten gehuert heeft den hoffstadt geleegen aenden Poll de welcke Aernt Geritsz nu ter tijt bewoonende is veertich jaer lang duerende ...
... inden jaer ons heeren duijsent vijff hondert en vijff en dartich opden vijff en twijntichsten dach van meert ende was beseegelt met twee seegelen in groenen wasse, uuthangende aen dubbelen staerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Het origineel, met zegels, is inv. 933-1.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 5)
23-05-1535. Schepenen in Waardenburg [!]: Peter Hell en Goessen Aerntsoin
Wij Peter Hell ende Goessen Aerntsoin scepen in Weerdenborch tuijghen dat voir ons comen is Jacop Heijnrixen ende
heefft geloefft Aernt Scoeck ende meijster Heijnrick Ghijsbertzen als kercmeijsters inder tot tot Hier ...
.... etc....
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1219 (p. 75-76)
02-07-1535. Gerit van Dieden en Gerit die Joede schepenen in Tuil
Wy Gerit van Dieden ind Gerit die Joede schepenen in Tuyll tuygen dat voir ons gecomen is Martin van Hezell als factoir ind momber synre moeder wedue Jans van Hezell ind heeft vercoft ind opgedragen voir viftich pondt gever penninge die he gieden dat hem betaelt syn den brieff dair desen onssen brieff doirgesteken is ind alle gehalt des briefs als dairinne geschreven steet heren Jacop van Esdeyn proest tot Senwynen erfflichen the besitten ind Martin van Hesel voirgen. heeft dairop vertegen ind geloefde dairop doin verthien alle dieghene die met recht dairop verthyen sullen ind dat van synre wegen als momber vurscr. ind als momber van syner moeder wegen the waren jair ind dach als recht is heren Jacop vurscr. als proest ind tot behoeff des convents vurscr. tegen alle dieghene die des then recht comen wyllen ind alle voircommer ind voirplicht dair aff t'doen van den selffen van syner moeder wegen. In oircont onsser litteren gegeven in den jair ons Heren duysent vyfhondert vif-ind-dartich op Onsser-Liever-Vrouwendach Visitacionis.
Transfix.
Hangt aan: 01-10-1454
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 163-2 (pag. 306)
16-08-1535. Schepenen in Waardenburg: Aernt Schoock en Peeter Hel Willemssoon
       Copia
Wij Aernt Schoock ende Peeter Hel Willemssoon scheepenen in Weerdenburch tuijgen dat voor ons coomen is heer Walraven van Arckell heere tot Weerdenburch ridder etc ende heeft met sijnen vrijen moetwille verpacht, ende in eenen heeren erffthins uutgegeeven Aernt Cornelisz den hoffstadt alsoo groot ende cleijn alsse geleegen is inde Corte Uijliken, daer ten noorden naest lant geleegen is Aernt Schoock Henricxsz, ende ten suijden den hoogen Waeldijck, ende ten westen sal. Jan Spierincx kijnder, metten leengoet van Weerdenburch genaemt Colvenvamp{?}, off wie daer met recht naest lant gelegen sijn, met voorwaerden toegedaen datter ...
In oircont onser letteren gegeeven inden jaer ons heeren duijsent vijff hondert en vijff en dartich op maenendach nae onser lieve vrouwen dach assumptionis, ende was beseegelt met twee segelen in groenen wasse, uuthangende aen dubbelen steerten.
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 3)
13-06-1537. Schepenen in Waardenburg [!]: Lambert Roloffsz, Jan Dircxsz, Gijsbert van Boesinchem, Jan Gielisz, meyster Henrick Gijsbertsz, Henrick Jansz [?], Celis Herberensz en Gijsbert Sijmonsz [Cijsbert?]
Wij Lambert Roloffsz Jan Dircxsz Gijsbert van Boesinchem Jan Gielisz meyster Henrick Gijsbertsz Henrick
Jansz {?} Celis Herberensz ind Gijsbert Sijmonsz {Cijsbert?} schepen in Weerdenburch tuijgen dat voirden
gezworen richter ons heren van Weerdenburch dair wij mede the Weerdenburch inder bancken the gericht
geheeten waren ind voir ons schepenen vursz gecomen sijn her Walraven van Arckel broeder to Hoickelom
heer tot Weerdenburch ritter ter eenre ind Arien Feije Cornelis Foijert off oiren procuratoren ther
ander zijden ....
...
.... van der aenspraeck die heer van Weerdenburch vurg. gedaen hadde op Arien Feije op
Cornelis Foijert met oiren aenhanck? als erffg. Art Feije zeliger rurende den Duijnweerdt ind vier
schaer weijen in Sint Kiliaen weerdt welcken ...
...
... Gegeven inden jair ons heren dusent
vijffhondert soeveninddertich des anderen daeges nae sint Odolphus dach
NB achterop charter vermeld 1535.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1824
24-08-1537. Schepenen: Lambert Rolofsz en Goijssen Artzen
Wij Lambert Rolofsz ind Goijssen Artzen schepen in Weerdenburch tuijgen dat voir ons comen is Walraven van
Erckell broder tot Hueclom here to Weerdenburch ritter ind heefft wuijtgedaen ind verhuyrt Art Scoick ind sijnen erffen
vijffindtwintich jair lanck ind nyet langer durende drie hoffsteden gelegen inden gericht van Hiern aen die Hooch
straet boven Loij Geritz beneden die kercken ind pastorien hoffstadt to Hiern streckende metten enen eijnd off sijde aenden Poll
metter ander sijde lanx die gemeijn straet Jairlix voir drie gulden ... etc ....
... Inden jair onsen heren dusent vijffhondert ind soeveninddartich op Sunte
Bartholomeus dach
Met beide zegels.
Een beter leesbaar afschrift staat in inv. 1635 (Folio 4)
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 933-2
24-08-1537. Schepenen in Waardenburg: Lambert Roelofsz en Goossen Aertsz
      Copia
Wij Lambert Roelofsz ende Goossen Aertsz scheepenen in Weerdenburch tuijgen dat voor ons coomen is heer Walraven van Arckel broeder tot Heuckelum, heer tot Weerdenburch ritter, ende heeft uutgedaen, ende verhuert Aert Schoock ende sijnen erven, vijff en twijntich jaer lang ende niet langer duijrende drie hoffsteeds geleegen inden gericht van Hiern aen Hoochstraet boven Loij Geritsz beneden der kercken ende pastorijen hoffstadt tot Hiern, streckende metten eenen eijnde, off sijde aenden poll, metter ander sijde lancx die gemeijn straet ....
... dat hij ofte sijn voorsaets die hoffsteeden vercofftijnst hebben, nae dat Jan Henricxsz die gepacht heeft gehadt ...
Inne oircont onser letteren gegeven inden jaer ons heeren duijsent vijff hondert en seeven en dartich op Ste. Bartolomeus dach. Was beseegelt met twee seegelen in groenen wasse uuthangende aen dubbelen steerten.
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Het origineel, met zegels, is inv. 933-2.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 4)
1538. Gijsbert van Tuill en Jan Willemsz schepenen in Tuil, etc.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
28-04-1538. Schepenen in Waardenburg [!]: Goissen Aertzen en Rembout Remboutz
Wij Goissen Aertzen ind Rembout Remboutz schepen in Weerdenburch tuijgen dat voer
ons gecomen is Gerit Gielissen {1} ind heefft vercoifft ind opgedragen voer hondert pondt
gever pennongen die he gieden dat hem betaelt sijn die brieff daer desen tegenwoirdigen
brieff doirsteken is met allen oiren gehalt als dair inne geschreven steet heren Walraven
van Arckel heer to Weerdenburch ritter erfflichen the besitten Ind Gerit Gielisz {1} heeft voirt daer
op vertegen als recht ind geloiffden die brieff met oiren gehalt vursz. den heer van Werden-
burch vursz. ewelick met volre waerschappe to waren tegen allen des ten rechten comen wyllen
ind oick alle voircommer aff tdoen met allen voirplicht vanden selffen Inne oircont onser
litteren gegeven inden jair ons heren duijsent vijffhondert achtinddartich den achtindtwintichsten
dach smaents aprilis
1. In de voornaam is gekrast en daar is ‘Gerit’ overheen geschreven. In het afschrift in ORA Deil, inv. 1089, f. 11v staat ‘Jan Gielisz’.
Transfix.
Hangt aan: 22-06-1484
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1769-3
28-04-1538. Schepenen in Waardenburg: Goossen Aertsz en Rembout Remboutsz
      Copia
Wij Goossen Aertsz ende Rembout Remboutsz scheepenen in Weerdenburch tuijgen dat voor ons gecoomen is Gerit Gielisz ende heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pont geever penningen die hij gieden dat hem betaelt sijn, die brieff daer deese tegenwoordigen brieff deursteecken is met allen oiren gehalt als daer inne geschreeven staet heeren Walraven van Arckel heer tho Weerdenburch ritter erfflichen te besitten Ende Gerit Gillisz heeft voort daer op verteegen als recht ende geloofden die brieff met oiren gehalt voorsz. den heer van Weerdenburch voorschreven eeuwelicken met volre waerschappen te waeren tegen allen des ten rechten coomen wyllen ende oick alle voorcommer aff te doen, met allen voorplicht vanden selffen, Inne oircont onser letteren gegeven inden jair ons heren dusent vijff hondert acht en dartich den acht en twijntichsten dach smaents Aprilis, ende was beseegelt met twee segelen in groenen wasse uijthangende aen dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 22-06-1484
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 13)
28-04-1538. Schepenen in Waardenburg: Goossen Aertsz en Remmit Remmitsz
Copia
Wij Goossen Aertsz ind Remmit Remmitsz scheepenen in Weerdenburch tuijgen dat voor ons gecoomen is Gerit Jelisz ende heeft vercoft ende opgedragen voor hondert pont geever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn, den brieven daer deesen teegenwoordigen brieff deurgesteecken is, ...
heer Walraven van Arckel broider tot Heucklom heer tot Weerdenburch, ritter, erfflicken te besitten ....
Inne oircont onser letteren, gegeeven inden jaer ons heeren dusent vijff hondert acht en dartich den acht en twijntichsten dach van April ende was besegelt met twee segelen in groenen wasse uijthangende aen dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 14-03-1465
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 14v)
28-04-1538. Schepenen in Waardenburg: Goossen Aertsz en Rembout Remboutsz
       Copia
Wij Goossen Aertsz ende Rembout Remboutsz scheepenen in Weerdenburch tuijgen dat voor ons gecoomen is Gerit Gielisz ende heeft vercoft ende opgedragen voer hondert pont geever penningen die he gieden dat hem betaelt sijn, die brieven daer deese tegenwoordigen brieff deursteecken is, ende alle gehalt des brieffs als daer inne geschreeven staet heeren Walraven van Arckel broeder tot Heuckelom, heere tot Weerdenburch ritter erfflichen te besitten Ende Gerit voorschreven heeft daer op verteegen ende geloofden daer op doen vertijen allen de geene die met recht daer op vertijen sullen, ende ten eeuwigen dagen te waeren als recht is tegen alle die geene des ten rechten coomen willen ende alle voorcommer ende voorplicht daer aff te doen vanden selffden, Inne oircont onser lettere gegeven inden jair ons heren duijsent vijff hondert acht en dartich opten XXVIIJ dach van April, ende was beseegelt met twee segelen in groenen wasse uijthangende aen dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 14-03-1465
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 16v)
28-04-1538. Schepenen in Waardenburg: Goossen Aertsz en Rembout Remboutsz
       Copia
Wij Goossen Aertsz en Rembout Remboutsz, scheepenen in Weerdenburch, tuijgen dat voor ons coomen is Gerit Gielisz ende heeft vercoft ende opgedragen voor vijfftich pont .... den brieff daer deesen onsen brieff deursteecken is, ende alle sijn gehalt, gelijck daer inne gescr. steet heeren Walraven van Arckel heeren tho Weerdenburch ridder erfflichen te besitten, ind Gerit voorsz. heeft daer op verteegen ... etc ...
Inne oircont onser letteren gegeven int jaer ons heeren duijsent vijff hondert acht en dartich den XXVIIJ dach Aprilis, ende was beseegelt met twee seegelen in groenen wasse uuthangende aen dubbelen steerten.
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 14-03-1465
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 2)
28-04-1538. Schepenen in Waardenburg: Goossen Aertsz en Rembout Remboutsz
      Copie
Wij Goossen Aertsz ende Rembout Remboutsz schepenen in Weerdenburch, tuijgen dat voor ons coomen is Gerit Gielisz ende heeft vercofft ende opgedragen voor vijfftich pont geever penningen die hij giede dat hem betaelt sijn, die brieff daer deesen tegenwoordigen brieff deurgesteecken is, ende alle gehalt des brieven als daer innen geschreven staet, heer Walraven van Arckel heere tho Weerdenburch ritter erfflichen te besitten, ende Gerit voorschreven heeft daer op verteegen als recht is, ende gelooffden de brieff met oiren gehalt met volre waerschappe eeuwelicken te waeren als recht is teegen alle die geenen des ten rechte coomen willen, ende oock alle voorcommer aff te doen, met alle voorplicht vanden selffen, Inne oircont onser lettere gegeeven inden jaere ons heeren duijsent vijff hondert acht ende dartich den acht ende twijntichsten dach Aprilis, ende was besegelt met twee seegels in groenen wasse uuthangende met dubbelen steerten
PAS OP: de afschriften in dit tijnsboek bevatten fouten, o.a. in namen.
Transfix.
Hangt aan: 07-08-1468
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1635 (Folio 7v)
1539. Aert Scoick en Roelof Gerritsz van Oijffer schepenen in Tuil getuigen dat Johan de Bruin beloofd heeft aen Herbert de Kock te betalen 110 gulden voor ’t kind dat Hr. Arend de Bruin gemaakt heeft.
Bron: Collectie van Spaen (Archieven Neerijnen)
13-01-1540. Akte waarbij de heer van Waardenburg protest aantekent bij de schepenbank van Tuyl tegen zijn verkiezing tot schepen in die bank, hetwelk in strijd zou zijn met zijn privilegiën, doch zich bereid verklaart gedurende 2 jaar deze functie uit te oefenen, zonder prejudice.
Wij Aert die Kock van Oppinen Aert van Haefften Claesz Ott van Haefften Herberen die Kock Bernt
van Tuijll Aernt Schoeck ind Roeloff van Oever Geritsz scepen in Tuijll tugen dat voir ons comen
is die erentveste ind vrome heer Walraven van Arkell brueder tot Hoeclem heer tot
Weerdenborch ritter zoe hij gecoren is vanden scepenen tot een met scepen ind noch niet geeijdt
ind hefft voir ons scepenen voirsz. sych beclaecht dat sulcx grotelick tot zinen echter deell ind
contrarie zijnder zegel brieven huijwelix voirwairden, leenbrieven ind olde heerkomen is Oick zoe
men nicht bevynden en zall, dat in drie hondert iairen enich van zinen voiralderen heren tot
Weerdenborch scepen inder bancken van Tuijll geweest zijn, sonder dat hij noch jonck van jairen
ind yrst comende aen der heerlicheijt voirsz. ind zijn zegele brieven ind alde heircomen onmechtich
oeck onbewost bij Dirck van Haefften ( die hom doch ongonstich zijnde ) tot een scepen gekoren
ind geeijdt hefft, dan eener durch beveell mijns genedigen lyeven heren hoichlaveliker gedecht-
nis ind goede alde certifficatien die heer van Weerdenburch mijns g. l. heren voirsz. hoech
wijse raed in middeller tijt vertoenden, daer nae nicht meer geschiet, Oeck toenden hij
ons scepen voirsz. sommige copijen zijnder previlegijen, ind alde heircomen ind insonderheijt
die copijen van zijnder huwelixscher voirwaerden, daer die principael brieven aff beze-
ghelt waren van onsen g. l. heren voirsz., protesteerde mytz dyeen dat hij geen scepen inden
voirsz. bancken en behoerden gecoren t’worden, dan om dat idt recht om zinent wyll die
twee iairen, niet ledich liggen en zoude, ind mijns g. l. heren broecken ongevordert zoe
wold hij zijnner? ff.? g. ind zijn g. amptz onderdanen toe gevallen die twee iairen dat
schependom helpen berichten nae weten zijnre vijff sinnen doch bij all zoe onvercort toe we-
sen ind bliven in toecomende tijden alle zijnder zegelle brieven olde heercomen ind previle-
gijen, Ind dat hij in middelretijt aen mijnen g. l. heren erlangen wolden dat hij teijndens
die voirsz. twee iairen, bij zinen alden ind nijeuwen brieven previlagijen vrijheijden ind
alde heircomen bliven mucht, ind wees hem dan mijn g. l. heren vergunden dat die scepen
hom dan nyet hynderlick off contrarie in sijn en wolden anders en decht hij zulx
niet te doen In oirconde onsen litteren gegeven int jair ons heren dusent vijffhon-
dert ind veertich opten dartijenden dach inder maent januarij
Met 7 aanhangende zegels.
N.B. deze akte valt in de periode van 24-6-1539 tot 12-2-1540, dat er geen afschriften van akten in het signaat staan.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 934
22-03-1541. Walraven van Arckell broeder tot Hoiclom heer tot Weerdenborch ritter, Art die Cock van Oppynen, Art van Haefften ten Esch, Oth van Haefften, Wylhem van Herwynen, Wouter van Baexen, Otto van Asperen en van Vuern en Johan Herberens, schepenen in Tuil
Wy her Walraven van Arckell broeder tot Hoiclom heer tot Weerdenborch ritter Art die Cock van Oppynen Art van Haefften ten Esch Oth van Haefften Wylhem van Herwynen Wouter van Baexen Otto van Asperen ende van Vuern ind Johan Herberens scepen in Tuyll tuygen dat wy nae vraegen des gezworen richters ons genedich heren in Tielreweerdt daer wy mede to Tuyll in der bancken to gericht gesieten waren wuytgesunten joffer Dirck van Malben cloesterjoffer tot Senwynen off oiren procurator eendrechtlich verclaert hebben als dat joffer Dirck boren sall thyns jairlix nae inhalt ons brieffs twintich stufer to Bomell genge ind geve gerekent voir den gulden ind dat met gevolch der schepen van Deyll ind met voirrait der ander twee benck Driell inde Zulichem. Inne oircont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren dusent vyffhondert ind een-ind-veertich den twee-ind-twintichsten dach van meert. (in dorso) nr.194
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 201 (Pag. 311)
29-04-1541. Schepenen: Walraven van Arckell en Art van Haefften ten Esch
Wij her Walraven van Arckell broeder to Hoeclom heer to Weerdenborch ritter ind
Art van Haefften ten Esch schepen in Tuijll tuijgen dat voir ons comen is Goissen
Aertz ind heefft vercoefft ind opgedraigen ...
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1739-3
20-06-1545. schepenen: Roloff van Oyffer Geritsen en Melchior van Meteren
Wy Roloff van Oyffer Geritsen ind Melchior van Meteren schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is Reynut Janssen {1} ind hiefft vercofft ind opgedragen voir hondert pont gever penningen die he gieden dat hem betaelt syn enen mergen lantz soe groit ind cleyn die dair gelegen is in den gericht van Senwynen genant die Steege boven ind beneden lantgelegen id convent van Senwynen off wie met recht lantgelegen mach syn Henrick Artzen moeller met sess voiten dyckx ind sonder thyns erfflichen the besitten. Ind Rembout vurscr. hiefft dair op vertegen ind geloiffden dair op doen verthien allen die met recht dair op verthien sullen. Ind then ewigen daegen the waeren als recht is tegen allen des ten rechten comen wyllen inde alle voircommer ind voirplicht aff te doen van denselffen behalffen den dyck vurscr. Ind hier stiet onder the wairburch acht hont lantz to Ophemert gnant den Steenoiffen boven id convent van Senwynen Gerit Maessen beneden off wie met recht lantgelegen syn. Ind overrnits deser erffnis sall doit syn alle ander erffniss dair wy van denselven schepen oiffer gewiest syn. Ind die rasuyren Roloff van Oyffer Geritsen ind Melchior van Meteren loiffen wy goit to syn. Inne orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren duysent vyffhondert ind viff-inde-veertich den twintichsten dach juny.
1. Rembout Jansz
Afschrift hiervan staat in ORA Tuil, inv. 1240, f. 140v
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 203 (Pag. 313)
10-05-1547. schepenen: Henrick die Ruyter, Otto van Haefften, Dirck van der Horst, Otto van Asperen ind van Vuern, Jan Massereel, Reynen van Beern, Theus van Hoesden, Jan die Rowe, en Johan die Rowe
Wy Henrick die Ruyter Otto van Haefften Dirck van der Horst Otto van Asperen ind van Vuern Jan Massereel Reynen van Beern Theus van Hoesden Jan die Rowe Johan die Rowe schepen in Tuyll tuygen dat voir den gezwoeren richter ons genedich heeren in Tielrewert dair wy mede to Tuyll in der bancken the gerecht geseeten waeren gecomen syn joffer Elisabeth van Werdenborch vrowe to Senwynen ind erffgen. joffer Johanna van Doirnick als aenleggeren ter eenre ind Elbert van Boetbergen verwere ter ander syde ind sonnen ind baeden doir oiren procuratoren den gezwoeren richter vurscr. dat men ons des vonniss vermanen soude van der aenspraicken die aenleggeren vurscr. gedaen hadden op Elbert van Boetbergen vurscr. ind wes met recht dair aff wesen soude rurende van ryss ind holt onthaelt van enen weert. Ind nae antwert dat he syn holt gehaelt hedde van synen weert gelyck dat allet onder vonnisse gecomen was. Wair aff wy schepen vurscr. eendrechtlich met vonnis geweesen hebben met gevolch der schepen van Deill nae vraegen des gezwoeren richters nae aenspraick ind antwert nae cond ind wairheit schyn ind bescheit ten beiden dielen verhoirt dat soeveer die aenleggeren des weertz vurscr. genochsam posses bewysen kan by kenniss van schepen tussen dit ind Bowmis dat hem dair Elbert van Boetbergen sulcke affgehaelde ryss ind holt verrichten sall bi den schepen inde soeveer die aenleggeren nyet bewysen die aenleggeren in den oncosten bi den schepen inde soeveer sy bewysen den verweerderen in gelycken in den oncosten bi den schepen ind dit ter tyt wy en sagen off hoirden betoen off bescheit beter dan wy noch gedaen hebben. Inne orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren duysent vyffhondert ind soeven-inde-veertich den thienden dach smaentz maii. (in dorso) nr. 165
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 206 (Pag. 314)
24-07-1547. schepenen Otto van Haefften Matheus van Hoesden
Wy Otto van Haefften ind Matheus van Hoesden schepen in Tuyll tuygen dat voir ons quam Egbert Janssen ind hiefft doir dwanck van id dachelix recht met recht versocht op synen eit die hem die gezwoeren richter ons genedigen heren in Tielreweert in onser tegerwoirdichheit aff genomen hiefft getuycht ind gecertificeert als dat Egbert vurscr. van der vrouwen van Senwynen aengenomen hiefft enen weert to sticken ind the poten op weerden recht ind datt Pelgrom Peterssen dat gedaen hiefft oms syn loen van dat Althoeffige lant totten diepen van den stroem toe. Voirt mede tuychden Egbert dat Jan van Balfferen seliger hem nyet verboden hiefft to sticken off to poten opten aengecomen weert dair questie omb is. Dan hiefft hem ryss genoch to gebaden to geven dat he sticken ind poten soude. Inne oircont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren dusent vyffhondert seven-inde-veertich op Sunt-Jacops-avont. (in dorso) nr. 164 dit is Michaelis voir schepen gewiest
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 204 (Pag. 316)
24-07-1547. schepenen Otto van Haifften en Matheus van Hoesden
Wy Otto van Haifften ind Matheus van Hoesden schepen in Tuyll tuygen dat voir (ons) quamen Johan Goirtsen alt ombtrent acht-ind-tsestich jair Claes Wylhemssen alt ombtrent vyff off ses-ind-dartich jair Gerit van Deill Wylhem die Kraen Goirt Wylhemssen Eirt Geritsen ind hebben doir dwanck van id dachelix recht met recht versocht bi den eet die hem die gezworen richter ons genadiger here in Tielrewierdt in onser tegenwoirdichheit afgenomen hiefft getuycht in aller maeten gelyck sy aen den dachelixen richter getuycht hadden to wieten: yrstlich tuychden Jan Goirtsen vvoe vurscr. met recht versocht van wiegen joffer Elisabeth van Werdenborch vrouwe tot Senwynen als dat joffer Elisabeth vurscr. landt ind wuyterwert hiefft in den gericht van Senwynen buytendyckx gelegen dair lange questie ind twist omb gewiest is tussen myn vrouwe ind Elbert van Boetbergen ind dat dair lant ind zant aengecomen is soe hiefft Jan vurscr. myn vrouwe vurscr. vercofft die weerdtrysen dair myn vrouw vurscr. dat lant int zant vurscr. mede hiefft laiten bestieken. Oick tuychden hy dat Eirt Dirxsen zeliger nabuyr. to Drompt was, die selff wiertryss vurscr. van den wuyterwerdt ind althoiffich lant aff myns vrouwen vurscr. gedragen hiefft op dat aencommen landt ind zant the bestieken; tuychden Claes Wylhemssen dat hy met syn dienres die vurscr. wierdtrysen opten wuyterwert ind althoiffich lant vurscr. gebout hiefft van myns vrouwen wiegen omb den wierdt ind aengevallen zant mede the bestieken. Voirt tuych Gerit van Deill als bouwmeister in den tyt des conventz van Senwynen dat hy met syn hulpers die wiertrysse die nae der tyt op dat bestiekte lant ind zant gewassen waeren gehaelt ind geboert hiefft met enen swenhuyss totten Senwynense vjer toe onbecroent van ymants inde voirt tot behoiff myns vrouwen gefuyrt syn int Senwynense cloester. Tuycht Wylhem Kraen dat he van my vrouwe vurscr. wierdtryss gecofft hiefft die opt dat gestiekte lant vurscr. gewassen waeren ind hiefft syn huys dairmede geschragelt onbecroent van ymant. Ingelycken tuychden Goirt Wylhemssen dat hi oick van my vrouwe wiertryss gecofft hiefft die in den vurscr. wiert gewassen waeren ind hiefft die rys van den vurscr. wiert gehaelt ind gefuyrt onbecroent ind onbestoirt van ymant want hem belieffden. Voirt tuychden Eirt Geritsen dat he van die joffer van Doirnick, die oick in den wiert vurscr. gerechticht was oick wiertrysen gecofft hiefft in die wuyten vurscr. wierdt,gehaelt ind gefuyrt onbestoirt van ymant ind synen orber dairmede gedaen . Ind alle die deposanten vurscr. tuychden eendrechtlich dat dit ind all wes vurscreven is van copen ind vercopen stieken ind fuyren der wiertrysen vurscr. is geschiet voir data ier Elbert van Boetbergen off die synen ennige rysen wuyten vurscr. wiert gehaelt hiefft dair my vrouw ind joffer van Doirnick inne gerechticht is. Inne orkont onser litteren gegeven in den jair ons Heren duysent vyffhondert soeven-ind-viertich op Sunt-Jacopzavont. (in dorso) nr. 166 dit Michael voir schepen gewiest
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 190 (Pag. 317)
20-09-1547. Schepenen: Otto van Haefften en Reyniers? van den ...
Wij Otto van Haefften ind Reyniers? van den ... schepen in Tuijll tuijgen dat wij gesien ind geleesen hebben enen schepen brieff van Tuijll met drie transfixe brieffen
doir den selffen brieff doirgesteken ..... van worde to worde als hier nae volcht Wij Ghijsbert die Kock inde
Wouter Hack ...
....
.... Inde dit is die ...evoir? vanden dorden
transfix brieff Wij Henrick Schoeck ind Wouter Hermensz schepen in Tuijll tugen dat voir ons comen is Wylhem die Cock van Nerijnen ind heeft vercofft .....
... ende
joffer Art dochter Wylhems vursz cloester jonfroue tot Zenwijnen erfflichen the besitten ....
.... Wylhem
die Kockx vursz besitter des huijss gelegen to Nerijnen bij die kerck geheiten Clynnelenborch die superscriptie is loeven wij goet In orconde onser letter gegeven inden jair ons heren duijsent vier
hondert negenindetachtentich des dynsedages nae Sunte Jacops dach apostels {28-7-1489}. Ind wij Otto van Haeften ins Reijner van den Beern? schepen in Tuijll ...
... op
sunt Matheus avont apostels
Onderdeel van een serie afschriften.
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1747-5
03-11-1547. schepenen Henrick die Ruter en Matheus van Hoesden
Wy Henrick die Ruter ind Matheus van Hoesden schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is Rembout Janssen ind heeft vercofft ind opgedragen voir hondert pont gever penninge die hi gieden dat hem betaelt syn halff den brieff dair desen tegenwoirdigen brieff doirgesteken is met alle die helfft van den gehalt des brieffs gelyck dairinne geschreven steet Gerit van Deill erfflichen the besitten. Inde Ryck vurscr. heeft dair op vertegen ind geloiffden dairop doen verthien allen die met recht op die helfft verthien sullen ind in ewigen daegen the waren als recht is tegen allen die ten rechten comen wyllen inde alle voircom mer ind voirplicht aff te doen van den selffen. Inne orcont onser litteren gegeven in den jaer ons Heren duysent vyffhondert soven ind veertich des donredages nae Aller-Zielendach. (in dorso) nu. 82
Transfix.
Hangt aan: 15-10-1402
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 119-2 (Pag. 318)
03-11-1547. schepenen Henrick die Ruyter en Matheus van Hoesden
Wy Henrick die Ruyter ind Matheus van Hoesden schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is Henrick Artsen ind hiefft vercofft ind opgedragen voir hondert pondt gever penningen die he gieden dat hem betaelt syn den brieff dair desen tegenwoirdigen brieff doirgesteken is met alle syn gehalt soe dairinne gescreven steet Gerit Geritsen van Deyll erfflichen the besitten. Inde Henrick vurscr. hiefft dair op vertegen ind geloiffden dair op doen verthien allen die met recht dairop verthien sullen ind met vol wairschap den brieff met syn gehalt the waeren ewelicken als recht is tegen allen des ten rechten comen wyllen inde alle voircommer ind voirplicht aff te doen van denselven. In orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren dusent vyffhondert soeven-inde-veertich des donredages nae Alleheiligendach.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 205 (Pag. 319)
12-02-1549. schepenen Otto van Haefften, Johan Massereel, Jacop van Poilgeest, Bernt van Tuyll, Roloff van Oyffer, Melchior van Meteren, Matheus van Hoesden, en Jan die Rowe
Wy Otto van Haefften Johan Massereel Jacop van Poilgeest Bernt van Tuyll Roloff van Oyffer Melchior van Meteren Matheus van Hoesden Jan die Rowe schepen in Tuyll tuygen dat wy nae vraegen des gezwoeren richters ons genedich heeren in Tielrewert dair wy mede to Tuyll in der bancken the gericht geseeten waeren wuyt gesynnen des procurators der vrowen van Senwynen ind der erffgen. joffer van Doirnick als aenlegger ind den procurator Elbert van Boetbergen verwere nae verhoir beiden parthien off die vrowe van Senwynen den voirgewesen vonnis tussen oir ind den erven joffer van Doirnick ind Elbert van Boetbergen nae ingelachten getuegen genoch gedaen hedde off nyet eendrechtlich met vonnis verclairt hebben met gevolch der schepen van Deyll dat die vrowe van Senwynen metten oiren den voirgewesen vonnis genoch gedaen hiefft ten wier Elbert van Boetbergen tussen dit ind Meydach off dairnae als men wuytdingt die condtschappen ind getuegen dairop inne gebracht noch vorder wederleggen kuste dan hy noch gedaen heefft ind dit allet ter tyt wy saegen off hoirden bescheit beter dan wy noch gedaen hebben. Inne orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren duysent vyffhondert ind negen-inde-veertich den twelffsten dach smaentz ffebruarii. (in dorso) nr. 167
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 208 (Pag. 320)
1551. Melchior van Meteren [1] en Rolof van Oever schepenen in Tuil etc.
Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is.
1. Spaen: Mekeren.
Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen)
01-12-1552. schepenen Otto van Haefften en Cornelis van Varick
Wij Otto van Haefften und Cornelis van Varick schepen in Tuyl tuygen dat voir ons comen is Henrick van Beesdt ind heefft geloifft Jan Goirtssen tot behoiff joffer Cornelia van Rossem cloesterjoffer tot Senwijnen thijns drie gulden twintich stuyfer der moenten van Brabant gerekent voir den gulden voir data geslagen op Zant-Kathrijnendach tocomende anno drie end vijfftich ind soe voirt jaerlicx ewelicken the betaelen joffer Cornelia vurscr. off den helder deses brieffz uuyt een huyss ind hoffstat met sijn getimmer ind potinge met enen mergen lantz dair teynden gelegen in den gericht van Ophemert genant den Ankelaer boven lantgelegen Gerit Peterssen erven beneden Otto van Beest ind sijn broder. Welcken thijns off opten termijn vurscr. nyet gegeven off betaelt en worden soe sall alle daegen dairnae volgende een oirt stuyfers sdaichs opten thijns vurscr. wassen ind gaen welcken peen mitten thijns vurscr. joffer Cornelia vurscr. off helder des brieffz voirscr. uuyten onderpande vurscr. verhalen mach als sijs nyet langer beyden wyllen. Ind Henrick van Beest vurscr. geloeffden den thijns ind peen vurscr. uuyten onderpande vurscr. dijckvrij ind thijnsvrij te waeren als recht is tegen allen die ten rechten comen wyllen verbehaltden nae twelff jaeren ind nyet eer Henrick vurscr. sijner eeuwiger loessen met vijftich der vurscr. gulden ind met alle verscheenen thijnssen als he dat een halff jaer tevoeren opseet. Ind desen thijns sall jaerlicx vrij betaelt warden van alle schattinge bede off commer hemelval vrij op verball van den onderpant. Inne orcont onser litteren. Gegeven in den jair ons Heeren duysent viffhondert ind twie ind vijfftich des anderen dages nae Sunt Andries. Accordeert mette originale brieven, quod attestor G. Ruys (in dorso) nr. 48 (van de kopieen)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 269 (Pag. 322)
06-01-1554. Schepenen van Tuil oorkonden dat Rutger Henrixz., Gerit Dircxz., Frerick Cornelisz., Anna en Geertruijt Henrixdr. verkocht hebben een boomgaard gelegen in Varik voor 100 pond.
Origineel met de zegels van Dirck van der Horst en Cornelis van Varick.
Bron: Bank van lening, alsmede het Oude mannen- en vrouwenhuis, inv. 494 (Reg. 64)
08-12-1556. schepenen van Tuyll: Otto van Asperen ind van Vuern, Johan van Haefften, Ffrans van Haefften
schepenen van Deyl: Ffrederick van Hemert, Peter van Maeren
Wy Otto van Asperen ind van Vuern Johan van Haifften Cornelis van Varick, Ffrans van Haefften Ffrederick van Hemert Ffrederick van Doern Hubert van Boxmeer Arien van Oyver Dirck die Ghier Dirck van Malburch Walravenssen richter in Tielrewert Johan die Rowe Peter van Maeren Johan van Rossem als schepen ind keersluden ten beiden dielen tussen Alart van Haifften heren tot Ophemert met Gysbert van Werdenburch geloiffende mede voir Gysbert van der Horst als momber syner huysvrou ind voir Dirck van Werdenburch inde den kynderen Johan van den Steenhuyss ind synen erven ind oire consorten ter eenre ind den werdigen heeren Johan ten Hoeve proest to Senwynen joffer Mergreta van Varick vrowe ind joffer Cornelia Hinckertz cloesterjoffer des conventz van Senwynen ter ander syden doen condt ind bekennen soe die parthien oir geschyll actie ind twyst aengaende den guederen ind versterff joffer Lysbet van Werdenburch in oire tyt vrowe tot Senwynen wes sy in den convent gebracht ind beseeten hadde off sulx wier wuyt erven soude off nyet aengesien opgemelte joffer Lysbet van Werdenburch tsestich jair dairinne gewiest ind selffs voir oiren affsterven getuycht hadde wat guederen dair weder wuyt ind nyet wuyt sterven sulden genslich tot onser wuytspraicken gestalt ind verbleven hebben ons seggen dairaff to achtervolgen ind nae te gaen. Soe dan die proest inde vrowe tot Senwynen boven den getuych der affstervender vrowen Lysbet van Werdenburch vurscr. sustineerden dat dair schepenvertich off maichgescheiden gewiest weren dairinne den convent die guederen die nyet wuytsterven sulden den convent toegelacht weren dair overmitz krych ind orloch met meer brieffen die selff gemisten ind die wederpart allegeerden soe dair geen gerichtlich vertich en wier dat id nye lantrecht van wuytsterffen dan behoirt onderhalden to warden nyettegenstaende hoe langh sulx dairinne gebracht ind besieten wier soe is hieraff ons seggen ind wuytspreecken dat alle erffguederen ind thynssen vrow Lysbet van Werdenburch in den convent gebracht off afftergelaten hiefft nyet dairvan wuytgescheiden wier erven ind comen sullen aen oiren vrunden ind erffgenamen ten wier id convent van Senwynen noch vynden ind becomen koesten ennige gerichtlich vertich off maichgescheiden dairinne die guederen by vrunden ind maegen voir data des nyen lantrechts den convent toegelacht weren off dairinne geerfft. Ind wes nyet bewesen en wordt sall id convent noch besitten ind behalden ses off sestalven mergen lantz genant Dat Geeffelt ter tyt to dat se dairwuyt gelost werden met vierhondert philips gulden genge ind geve off viffindtwintich stufer moent van Brabant voir elcken gulden gerekent die voir data geslagen syn. Des sal men in thien jairen nyet lossen. Ind dat hercommen van die helfft van acht gouden overlentsche rijns gulden met tsestich jair affterstegen dair Elbert van Boetbergen den convent die wierhelfft aff geldende is gaende wuyt negen schairweyen genant Die Hoichwey welcken brieff voir die helfft hoitsom ind hantgelt hiermede gelost sal syn ind dit voir oncosten die hierop staen sal.Alart van Haefften metten synen betalen omb reeden ons dair to bewegen dair dese oncosten van deser wuytspraicken sullen syn halff ind halff. Ind off tocompstich die van Werdenburch alhier genoemt bevonden worden geen erffgenamen to syn soe sall Alart van Haeften metten synen metten oncosten affstaen inde stellen id convent in die possessie der guederen vurscr. Ind sal dan dese wuytspraick een goede voirraem syn. Ind dese wuytspraick hebben die parthien to weten die proest ind vrowe vurscr. met oiren gecoren momberen voirt Alart van Haefften met die van Werdenburch vurscr. overgegeven ind geloifft nae to gaen voir schepen van Tuyll Otto van Asperen ind van Vuern Johan van Haefften Ffrans van Haefften ind voir schepen van Deyl Ffrederick van Hemert ind Peter van Maeren. Sonder argelist. Orcont der wairheit hebben wy schepen ind keersluden vurscr. onssen zegelen aen desen openen brieff gehangen in den jair ons Heeren dusent viffhondert ind sesindvifftich des dorden dages nae Sunt Niclaesdach. (in dorso) nr. 109
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 211 (Pag. 325)
08-07-1557. Schepenen: Diederick van der Horst, Oth van Asperen en van Vueren, Johan van Haeften, Bernt van Tuijll, Johan de Rover en Johan Bruijstens
Wij Diederick van der Horst, Oth van Asperen ende van Vueren, Johan van Haeften, Bernt van Tuijll, Johan de Rover, ende Johan Bruijstens, schepenen in Tuijl tuijgen dat voor den gezworen richter ons, in heden in Tielerweert {1} daer wij meede tot Tuijll inder bancke It het gericht geseten waeren, ende voor ons schepenen voorsz. gecomen sijn die waerdige heer Goirt van Heijen paater Regulier binnen Saltbommel in naem ende van weegen sijns convents met Sijmon Rasz {2} als momber sijner huijsvrouwe voor hem ofte met sijne, als navolgende, heer Aert Posthouwer off haer promatoren als aenlegger ter eener ende joffer Gerit van Hoenzeller weduwe zaliger Walraven van Haeften ende hare kinderen als verweerder off hare p.tor ter andere zijde ... etc, etc ....
1. dat zal moeten zijn: den gezworen richter onsen heren in Tielerweert
2. dat zal moeten zijn: Sijmon Jansz
Bron: Stadsarchief Amsterdam, Familie-archief Witsen Elias, inv. 87, nr. 21.
NB. dit is een afschrift van 1794 en dat is niet foutloos gegaan.
Bijzonder, omdat dit uit een verloren dingsignaat moet zijn gekomen.
Bron: Overigen
29-03-1558. schepenen Cornelis van Varick en Beernt van Tuyl
Wij Cornelis van Varick ind Beernt van Tuyl schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is Ffrans Philipssen ind heefft geloifft Ffrenck van Hemert tot behoiff joffer Cornelia Hinckart in behoiff ind tot ciraet onser-Liever-Vrowen-altalr in der kercken van Senwijnen twee gulden veerthien stufer twintich stufer brabantscher off hollantscher moenten off die weerde daarvoir gerekent voir den gulden opten jairsdach tocomende anno negen ind vijfftich ind soe voirt jaerlicx ewelicken te betaelen uuyt een schair weyden in den gericht van Ophemert genant den Hoebel bovenlantgelegen Elbert van Boetbergen beneden Alaert van Haefften aen deen zijde lantgelegen die kerck van Varick welcken thijns of opten termijn vurscr. jairlicx nyet betaelt en worden soe sall alle weecken dairnae volgende eenen peen van twee stufer ter weeck opten thijns vurscr. wassen ind gaen welcken peen mitten thijns vurscr. joffer Cornelia tot behoiff des altairs vurscr, uuyten onderpande vurscr. verhalen mach als ses nyet langer beyden en will. Inde Frans vurscr. geloiffden den thijns ind peen vurscro uuyten onderpande voirscr. ewelicken the waren als recht is tegen allen des ten rechten comen willen verbehalden op ennige termijn vurscr. Ffrans vurscr. sijner ewiger lossen met viff ende viertich der vurscr. gulden ind mitten verschenen thijnssen. Ind die rasuren "twee gulden veerthien stufer" loeven wij schepen goet. Inne orcont onser litteren. Gegeven in den jair ons Heeren duysent viffhondert inde acht ind vifftich den negen ind twintichsten dach van meert. Accordeert mette principale brieven, quod attestor G. Ruys (in dorso) nr.41 (van de kopieen)
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 240 (Pag. 326)
08-11-1558. schepenen: Cornelis van Varick en Mercelis Herberens
Wy Cornelis van Varick ind Mercelis Herberens schepen in Tuyll tuygen dat wy dairoever geweest syn dair Gisbert van der Horst nae onsser vonnis overmits den richter ons genedich here te Tielreweert inhalt syn pande- ind coipbrieffen der schepen van Tuyll ingeset is tot allen recht in alle guederen Leen Toppen ind oir kynderen reede ind onreede onder d'eeninge van Tuyll gelegen. Ind die richter voirscr. verboit Leen ind eenygelick den aenvanck der guederen dat nymant op lyff ind goet die besitten ind gebruycken soude dan van wegen Gisbert van der Horst off hy deede dat met enen beteren recht. Inne orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren duysent viffhondert inde acht-ind-vifftich den achtte dach novembris.
Transfix.
Aanhangend: 08-11-1558
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 212-1 (Pag. 327)
08-11-1558. schepenen: Cornelis van Varick en Mercelis Herberens
Wy Cornelis van Varick ind Mercelis Herberens schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is die gezwoeren boede ons genedich heren in Tielrewiert ind hiefft gegiet dat he gepandt hiefft voir twie schepen van Tuyll aen allen guederen erffnisse riede ind onriede hoerende Leen wedue Reynut Toppen ind oyren kynderen onder d'eninge van Tuyll gelegen ind dat van wegen des proestz ind convents van Zenwynen van seker schult die proest dairaen ten affteren is. Dairnae tuygen wy dat die gezwoiren boede voirscr. gegiet heefft dat he verboden hiefft als recht is drie sonnendagen ter rechter missetyt in der kercken van Hemert ind Senwynen alle die guederen vurscr. dat die the vercopen wieren overmits den proest vurscr. voir die schult voirscr. Dairnae tuygen wy dat voir ons comen is Jan Goirtsen als volmechtich des proists voirscr. ind hiefft vercoft nae formen ind manieren als ons lantrecht eyst ind wyset alle die guederen voirscr. die in der kercken voirscr. verboden syn als recht is ind men dair met recht the verbieden pleech Gisbert van der Horst voir viff schillingen gever penningen the hebben ind besitten met vurwarden dat Leen noch bete bynnen vierthien dagen metten wisselgelt ind den schade met recht. Dairnae sal men desen coip lossen met dubbelt gelt ind den schaid met recht soeveer men dat ombmers soe neemen wylt. Inne orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren duysent viffhondert ind achtendvifftig den achtten dach novembris.
Transfix.
Hangt aan: 08-11-1558
Aanhangend: 09-11-1558
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 212-2 (Pag. 328)
09-11-1558. schepenen: Cornelis van Varick en Mercelis Herberens
Wy Cornelis van Varick ind Mercelis Herberens schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is Gisbert van der Horst ind hiefft vercofft ind opgedragen voir thien pont gever penningen die he giede dat hem betaelt syn die brieffen met alle oir gehalt dair desen doirsteken is soe dairinne gescreven stiet Jan Goirtssen tot behoiff des proests ind convent van Senwynen the hebben ind besitten. Inde Gisbert van der Horst verteech dairop ind geloiffde alle voircommer dair aff te doin van syner wegen. In orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heren duysent viffhondert ind acht-ind-vifftich den negenden dach novembris.
Transfix.
Hangt aan: 08-11-1558
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 212-3 (Pag. 329)
10-01-1559. schepenen: Cornelis van Varick en Bernt van Tuyl
Wy Cornelis van Varick ind Bernt van Tuyl schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen syn joffer Mergreta van Varick vrow tot Senwynen ind joffer Cornelia Hinckerts van wegen des cloesters ind convents van Senwynen, ind sonnen den gezwoeren richter ons genedich heeren wuytslach aen alle die reede guederen Leen Toppen. Ind nae vraegen des richters wysden wy in krafft van gericht- coip- ind verwynsbrieffen die wy dairaff saege dat wes sy metten mont begeerden dat sold he oir met die hant doen. Ind tuychgen mede dat die richter oir mede nae onssen vonnis ingeleyt heefft in alsulcke huyr als Leen Toppen heefft aen des convents bowonge. Dit geschieden den negenden dach januarii anno negen-ind-vifftich. Voirt tuygen wy datse die richter voirscr. mede ingeleyt heefft in alle erffgueden Leen Toppen vurscr. Inne orcont onser litteren gegeven in den jair ons Heeren duysent viffhondert ind negen-ind-vifftich den thienden dach januarii
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 214 (pag. 330)
17-01-1559. schepenen: Johan die Rowe en Henrick Janssen
Wy Johan die Rowe ind Henrick Janssen schepen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is die gezwoiren boede ons genedich heeren in Tyelreweerdt ind gieden dat he den wiet gedaen heefft Lyoen Reynut Toppen weduwe dat oir overmits den gezwoiren richter ons genedich heeren in Tielreweert op lyff ind goet den aenvanck verboeden is ind enenygelicken van allen guederen riede ind onriede als Reynut ind sy tosamen beseeten hebben inde Reynut voirscr. metter doet geruymt heefft ind van alsulcke lant ind huyr als sy van den convent van Senwynen in huyre gehadt hebben. Ind dat allet van wegen ind nae inhalden des convents vurscr. coip ind verwyn. Inde gieden mede dat he desen weet all vroich ind ter goeder tyt gedaen heefft nyet lange nae data des verwyns. !nne orcont onser litteren. Gegeven in den jair ons Heeren dusent viffhondert ind negen-ind-vifftich den soeventhienden dach januarii.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 213 (Pag. 331)
17-02-1568. schepenen: Johan van Henvijnen en Ghijsbert van der Horst
Wij Johan van Henvijnen ende Ghijsbert van der Horst scepenen in Tuyll tuygen dat voir ons comen is Goirt Wilhuuse {1} ende heeft gegiet en de bekent dat hij in een erffmangelinge overgegeven ende opgedragen heeft dordenhalffen mergen lantz gelegen in den gerichte van Senwenden boven lantgelegen Ghijsbert van Werdenburch beneden Dirck Janse noirden die gemeyn straet suytwaert dat convent van Senwenden off soe wie mit recht naestlantgelegen sijn heir Wauter Pelgrumse van Viaenen proest tot Senwenden dijckvrij thijnsvrij ende erffpachtvrij ende vier hont lantz daerinne oick thientvrij erfflicken te besitten. Ende Goirt voirgen. verteech op die dordenhalffen mergen lantz voirscr. ende geloefden daerop doen te verthyen alle diegheene die mit recht daerop verthyen sullen ende ten ewygen daghen te waren als recht is tegen alle dieghene die ten rechen comen willen ende alle voirplicht aff te doen van denselven. Ende Goirt voirscr. gieden oick dat hij voirden voirscr. lande weder hadde andere dordenhalffen mergen lantz gelegen in den gerichte van Drumpt geheyten die Veluwe boven lantgelegen Arnt Janse beneden Zegher Hubertse noirtwaert Noy van Beesde tot Tyell ende suytwaert den Waelldijck ende Goirt voirgen. midden in dat lant mit vier hont lantz geerft is ende dat deze buytinge ende erffmangelinge geschiet is omdat eenenyederen van oir des anders lant beter gelegen was. In oirconde onser litteren gegeven in den jaere ons Heren duysent vijffhondert acht-ende-tsestich den soeventhienden dach smaentz februarii. (in dorso) nr. 90
1. Waarschijnlijk een transcriptiefout voor Goirt Wilhemse.
Bron: Klooster Mariënschoot te Zennewijnen, inv. 217 (Pag. 334)